Weinig bloot, geen boegeroep, amper controverse. Wel een degelijke oogst films, een Gouden Palm voor Jafar Panahi, en een scenarioprijs voor onze Dardennes. De 78e editie van Cannes gleed stijlvol voorbij, maar had gerust een extra stroomstoot kunnen gebruiken.
Zaterdag ging Cannes op zwart, toen de hele badstad aan de Cote d’Azur plots zonder stroom viel. Alsof de festivalgoden met een ironisch gebaar de toestand van de cinema wilden samenvatten. Projectoren zwegen, airco’s gaven de geest, jurken plakten. Rond het Palais des Festivals doolde de filmjetset urenlang over de Croisette op zoek naar elektriciteit, wifi en een gekoelde fluit champagne. ‘Het leek wel een scène uit een postapocalyptische arthousefilm’, fluisterde iemand, terwijl Juliette Binoche binnen met een zaklamp haar collega-juryleden bijeen probeerde te scharrelen. Gelukkig was er een noodgenerator. Want de show, dat weet men in Cannes, moet doorgaan – zelfs als de cinema zelf heel even tot stilstand komt.
Het is het gebaar dat telt
Zo kreeg de Iraanse filmgrootheid Jafar Panahi diezelfde avond dan toch zijn Gouden Palm voor It Was Just an Accident, een politieke thriller in vermomming. De film volgt vijf ex-gevangenen die een regimefunctionaris ontvoeren die hen ooit folterde, tot ze beginnen te twijfelen of ze wel de juiste man te pakken hebben. Het is een moreel gelaagde film, geworteld in de Iraanse realiteit en geïnspireerd door Panahi’s eigen ervaringen in de gevangenis. Een forse film, daarover was iedereen het eens – maar wie Crimson Gold of Offside nog in het hoofd heeft, weet dat Panahi nog verpletterender kan zijn. Toch valt de bekroning te verdedigen: It Was Just an Accident is urgent en dwingend, al voelde de Palm toch ook als een politiek gebaar – een teken van solidariteit met een filmmaker die al jaren een onvermoeibare luis in de tulband van de Iraanse ayotollahs is.
De 78e editie van ’s werelds belangrijkste filmfestival was er vooral een van degelijkheid en deugdzaamheid. Veel films waren goed, weinig films uitzonderlijk. Geen nieuwe Parasite, Titane of The Zone of Interest dus. Geen titel die de meningen als de Rode Zee in The Ten Commandments in tweeën spleet.
En sommige favorieten stelden ronduit teleur. Wes Andersons The Phoenician Scheme, een bonbonnière van pastelkleuren en symmetrie, smaakte naar een opgewarmd restje. Julia Ducournau beroerde amper met Alpha, een body horrortrip over moederschap en mutaties.
Veilig, maar goed
De publieksfavoriet – en voor velen de morele winnaar – was de Noor Joachim Trier die zijn arthousehit The Worst Person in the World opvolgde met Sentimental Value, een melancholisch vader-dochter-dochterportret vermomd als film-in-de-film. Trier kreeg de hoogste scores in de vakbladen maar moest zich tevreden stellen met de Grand Prix, oftewel de officieuze Zilveren Palm.
The Secret Agent van Kleber Mendonça Filho, een stijlvolle politieke thriller over het Brazilië van de jaren zeventig, kreeg ook unaniem lovende kritieken, en mocht naar huis met de prijzen voor beste regie én beste acteur (Wagner Moura).
Echte verrassingen zaten elders. De Spanjaard Oliver Laxe deelde een tik uit met Sirat, een trip tussen postapocalyptische ravers en soefipoëzie in de Marokkaanse woestijn. Mascha Schilinski betoverde met The Sound of Falling, een schilderachtig drama over vier generaties vrouwen in de Altmark, in het noorden van Duitsland.
Beide jonge filmmakers deelden de Juryprijs, in een selectie die meer koos voor subtiliteit dan voor spektakel en met een jury die vooral op veilig speelde, zij het met goede smaak.
Les belges
Ook de Belgen lieten van zich horen. Niet met een historische derde Gouden Palm voor Luc en Jean-Pierre Dardenne, helaas. Wel kregen de Luikse broers dit keer de scenario-onderscheiding voor Jeunes Mères, een sociaalrealistische mozaiëkfilm die vijf jonge moeders volgt in een opvangcentrum in Luik. De Dardennes blijven daarin trouw aan hun kenmerkende stijl: ingetogen, sober en doordrongen van morele urgentie. ‘Zonder onze actrices was er geen film geweest’, zeiden ze in hun dankwoord. Juliette Binoche, juryvoorzitter met een zelden geziene ernst, knikte alsof ze Rosetta nog altijd aan het verwerken was.
Ook buiten de hoofdcompetitie liet België zich gunstig opmerken. L’intérêt d’Adam, het dardenniaanse ziekenhuisdrama van Laura Wandel – bekend van Un Monde – was een van de blikvangers in de nevensectie Semaine de la Critique. En in de Quinzaine des Réalisateurs – het parallelle festival voor nieuwe talenten en meer dissidente stemmen – viel het debuut van Valéry Carnoy, La danse des renards (Wild Foxes), tot twee keer toe in de prijzen.
Alleen gevallen ster Kevin Spacey, die buiten het officiële programma een vage galaprijs kreeg, deed Cannes heel even collectief de andere kant opkijken.
Op de rode loper bleef het twee weken lang opvallend kuis. Er was zelfs nauwelijks bloot te zien – en dat was geen toeval. De organisatie had immers een kledingrichtlijn ingevoerd die expliciet mikte op het indammen van te veel huid, zogezegd om ‘de sereniteit van het festival’ te bewaken. In werkelijkheid: om overambitieuze B-sterretjes en algoritmegeile influencers van TikTok op afstand te houden.
De Croisette is nog steeds een circus, maar dit jaar mocht het vooral geen OnlyFans-annex zijn. Kristen Stewart, die haar verdienstelijke regiedebuut The Chronology of Water kwam voorstellen in de nevensectie Un Certain Regard, liet optekenen dat ze uit protest haar borsten wilde tonen op de rode loper. Maar K-Stew hield haar blouse aan, en de hashtag #FreeTheNipple bleef veilig onder de radar.
Alles voor de klik
Het leek wel alsof het festival zélf moe was van de schandalen. Of erger: bang voor de backlash. Geen #MeToo-verdenkingen op de rode loper, geen ophefmakende statements over Gaza of Oekraïne, geen opzichtige slogans in glitter. Alleen gevallen ster Kevin Spacey, die buiten het officiële programma een vage galaprijs kreeg, deed Cannes heel even collectief de andere kant opkijken. De morele crisismanagementmachine draaide op volle toeren, ook zonder noodgeneratoren, maar hoefde voor het eerst in jaren nauwelijks in te grijpen.
Achter de schermen rommelde het meer. De invoertarieven die de Amerikaanse president Donald Trump wil heffen op buitenlandse films hingen als een zwaard van Damocles boven het festival. Europese producenten spraken over ‘cultureel nationalisme’, en tijdens de Marché du Film heerste meer nervositeit dan champagneplezier.
Er gingen geruchten over Amerikaanse distributeurs die deals uitstelden, en Franse cineasten die hun projecten plots in Polen probeerden te financieren. In de salons langs de Croisette hoorde je dan ook meer over Europese steunfondsen en fiscale vluchtwegen dan over filmische bravourestukjes.
Cannes 2025 voelde mede daardoor vooral netjes en gecontroleerd aan – soms zelfs net iets te braaf voor zijn eigen bestwil. Laten we hopen dat de volgende editie weer durft te shockeren, zowel op het scherm als op de Croisette. En vooral: dat stroompannes dan niet meer het spannendste moment van het festival zijn. À la prochaine!
Palmares Cannes 2025
Palme d’Or: It Was Just an Accident van Jafar Panahi (Iran).
Grand Prix: Sentimental Value van Joachim Trier (Noorwegen).
Prix du Jury: Sirât van Oliver Laxe (Spanje) & Sound of Falling van Mascha Schilinski (Duitsland).
Beste Regisseur: Kleber Mendonça Filho voor The Secret Agent (Brazilië).
Beste Acteur: Wagner Moura voor The Secret Agent (Brazilië).
Beste Actrice: Nadia Melliti voor The Little Sister (Frankrijk).
Beste Scenario: Jean-Pierre en Luc Dardenne voor Young Mothers (België).
Speciale Juryprijs: Resurrection van Bi Gan (China).
Caméra d’Or (Beste Debuutfilm): The President’s Cake van Hasan Hadi (Irak).