Carla Simón, regisseuse van ‘Alcarràs’, is de Catalaanse Lukas Dhont
Niet dat hun films zoveel gemeen hebben, maar net als onze landgenoot volgt Carla Simón een sterk debuut nu op met een klein, fijn prijsbeest. In Alcarràs moeten familiebanden en perzikbomen optornen tegen zonnepanelen.
Perziken of zonnepanelen? In Alcarràs, een Catalaans dorpje in de buurt van Lleida, splijt de kwestie een grote, hechte familie in twee. Ook al is ze eigenlijk al beslecht. Al generaties lang teelt de familie van Quimet er de kostbare vruchten, maar wanneer de eigenaar van die gronden sterft, weigert diens zoon het decennia oude gentlemen’s agreement te honoreren. De perzikbomen zullen worden gerooid, in de plaats komt een zonnepanelenpark.
Alcarràs speelt zich af in de zomer van de laatste oogst, het einde van een tijdperk en Carla Simón toont dat met ongewoon veel naturel, tederheid en aandacht voor drie generaties familieleden. Dat de film vorig jaar in Berlijn de Gouden Beer won, was zelfs geen al te grote verrassing. De scenariste en regisseuse ging al over de tongen na haar debuutfilm Summer 1993, een autobiografische parel over een zesjarige krullenbol die na de dood van haar ouders bij familie op het platteland belandt. (Simón had tegen haar zesde haar beide ouders aan aids verloren en groeide vervolgens op in het gezin van een oom.)
Drie of vier generaties die onder hetzelfde dak wonen of vlak bij elkaar, ik vind dat schoon. En je ziet dat almaar minder.
Net als Lukas Dhont, de regisseur van Girl en Close, worstelde het jonge Spaanse talent aanvankelijk met de torenhoge verwachtingen na een geprezen debuut. ‘Maar vooral mijn éígen hoge verwachtingen werkten verlammend. Ik moest nog beginnen te draaien maar in mijn hoofd was ik er al uit dat Summer 1993 zoveel beter was. Alleen maar omdat het scenario van Alcarràs wat moeizamer tot stand kwam. Zo dom’, lacht Simón terwijl ze haar vijf maanden oude baby even aan een ander overlaat. ‘Het ging gelukkig beter zodra ik echt aan de slag kon en besloot om er gewoon het beste van te maken.’
Je hebt de Gouden Beer gewonnen. Verwachtingen ingelost, denk ik dan.
Carla Simón:Die uitreiking was superspannend! Ik kon het bijna niet geloven. Juryvoorzitter M. Night Shyamalan (regisseur van The Sixth Sense en Old, nvdr.) vertelde dat hij vooral onder de indruk was van de wereld die Alcarràs oproept. Zo zie je maar dat regisseurs heel andere soorten cinema kunnen waarderen dan het soort films dat ze zelf maken. Leve de verscheidenheid. Blijkbaar was de jury ook zeer verrast toen ze op de aftiteling zagen dat de acteurs géén familie van elkaar zijn (Simón werkte met niet-professionele acteurs uit de streek, nvdr.).
Lukas Dhont deed het vorig jaar in Cannes fantastisch met zijn tweede film Close, in Venetië viel Alice Diop met Saint Omer in de prijzen: waait er een nieuwe wind door de cinema?
Simón: Ik heb een baby nu, ik vind even geen tijd om elke film te zien, maar er zijn in 2022 inderdaad enkele ongelofelijke films gedraaid. De oogst was goed. Ik heb de indruk dat er een nieuwe generatie filmregisseurs is opgestaan, ja. Het zijn niet langer altijd dezelfde namen die bekroond worden. Benieuwd of dat zich doorzet.
Waarom perziken en niet pakweg tomaten of appelen?
Simón: Omdat mijn ooms effectief in Alcarràs in de business van de perzikenteelt zitten. Gelukkig overkwam hen niet wat de familie in de film overkomt. Een nog betere reden is dat perziken precies op het juiste moment geplukt moeten worden. Wacht er te lang mee en de vrucht is afval. Perzikboeren zijn bijgevolg altijd erg gestresseerd in de oogsttijd. Je moet alles vooraf plannen en er gaat gemakkelijk iets mis. Dat leek me dramatisch interessant. Quimet weet dat hij het land moet verlaten maar hij heeft de tijd niet om daarover te piekeren want er moet geoogst worden. Met een andere teelt zou de druk minder groot zijn.
Als ik het goed begrijp, geven in Spanje veel kleine en middelgrote familiale boerderijen er noodgedwongen de brui aan. Moet er ingegrepen worden?
Simón: Het is een zéér complexe materie maar volgens mij moet je de prijs reguleren. Het kan toch niet dat de kostprijs van de teelt hoger ligt dan wat je er uiteindelijk voor krijgt? Dat is nochtans al meer dan eens gebeurd. Het is amper rendabel. Ook omdat grote bedrijven alle land opkopen en zo veel meer produceren waardoor ze hun prijzen extreem laag kunnen houden. Je moet véél kunnen oogsten om te overleven. Ondanks de vele voordelen wordt kleinschalige landbouw kapot geconcurreerd.
En daar heb je het moeilijk mee?
Simón: Ja. Je zorgt automatisch veel beter, duurzamer voor een stuk grond dat je van je vader erfde en aan je kinderen en kleinkinderen wilt nalaten dan voor hectaren en hectaren opgekochte grond. Ik heb een happy end voor de film overwogen. Mijn ooms telen nog steeds perziken en ik wilde wat licht en hoop. Maar na vele gesprekken met de boeren was het duidelijk dat dat veel te naïef zou zijn. De manier waarop ze over hun werk en roeping praten, is hartverscheurend. Ze hebben de moed verloren. Ze demonstreren soms nog wel maar ze hebben geen vertrouwen meer in een goede afloop.
Je focust niet zozeer op Quimet maar op de familie als geheel.
Simón: Inderdaad. Alcarràs toont een vorm van landbouw die op het punt staat te verdwijnen. De boerderij als klein familiebedrijf lijkt geen toekomst te hebben. Ik vind dat doodjammer. We spreken hier over het oudste beroep ter wereld. We bewerken het land sinds de prehistorie.
Met die manier van boeren verdwijnt ook een manier van leven, met drie of vier generaties die onder hetzelfde dak wonen of vlak bij elkaar. Ik vind dat schoon. Ik vind dat interessant. Je leert zo veel bij van oudere of jongere mensen. Je ziet dat alleen almaar minder. Nu ik zelf net moeder ben geworden, valt het me op hoe moederschap zoveel eenzamer is geworden dan vroeger. Een baby in een piepklein gezin of in een heel uitgebreide familie: dat is een wereld van verschil.
Ook in je debuutfilm Summer 1993 speelden familiebanden al een cruciale rol.
Simón: Andere mensen hebben een donkere visie op familie. Ik verdedig de familie als een safe space. Je kunt ruzie maken, je kunt van alles mispeuteren of tegenslag hebben, maar je zult altijd kunnen terugkeren naar en opgevangen worden door je familie. In de film ontstaat er ruzie omdat sommigen wel bereid zijn om in het zonnepanelenpark te werken. Het is minder werk, en bovendien makkelijker en beter betaald. Ik hoop dat je als kijker ook daar begrip voor hebt. We hebben in het verhaal bewust voor zonnepanelen gekozen, voor iets dat goed en nodig is in de wereld van vandaag. Conflicten zijn niet zwart-wit.
Laatste vraagje. Zie ik het verkeerd of heb je met opzet niet gefocust op de schoonheid van het landschap?
Simón: Dat was inderdaad bewust. Alcarràs bevindt zich in de Catalaanse Far West, een erg vlak landschap dat iets wegheeft van het landschap uit westerns. We hebben erop geoefend om ons niet te laten verleiden door het landschap. Ik wilde een blik van binnenuit. Voor die familie is die omgeving letterlijk alledaags. Soms was er een prachtige zonsondergang maar had de camera toch vooral aandacht voor de gezichten. (lacht) Bijna zonde maar het moest. Het draait om de familie. En een klein beetje om perziken.
Alcarràs
Nu in de bioscoop.
Carla Simón
Geboren op 22 december 1986 in Barcelona.
Brengt haar jeugd door in het dorpje Les Planes d’Hostoles en na de vroege dood van haar ouders in Garrotxa.
Studeert in Barcelona en aan de University of California en de London Film School.
Vergaart in 2017 de ene prijs na de andere met haar autobiografische debuutfilm Summer 1993.
Wint in 2022 met Alcarràs de Gouden Beer in Berlijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier