De specialist: toxicoloog Jan Tytgat over ‘Cocaine Bear’
Wat gebeurt er écht als een beer cocaïne eet?
Deze week verschijnt Cocaine Bear in de bioscoop, een horrorkomedie over een bruine beer die een kilo cocaïne opeet en vervolgens op rooftocht trekt, op zoek naar méér drugs. Losjes – héél losjes – gebaseerd op het verhaal van ‘Pablo Escobear’, een beer die in 1985 in Georgia dood werd aangetroffen naast een dufflebag gedumpte cocaïne.
Wat gebeurt er als een beer een kilo cocaïne eet?
Professor Jan Tytgat: Ik heb geen weet van studies over de effecten van cocaïne op beren, maar mijn voorspelling is dat het dier zal overlijden. Farmacodynamisch gesproken is er weinig verschil tussen zoogdieren. Je kunt dit dan ook vergelijken met de zogenaamde body packers, drugsmokkelaars die cocaïne inslikken, als de bolletjes in hun maag openspringen. Bij hoge concentraties in het bloed blokkeert cocaïne ter hoogte van het hart, de natriumkanalen, die een cruciale rol spelen in het aansturen van het hartritme, waarna de persoon overlijdt aan een hartritmestoornis of hartinfarct. Bij een beer zal dat, naar alle waarschijnlijkheid, hetzelfde zijn.
Nu, we moeten voorzichtig zijn met die algemene conclusie. Om zeker te zijn zou ik het genoom van de beer moeten kennen, om na te gaan of de beer dezelfde eiwitjes heeft waar cocaïne op ingrijpt. Sommige diersoorten hebben ook enzymes die bepaalde toxines sneller kunnen afbreken – dan spreken we over een verschil in farmacokinetiek. En het gewicht van de beer speelt een rol in het distributievolume. Maar bon, een kilo cocaïne is héél veel.
En als een beer een kleine hoeveelheid cocaïne zou eten?
Tytgat: Opnieuw: ik moet voorzichtig zijn als wetenschapper, maar ik neem aan dat de beer dan dezelfde effecten als de mens zou ondervinden. In kleinere dosissen remt cocaïne onder andere de heropname van noradrenaline, een stimulerende neurotransmitter, met effecten als euforie en agressiviteit tot gevolg.
Recreatief druggebruik blijkt tot mijn verbazing wel degelijk te bestaan in de dierenwereld, van rendieren die vliegenzwammen uitzoeken tot boomspitsmuizen die ’s nachts gefermenteerde nectar drinken.
Tytgat: Die casussen ken ik niet, maar het is inderdaad perfect mogelijk dat diersoorten geestelijke afhankelijkheid van bepaalde stoffen ontwikkelen. Een bekend voorbeeld zijn dolfijnen, die op zoek gaan naar intoxicatie door kogelvissen. De kogelvis heeft tetrodotoxine in zich, een toxine dat net zoals cocaïne inwerkt op de natriumkanalen en dus een anesthetisch effect heeft. Uit onderzoek blijkt dat bepaalde dolfijnen likken aan kogelvissen en vervolgens enkele minuten verdoofd zijn, wat door de dieren vermoedelijk als aangenaam wordt ervaren. Een roes opzoeken is dus zeker niet enkel menselijk gedrag.
Cocaine Bear
Vanaf 22.02 in de bioscoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier