Charlotte Vandermeersch, master op filmfestival Oostende: ‘Ik zal altijd leerling blijven’
Charlotte Vandermeersch spoelt dit jaar als master aan op het filmfestival van Oostende. Maar eerst neemt ze met Knack Focus een duik in haar leven en werk. Een gesprek over een opvolger van De acht bergen, scheten laten tijdens de yogales en de volgende grote stap: zingen.
Terwijl de heuvels van de Vlaamse Ardennen, haar geboortestreek, al dagen met een laagje sneeuw zijn bedekt, verschijnt Charlotte Vandermeersch in een beige topje op ons scherm. Blauwe nagellak aan de vingers, het haar los en wit op ontblote schouders. ‘Ik zie er waarschijnlijk nog wat verwaaid uit van de yogales zonet’, lacht ze.
Achter Vandermeersch is het silhouet van een palmboom te zien. Het zonlicht valt scherp en warm op haar gezicht. Samen met haar man Felix Van Groeningen is ze twee weken op yoga retreat in Goa, ‘het paradijs van India’. Voor de kenners: ze doet ashtanga, een vloeiende vorm van yoga waarbij de meest uiteenlopende lichaamshoudingen elkaar snel opvolgen. ‘We zijn tegelijk keihard aan het schrijven en keihard aan het yogaën’, zegt Vandermeersch.
Zoals wel vaker is de laptop mee op reis. ‘Het is een beetje uitzonderlijk dat mensen hier zo hard zitten te werken, maar ik was sowieso al van plan om alle filosofische en ademhalingssessies te skippen, anders wordt het te veel voor mij’, zegt ze. ‘Ik ben niet zo’n yogi als Felix, die dit al een paar jaar regelmatig doet. Ik hou meer van gewichtjes heffen en ik was ook wat angstig om hierheen te komen. Yoga kan zo serieus zijn, je mag bij wijze van spreken geen scheet laten en er al zeker niet mee lachen. (lacht) Het valt allemaal mee, maar ik heb dus mijn laptop bij mij en probeer tussen de sessies door zo goed mogelijk te werken.’
Samen met Van Groeningen knutselt Vandermeersch de opvolger van De acht bergen in elkaar, de film die ze samen maakten en die hen naar eigen zeggen door een diepe relatiecrisis hielp. Veel wil ze er nog niet over kwijt, het idee is nog jong en kwetsbaar. Ze vertelt wel dat ze opnieuw samen schrijven, aan een eigen verhaal, en dat hun moeilijke periode tijdens de opnames van De acht bergen hen inspiratie geeft. Toen hielp dat verhaal hen om een beetje afstand te nemen van hun leven als koppel. ‘Deze keer zal ik zelf ook meespelen’, zegt Vandermeersch. ‘We zitten dus weer in een andere fase van samenwerken.’
Bovendien broedt ze op een eigen muziekproject, waarover straks meer.
Maar nu is ze dus master van het filmfestival van Oostende, dat volgende week van start gaat. In navolging van Gene Bervoets, Natali Broods, Koen De Bouw en Lynn Van Royen mocht ze een overkoepelend thema kiezen en een eigen selectie films. Het werd ‘super natural’, in twee woorden en kapitalen geschreven. ‘Heel natuurlijk’ én ‘bovennatuurlijk’, het eeuwige duet tussen natuur en geloof, leven en mystiek.
‘Eerst vond ik het komisch dat ik gevraagd werd om master te worden’.
‘Eerst vond ik het komisch dat ik gevraagd werd’, zegt Vandermeersch. ‘Ik neem mezelf niet zo serieus. Maar het zette me wel aan het denken: ik werd blijkbaar gezien, gevraagd, ernstig genomen. Dat duidde erop dat ik in een nieuwe levensfase ben beland. Misschien kon ik door mijn keuze mensen inspireren?’
Super natural dus. En als keuzefilms onder meer Under the Skin, Monos, The Color of Pomegranates, Breaking the Waves en Forrest Gump.
‘Ik hou van veel soorten cinema, maar misschien nog het meest van films die bigger than life zijn’, zegt ze. ‘En dan bedoel ik niet per se dat er weerwolven of vampieren in moeten voorkomen, al mag dat natuurlijk altijd. Het kan ook gaan om het bigger than life oerinstinct om te overleven zoals in Monos, de zoektocht naar de natuur zoals in Embrace of the Serpent of het opgaan in een grote fantasie zoals in Under the Skin. Het wonder van het leven, telkens op een andere manier belicht: ik word daar blij van. En hopelijk andere mensen ook.’
○ ○ ○
Ook nu weer, tijdens haar yogaretraite in India, vindt ze zulke wonderen terug. In de ochtendsessies heeft ze haar vaste plek in de hoek van de beginners, met naast haar een man die zes jaar geleden een beroerte kreeg en nu via yoga opnieuw leert lopen en spreken.
‘Ik vind het wonderlijk om te zien hoe die man hier weer groeit en hoe alles in zijn hersenen opnieuw met elkaar verbindt’, zegt ze. ‘En zo vind je overal spiritualiteit, al is dat soms een te groot woord voor iets wat vaak maar gewoon is. Met De acht bergen was dat ook zo, denk aan hoe Paolo Cognetti (de auteur van het boek waarop de film is gebaseerd, nvdr.) op een moment van depressie naar de bergen verhuisde, daar weer helemaal tot zichzelf kwam en met het schrijven zelfs zijn grootste talent ontwikkelde. En hoe wij zijn verhaal vervolgens hebben verfilmd tijdens een periode die zeker niet de gemakkelijkste was, persoonlijk en relationeel, en die voor mij een nieuwe start is gebleken.’
‘Vlak voor de pandemie was ik in een persoonlijke crisis beland. Rufus, onze zoon, was anderhalf en ik had het gehad met het vele toeren en ’s avonds spelen en overdag nog allerlei andere jobs erbij doen. Maar toen kwam covid en daarna belandden Felix en ik in een relatiecrisis, net op het moment dat we samen een film zouden maken. Ik zou mee schrijven én regisseren, met alle twijfels van dien. Tegelijkertijd was het erop of eronder voor ons als koppel. We wisten niet eens of we zouden samenblijven. Maar kijk: het is allemaal goed uitgedraaid en dankzij De acht bergen ben ik regisseur geworden. Mijn hele leven is veranderd.’
Op haar Instagrampagina omschrijft Vandermeersch zichzelf nu als ‘Actor. Writer? Director?! Singer?!’ Dat zijn nog veel vraagtekens.
Ze lacht: ‘Alleen voor het acteren heb ik een diploma, dat kunnen ze me al niet meer afpakken.’
Dan: ‘Ik weet niet of het de tijdsgeest is, de leeftijd die ik nu heb bereikt of nog altijd de gevolgen van covid, maar rond mij zie ik veel mensen die hun leven in vraag stellen en zich terugplooien op zichzelf. Een soort stilstand waaruit veel beweging kan komen, of soms al gekomen is. Ik zie veel vrienden nadenken over de vraag: hoe wil ik mijn leven verder leiden?’
‘Ik denk natuurlijk ook na over die vraag en met het ouder worden leer ik mezelf veel beter kennen. Dat geeft rust, zeker, maar een mens blijft een complex wezen. Het ene moment ben ik rustig een situatie aan het analyseren en het volgende maak ik impulsief toch weer dezelfde fout als altijd.’
○ ○ ○
Wat Vandermeersch wél zeker weet, is dat ze verhalen wil vertellen. Het is een drift die teruggaat op haar kindertijd.
‘Op Film Fest Gent kwam ik onlangs een oud-lerares uit het middelbaar tegen’, zegt ze. ‘Die vrouw herinnerde zich hoe ik toen al “heel goed kon schrijven”. Blijkbaar had ik ooit een mooi opstel geschreven. Ik was het zelf helemaal vergeten, maar dat ging over mijn dagelijkse fietstocht van de molen, waar de bus stopte, naar ons huis beneden in het dorp. Dat gevoel is het eerste waar ik aan denk wanneer ik aan mijn jeugd denk: ik die op mijn fiets zit, bergaf tussen de landerijen, met de wind in mijn haren en het groen voor mij. Om dan ‘s nachts, wanneer ik mijn hond in zijn mand in de stal ging stoppen, te kijken naar de sterren.’
Vandermeersch groeide op in Wannegem-Lede, een dorp bij Oudenaarde in de uitlopers van de Vlaamse Ardennen. Veel glooiende kouters en kasseien, een drukkend besef van God, weinig afleiding. ‘De weidsheid en ademruimte van het platteland konden soms ook verstikkend aanvoelen’, zegt ze. ‘Ik wilde van alles zien en beleven, maar daarvoor moest ik naar de stad.’
Ze is de oudste van vier kinderen. Haar moeder droeg in haar eentje het gezin, en haar vader – die in 2012 overleed – leefde vooral ’s nachts. De sfeer was vaak gespannen, haar ouders gingen tijdens haar puberteit uit elkaar. Vandermeersch zag hoe dingen niet altijd zijn wat ze lijken en ‘hoeveel er emotioneel onder het oppervlak sluimert’.
Al vroeg voelde ze de behoefte om het verborgene zichtbaar te maken, vertelt ze. Ook, nog onbewust, om ‘mijn eigen verborgen diepe wateren beter te begrijpen’. En zo rolde ze in het toneel.
‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in religie en spiritualiteit. Ik was als kind niet vies van een bezinning meer of minder.’
‘Om de twee weken was er in het dorp een kindermis en iedereen die zin had, mocht helpen om toneeltjes in elkaar te steken’, zegt ze. ‘En zo speelden wij Jezus en de farizeeërs, of Jezus en de apostelen, in een kartonnen bootje in de kerk. Ik snapte totaal niet wat ik aan het zeggen was, maar de sfeer van samen spelen vond ik meteen geweldig. Ik voelde als kind al de diepere connectie van die oude verhalen. Ik ben ook altijd erg geïnteresseerd geweest in religie en spiritualiteit, ik was niet vies van een bezinning meer of minder en ging als tiener graag mee naar de paters van Westvleteren. Ik wilde er in een kale kamer zitten en ’s ochtends in alle vroegte meedoen met de gebeden. Wie zat er onder de kap naast mij? Wat waren de geheimen van deze mannen en wie lag er zich in bed af te trekken? Zo’n fascinerende, mysterieuze wereld.’
Op haar zeventiende koos ze niet voor het klooster, maar voor het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen. In de gangen van die theaterschool liep ze wat verloren.
‘Toen ik pas uit de toneelschool kwam, had ik nul zelfvertrouwen. Ik dacht dat ik niets te vertellen had.’
‘Toen ik pas uit de toneelschool kwam, had ik nul zelfvertrouwen’, zegt ze. ‘Ik dacht dat ik niets te vertellen had en besliste om andere mensen te volgen. Dat heb ik lang gedaan.’
○ ○ ○
Jarenlang wisselde Vandermeersch theater, televisie en film met elkaar af. Het grote publiek leerde haar kennen door het sketchprogramma Wat als? en haar hoofdrol in de reeks Deadline 14/10 en ze speelde ook in Dagen zonder lief en Belgica van Van Groeningen.
‘Toen ik een twintiger en dertiger was, zat er veel trial-and-error tussen’, zegt ze. ‘Nu pas begin ik te snappen wanneer ik iets echt bijzonder en goed vind, wat er bij mij resoneert. Daardoor beheers ik mijn vak beter en kan ik het beter overbrengen op andere mensen.’
41 is ze nu, en ze vervelt langzamerhand van leerling tot meester. ‘Ik zal altijd leerling blijven’, zegt ze. ‘Ik wil altijd blijven bijleren, dat mag nooit stoppen. Maar af en toe word ik gevraagd als coach, of zoals nu: om master te zijn. Dat is een ontroerende gedachte, dat ik uit mijn ervaring een vertaling naar andere mensen mag maken, iets mag doorgeven.’
De vele positieve reacties op De acht bergen gaven Vandermeersch moed en zelfvertrouwen. Ze maakte ook Buzz, een theatervoorstelling op basis van het boek Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Johan Harstad.
Het liefst wil ze nu haar eigen werelden creëren, haar eigen ideeën en gevoelens omzetten in verhalen. Weg met de vraagtekens in haar Instagrambio dan maar?
‘Schrijver durf ik mezelf al wel te noemen. Maar director? Daar twijfel ik nog aan.’
‘”Schrijver” durf ik mezelf ondertussen al wel te noemen’, zegt ze. ‘Het vraagteken na “writer” mag dus inderdaad weg. Maar het vraagteken na “director”? Daar twijfel ik nog aan. Of ik al op een set zou kunnen staan, de hele dag in de monitor kijken en tegelijk vooruit denken, de tijd strak in het oog houden, allerlei problemen oplossen, omgaan met al het volk rond je? Ik weet het niet. Als er een verhaal komt dat helemaal klopt bij mij en een zekere eenvoud heeft, dan misschien wel.’
Rest ons alleen de laatste beroepsomschrijving in haar bio, die van zangeres.
‘Dat is het grootste vraagteken’, zegt ze. ‘Zingen is enorm belangrijk voor mij en ik ben er al lang mee bezig, maar ik ben ook geen twintig meer. Zomaar iets opnemen en uitbrengen wil ik niet. Ik leg de lat hoog en daarom duurt het ook zo lang.’
Een van haar broers, zelf bierbrouwer, noemde zingen ooit het ‘oertalent’ van zijn zus. Vandermeersch zingt al van kinds af, het is haar eerste taal. ‘Ik was zot van musical, Cats en zo, en ik zong thuis heel veel’, zegt ze. ‘Maar ik had ook veel stemproblemen. Als ik een zangstage volgde, was ik op het einde van de week meestal hees. Op mijn veertiende zei iemand met nogal wat aanzien in die wereld dat ik daardoor waarschijnlijk nooit iets professioneel zou kunnen doen met mijn stem. Dat was zo’n afknapper dat ik niet verder heb durven te geloven in zingen en ben gaan spelen.’
Dankzij de zanglessen die ze later volgde zijn Vandermeersch’ stemproblemen al lang verleden tijd. Op haar vijfentwintigste begon ze aan een opleiding klassieke zang, ze wilde operazangeres worden. ‘Dat heeft niet lang geduurd’, lacht ze.
De voorbije jaren stond ze al vaker op een podium. Ze maakte een tijd deel uit van de band rond zenfilosoof Tom Hannes, die muziek van Talking Heads, The Velvet Underground en David Bowie herinterpreteerde, tot in een bomvolle Roma toe.
‘Muziek was altijd wat ik het liefste wilde, maar wat ik door onzekerheid het hardst heb weggeduwd’, zegt ze. ‘Maar tijdens die optredens heb ik nog eens gevoeld wat voor vrijheid muziek me geeft. De grootst mogelijke vrijheid. En dat is alles wat ik zoek op een podium: vrijheid. Los van een verhaal of een psychologie, gewoon met je zangstem overbrengen wat je ook maar op je publiek wilt overbrengen.’
○ ○ ○
Dat brengt ons opnieuw bij het thema van Filmfestival Oostende. Gelooft Vandermeersch dat film wat meer empathie voor onze planeet kan opwekken? Ze zoekt graag de wilde natuur op – eerder reisde ze naar Mongolië, Siberië, het Amazonewoud – en die liefde laat zich zien in de selectie die ze maakte. Zal de kijker dat straks ook voelen?
‘Ik hou enorm van films waar je met een lust for life de zaal verlaat’, zegt ze. ‘We zullen oplossingen moeten vinden voor de problemen die op ons afkomen, zeker, maar ik weiger om het in mijn hoofd donker te laten worden als ik nadenk over de toekomst van onze planeet. Ik wil vertrouwen blijven voelen, in plaats van angst. In de natuur schuilt bovendien geen oordeel en dat brengt me troost.’
Het gevoel dat ze in die verre oorden ervoer, probeert ze nu dichter bij huis te vinden. ‘Ik merk dat ik hetzelfde effect kan bekomen door aan mijn bureau te zitten en te zingen, of simpelweg niks te doen’, zegt ze. ‘Vroeger kon ik ook heel goed op de badrand zitten en staren. Ik pleit voor meer niksdoen.’
Na het Filmfestival Oostende komt er zowaar een puppy in haar leven. ‘Alweer een nieuwe fase’, lacht ze.
Maar eerst kijkt ze nog wat rond in Goa, zoals vroeger bij de paters van Westvleteren.
‘Ik zie hier tijdens de yogalessen mensen met gemak hun lijf in zeventien knopen leggen’, zegt ze nog. ‘En dan denk ik telkens: waw, hoe meesterlijk. Op dat vlak zal ik nog lang een leerling blijven, vrees ik. (lacht) Hoewel, wie weet, spreken we elkaar over vijf jaar nog eens en zit ik hier met mijn been in een knoop achter mijn hoofd. Het leven kan soms raar lopen.’
FilmFestival Oostende
Van 31.01 tot 08.02 op verschillende locaties in Oostende. Info en tickets: filmfestivaloostende.be
Charlotte Vandermeersch
Geboren in 1983 in Oudenaarde.
Groeide op in Wannegem-Lede, in de Vlaamse Ardennen.
Woont met haar man Felix Van Groeningen en hun zoontje Rufus in de Gentse rand.
Volgde een theateropleiding in Antwerpen.
Combineerde jarenlang theater, televisie en film.
Mag zich na De acht bergen ook scenarist en regisseur noemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier