De fantastische meneer Wes Anderson stort zich weer op Roald Dahl

The Wonderful Story of Henry Sugar © National
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Zijn Asteroid City smeult nog na in de bioscopen, en daar is Wes Anderson alweer met nieuw werk. Veertien jaar na Fantastic Mr. Fox bewerkt hij vier kortverhalen van kinderboekencoryfee Roald Dahl.

De onderwaterwereld van The Life Aquatic with Steve Zissou (2004), het scoutskamp van Moonrise Kingdom (2012), het Frankrijk van weleer uit The French Dispatch (2021) of het fictieve woestijnstadje Asteroid City: de voorbije decennia heeft regisseur Wes Anderson de meest aparte omgevingen verkend, en telkens leverde dat een bitterzoete, in melancholie gedrenkte film op waarin je al na enkele shots zijn signatuur herkent.

Zijn fans noemen die meticuleuze stijl – met zijn strak symmetrische shots, zoete snoepkleuren en flamboyante decors en personages – uniek en wonderbaarlijk. Zijn tegenstanders vinden zijn films oppervlakkig en gemaniëreerd. Die ruzie, die al meegaat sinds Anderson in 2001 doorbrak met The Royal Tenenbaums, zal wellicht niet worden bijgelegd met zijn nieuwste creaties.

Lucy, de dochter van Roald Dahl, vroeg me na Fantastic Mr. Fox: zijn er nog verhalen die je zou willen verfilmen? Ik zei meteen: Henry Sugar.

Veertien jaar nadat hij Fantastic Mr. Fox tot leven bracht in zijn gelijknamige stop-motionhit bewerkt Anderson nu vier verhalen van de Britse schrijver Roald Dahl (1916-1990) in evenveel kortfilms die Netflix vanaf vandaag vier opeenvolgende dagen lost.

De eerste is het veertig minuten durende The Wonderful Story of Henry Sugar, dat in première ging op het filmfestival van Venetië. Daarna volgen drie kortere verhalen (alle drie 17 minuten): respectievelijk The Swan, The Rat Catcher en Poison. In alle films incarneert Ralph Fiennes verteller Roald Dahl en verder herkent u – geen Anderson-film zonder een blik Hollywoodsterren – onder meer Benedict Cumberbatch, Ben Kingsley en Dev Patel.

The Swan
The Swan © Courtesy of Netflix

‘Na Fantastic Mr. Fox heb ik de erven Dahl leren kennen, vooral Roalds dochter Lucy’, legt Anderson uit wanneer we hem ontmoeten op het Lido, zoals steeds uitgedost in een kraaknet maatpak. ‘Ze vroeg me: zijn er nog verhalen die je zou willen verfilmen? Ik zei meteen: Henry Sugar. ’

Dat verhaal, over een weldoener die in casino’s miljoenen wint nadat hij van een Indiase yogi heeft geleerd om dwars door de speelkaarten te kijken, fascineerde Anderson als kind al. Alleen bleef hij lang worstelen met de vraag hoe hij het naar film moest vertalen. ‘Toen ik het luidop aan mijn dochter voorlas, werd me duidelijk dat Henry Sugar vooral om de woorden gaat’, vervolgt Anderson. ‘Ik was net zo geïnteresseerd in de manier waarop Dahl het verhaal vertelt als in het verhaal zelf. Ik wilde zijn woorden, zijn stem én zijn beschrijvingen trouw blijven. Ik raakte er niet uit hoe ik dat moest aanpakken, tot ik het idee kreeg om het verhaal te laten voorlezen door een verteller, het personage Roald Dahl zelf.’

Anderson begreep ook al snel dat het een kortfilm zou worden, ‘dus dacht ik: waarom er geen andere verhalen aan toevoegen en er een soort anthologiefilm van maken, ook al omdat Henry Sugar uit een boek komt dat Henry Sugar and Six More (in het Nederlands Het wonderlijk verhaal van Hendrik Meier en zes andere verhalen, nvdr.)heet. Alleen lieten die andere verhalen zich niet verfilmen. Ik heb dieper moeten delven in zijn oeuvre en zo ben ik bij The Swan, The Rat Catcher en Poison uitgekomen.’

The Rat Catcher
The Rat Catcher © Courtesy of Netflix

Je wil trouw blijven aan Roald Dahls woorden, zeg je. Wat vind je van de discussie die daarover recent ontstond naar aanleiding van wijzigingen in Engelstalige edities?

Anderson: Van Dahl blijf je af. Ja, ik herschrijf zijn woorden ook een beetje. Maar dan om de verfilming efficiënter te maken. Het idee om Dahl te herschrijven om ideologische redenen is not done. Niemand zou boeken mogen herschrijven. Van niemand. Niemand zou kunstwerken mogen aanpassen als ze eenmaal in de publieke ruimte zijn gepresenteerd. Je hebt kunstenaars die nieuwe versies van hun werk uitbrengen. Dat mag, maar ik hou er niet van. Van zodra de kijker een film gezien heeft, van zodra een lezer een boek gelezen heeft, maakt hij of zij er deel van uit en is die film of dat boek niet langer bezit van de maker. Het is dan te laat om te bepalen wat we leuk of goed mogen vinden. Als de auteur dan ook nog eens dood is, zoals in het geval van Dahl, is het helemaal potsierlijk om te denken dat je een kunstwerk kunt wijzigen.

Poison
Poison © Courtesy of Netflix

Da’s klare taal. Al sinds het begin van je carrière gaan je films over buitenbeentjes, over outsider zijn in een bepaald milieu. Wat zegt dat over hun maker?

Anderson: Het gevoel van ontheemding bezielt mijn cinema. Soms is het niet helemaal duidelijk waar mijn films zich afspelen of wanneer. Het laatste deel van The French Dispatch – het deel met Jeffrey Wright als foodjournalist – gaat expliciet over die thematiek. Mijn eerste films, Bottle Rocket (1996) en Rushmore (1998), speelden zich af in Texas, waar ik ben opgegroeid. Daarna maakte ik een film in New York, waar ik op dat moment woonde: The Royal Tenenbaums. Daarna maakte er ik er in Engeland en Frankrijk, waar ik toen woonde. Mijn leven ging mee met mijn films, en omgekeerd. Als je een fictief verhaal schrijft, raakt alles uit je leven op de een of manier in dat verhaal verstrikt.

Het globetrotten heeft je dus als filmmaker veranderd?

Anderson: Absoluut. Elk nieuw hoofdstuk beïnvloedt het volgende. Alles wat je doet, beïnvloedt je werk. Elke film versmalt de mogelijkheden. Je krijgt vaker het gevoel: verschilt dit wel van wat we hiervoor al hebben gedaan? Je moet harder je best doen om nieuwe domeinen op te zoeken.

In die mate dat je opgesloten dreigt te raken in je eigen stijl en universum, zoals je criticasters je verwijten?

Anderson: Niet zozeer. Ik bedoel: als je elf films hebt gemaakt, is het logisch dat sommige keuzes gelijkaardig zijn aan wat je in eerdere films hebt gedaan. Het is geen kwestie van stilistische claustrofobie. Het is … Oud worden. (lacht) Niet dat ik van plan ben om hem te volgen maar in die zin kan ik Quentin Tarantino wel begrijpen wanneer hij zegt: ik maak tien films en dan hou ik ermee op.

Je hebt in je elf langspeelfilms alvast een heel specifieke filmtaal ontwikkeld, die bovendien met de jaren alleen maar specifieker werd.

Anderson: (knikt) Dat er echo’s in mijn films weerklinken, vind ik niet erg. Het belangrijkste doel blijft: een goede film maken. Je moet niet weglopen van jezelf of van je lievelingsgerecht. Alleen wil je nieuwe smaken blijven toevoegen. De eerste drie, vier films is alles nieuw. Tot het recept op punt staat. Dan komt het erop aan creatief om te gaan met de ingrediënten.

Dat recept ging in de loop der jaren ook almaar Europeser smaken.

Anderson: Dat wordt gezegd, maar één: de Amerikaanse cultuur heeft zoveel diverse stemmen dat het moeilijk is om die allemaal als uniform ‘Amerikaans’ te labelen. En twee: ik vind niet dat ik bewust op zoek ga naar Europese invloeden, ook al ben ik gek op regisseurs als Ernst Lubitsch, Vittorio De Sica, Jean Renoir en noem maar op, en heb ik in Frankrijk, Engeland, Italië en andere Europese landen gewerkt. Asteroid City hadden we in Texas kunnen draaien, waar het verhaal zich afspeelt. Maar we hebben in Spanje gefilmd. Waarom? Omdat ik op dat moment meer zin had om naar Spanje te gaan. Ik had er nog nooit langere tijd verbleven en dacht: waar zou ik deze cast liefst samenbrengen? In Spanje dus. Soms is mijn eurofilie gewoon toeristisch van aard. (lacht) Plus: ik wil mezelf uitdagen. Ik wil terra incognita verkennen. Texas is mijn geboortegrond. Ik ben er vertrouwd mee. Maar dat maakt je luier. Ook puur praktisch. Ik heb een strikte manier van een filmset runnen, met strikte regels, en dat kan makkelijker in Europa dan in de States. Welke regels? Géén lunch. (lacht)

Asteroid City deed het prima aan de box office. Barbie van Greta Gerwig werd zelfs een van de grootste bioscoophits aller tijden. Zijn de indie-auteurs de Hollywoodstudio’s aan het redden?

Anderson: Vergeet Oppenheimer niet – Chris Nolan komt ook uit het onafhankelijke circuit. Wat betekent dat voor de toekomst? Dat franchisefilms afgedaan hebben en we meer van dat soort bioscoopfilms krijgen? Streaming is zo gemakkelijk, en zo ingeburgerd bij jonge mensen dat ik niet meteen inzie hoe cinema’s hun recettes van vroeger kunnen blijven draaien, maar ik ben geen expert in die materie.

Wat alvast niet helpt om de cinema te redden, is films voor streamingreus Netflix maken.

Anderson: Asteroid City is in scoopformaat en smeekt om een groot scherm. Deze kortfilms hebben we gedraaid op 16 millimeter, maar dan met het specifieke idee dat ze op een klein scherm zullen worden getoond. Zoals ze in de jaren tachtig vaak toneelstukken op de BBC brachten. Dat was het concept.

Slotvraag: onlangs ging de ‘trailer’ van The Galactic Menagerie viraal, een met AI gegenereerde Star Wars-spoof in jouw typische stijl. Kun je lachen met de vele imitaties en parodieën op je werk?

Anderson: Erkend worden als iemand die anderen kan inspireren, is leuk als fenomeen. En flatterend. Maar ik kies ervoor om die dingen niet te bekijken. Wil jij iemand je stem horen imiteren? Nee toch?

The Wonderful Story of Henry Sugar

Nu op Netflix. The Swan, The Rat Catcher en Poison volgen op respectievelijk 28, 29 en 30.09.

Wes Anderson

Geboren op 1 mei 1969 in Houston.

Met zijn dramady’s vol symmetrische shots, pastelkleuren en excentrieke personages een van de invloedrijkste filmauteurs van zijn generatie.

Grootste hits The Royal Tenenbaums (2001), The Grand Budapest Hotel (2015) en Asteroid City (2023).

Adapteerde Roald Dahl ook al met de stop-motionfilm Fantastic Mr. Fox (2009).

Wes Anderson (r.) met Benedict Cumberbatch en Ben Kingsley. ‘Ik heb een strikte manier van een filmset runnen.’
Wes Anderson (r.) met Benedict Cumberbatch en Ben Kingsley. ‘Ik heb een strikte manier van een filmset runnen.’ © Roger Do Minh/Netflix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content