‘Babyteeth’ is een sick flick, maar geen tranentrekker (het kan)
In het hoofdpersonage herkent u actrice Eliza Scanlen uit Little Women en Sharp Objects. In de levenslust van de terminaal zieke Milla mag u ook de invloed van een Belgisch theatergezelschap herkennen. En ja, Babyteeth is een sick flick, maar wel eentje die zich niet verliest, niet in die laatste opstoot van levenslust en evenmin in de keerzijde daarvan.
Sick flicks, films over doodzieke pubers zijn doorgaans tranentrekkers, op maat gesneden van liefhebbers van The Fault in Our Stars, All the Bright Places en Me and Earl and the Dying Girl. Daar doet Shannon Murphy niet aan mee. ‘Ik wilde iets dat veel rommeliger en minder emotioneel was’, vertelt de Australische theaterhabituee (en regisseur van enkele afleveringen van Killing Eve) over haar bruisende langspeelfilmdebuut Babyteeth, dat in 2019 meteen de hoofdselectie van het festival van Venetië haalde. De zestienjarige Milla (Eliza Scanlen, eerder te zien in Home and Away, Sharp Objects en Little Women) krijgt het harde nieuws dat ze kanker heeft en raakt geïsoleerd, ook al wordt ze gepamperd door haar ouders. Tot Moses (Toby Wallace, ook te zien in Netflix-serie The Society) in haar leven komt. En ondanks dat die stijf staat van de drugs ontstaat er ook een emotionele chemie tussen de twee. En daarbij trapt Babyteeth níét in de wijd open val van het leven nog even ten volle beleven.
Het Belgische theatergezelschap Ontroerend Goed heeft bij ons getourd. Hun voorstelling is me vaak door het hoofd geschoten toen ik Babyteeth maakte.
Die frisse benadering is wat Murphy aantrok toen ze in het Belvoir St Theatre in Sydney – waar ze zelf verschillende voorstellingen regisseerde – Rita Kalnejais’ Babyteeth zag.
Shannon Murphy: Ik dacht: fuck, had ik dit maar geschreven. Gelukkig kun je ook op andermans materiaal je stempel drukken, zéker op de eigenzinnige scenario’s waarvan ik hou. Wat me vooral aantrok in het personage van Milla was dat ze zoveel aan haar hoofd heeft en toch nog zo veel liefde aan haar familie en haar vriendje kan geven. Ze doorprikt hun goedbedoelde leugens zodat zij in het reine kunnen komen met de pijnlijke waarheid. Met jongeren werken is trouwens het liefste wat ik doe. Ik heb als theaterdocent veel jonge acteurs opgeleid en je krijgt enorm veel van hen terug. Ook het Belgische ‘Entouring Good’ heeft me geholpen.
Bedoel je Ontroerend Goed?
Murphy: Ja, die! Zij hebben met Once and for All We’re Gonna Tell You Who We Are So Shut Up and Listen in Australië getourd. Ik was geobsedeerd door hen. Hoe de tieners in die voorstelling gewoon tieners waren, hoe bepaalde gebeurtenissen herhaald werden maar in verschillende ervaringen uitmondden: dat was ongezien voor mij. Je róók gewoon de hormonen die door hun lichamen gierden en proefde de intensiteit die in de lucht hing. Als ik het gevoel van jong zijn zo kan vangen als die voorstelling, kan ik gelukkig sterven, dacht ik toen. (lacht) Dat is me vaak opnieuw door het hoofd geschoten terwijl ik Babyteeth maakte.
Waarom heb je eigenlijk de overstap van theater naar film gemaakt?
Shannon Murphy: Theater is mijn leven, een film maken was nooit de bedoeling. Maar iedereen rondom me zeurde dat ik het moest proberen, zelfs mijn man (de Australische acteur Daniel Wyllie, nvdr.). Ik wilde gewoon dat ze er hun mond over hielden. En toen zag ik op de Berlinale enkele experimentele kortfilms en ontdekte ik dat film minder saai is dan ik altijd al had gedacht. (lacht)
Hielp je theaterachtergrond bij je langspeeldebuut?
Murphy: Theater leert je van je acteurs te houden. Je moet elkaar vertrouwen, want eenmaal een reeks voorstellingen is begonnen, kun je als regisseur enkel nog wat notities maken en die na elke opvoering aan de cast doorspelen. Daarnaast leert theater je ook fouten en chaos te omarmen. Die spontaniteit zorgt ervoor dat de toeschouwer vergeet dat er een schrijver en regisseur aan te pas zijn gekomen. Zo’n totaalervaring wilde ik ook op het witte doek creëren.
Dat verklaart allicht waarom je acteursregisseur John Cassavetes, wiens films zich soms ook in het theatermilieu afspelen, vaak als inspiratiebron aanhaalt.
Murphy: De cameravoering in zijn films is verbluffend. Die staat helemaal in het teken van zijn acteurs. Het is niet toevallig dat de labiele moeder in Babyteeth zo uit Cassavetes’ A Woman under the Influence lijkt te zijn weggelopen.
Milla’s ouders behandelen haar als een klein, ziek kind en niet als een levenslustige puber. Is dat typisch?
Murphy: Ja. Tijdens mijn research ontdekte ik dat ouders hun zieke kind vaak behandelen zoals ze dat deden vlak voordat hij of zij ziek werd. Aangezien sommige terminale ziektes jarenlang aanslepen, is het verschil tussen de manier waarop ouders met hun kind omgaan en waar het kind zelf nood aan heeft vaak groot. Zo hebben ouders het heel moeilijk om pijnlijke gesprekken te voeren over doodgaan.
De ouders in Babyteeth ontvluchten die conversaties door roesmiddelen te nemen en hun verdriet af te reageren op Milla’s liefje Moses.
Murphy: Alsof je niet met pubers kunt praten over zulke dingen. Stop toch met jongeren te onderschatten en laat ook dat drugstaboe eens los. We gebruiken allemaal! Hoe vaak drinken we, slikken we kalmeermiddelen of roken we joints? Dan is het hypocriet om zij die drugs gebruiken scheef te bekijken. Iedereen gebruikt wel iets om beter met de wereld om te kunnen gaan.
De drugsverslaafde Moses zegt dat de maatschappij geobsedeerd is door functionaliteit.
Murphy: We labelen ‘onproductieve’ mensen als lui terwijl zij misschien wel de slimsten zijn. Wij werken ons te pletter en missen de mooie dingen des levens. Ik volg iets onnozels op Instagram, The Nap Ministry, over de bevrijdende kracht van dutjes. Op klaarlichte dag een tukje doen is echt mijn hoogste genot. (lacht) Je kunt dromen en je creëert creatieve ruimte. Iedereen zou af en toe eens moeten dagdromen. Maar nee, velen nemen medicijnen om die ruimte te forceren.
Milla’s ouders zijn eigenlijk functionerende disfunctionelen die zichzelf met moeite op de been houden.
Murphy: Inderdaad. De jeugd van tegenwoordig heeft door dat de manier waarop iedereen zich vandaag staande houdt niet langer houdbaar is. Ik heb dan ook veel respect voor generatie Y. Zo is Greta Thunberg de wereld aan het veranderen, maar wordt ze toch afgescheept. We moeten meer naar jongeren luisteren. Ze hebben ons zo veel liefde en inzicht te bieden. Mijn film gaat over de moeilijke situatie waarin die tieners belanden, over hoe ze eigenlijk een normaal leven willen leiden en niet anders dan anderen worden behandeld.
Kijkt die generatie nog wel naar bioscoopfilms? Als we de berichten mogen geloven bingen ze liever tv-series.
Murphy: Ik kom uit de theaterwereld, dus voor mij is er niets beter dan een plek waar mensen samenkomen om samen naar een verhaal te luisteren en ideeën te vormen. Niets kan dat vervangen. Maar ik hang natuurlijk ook graag in de zetel voor een serie.
Je blikte dit jaar, meteen na Babyteeth, ook enkele afleveringen van Killing Eve in, de populaire misdaadreeks van Phoebe Waller-Bridge.
Murphy: Het is leuk dat ik zulke kansen krijg. Dat houdt me scherp. Ik wil in 2021 graag weer een film maken, maar in de huidige omstandigheden lijkt me dat onhaalbaar. Dan is het leuk om je skills te kunnen gebruiken voor series als Killing Eve.
Babyteeth
Vanaf 30/9 in de bioscoop.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Shannon Murphy
Geboren op 19 januari 1983.
Groeit op in Hongkong en later Australië. Ze heeft een dubbele nationaliteit.
Start in 2007 aan het National Institute of Dramatic Art in Kensington en behaalt in 2013 haar diploma regie aan The Australian Film Television and Radio School in Sydney.
Ziet haar korte afstudeerfilm Kharisma (2014) vertoond worden in Cannes en Toronto.
Debuteert in 2019 met Babyteeth, een coming-of-agedrama gebaseerd op het gelijknamige theaterstuk uit 2012. Haar film zit meteen in de hoofdselectie van Venetië.
Is dit jaar door Variety tot een van de tien ‘Directors to Watch’ voor 2020 gepromoveerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier