Apichatpong Weerasethakul blijkt zijn films ook zelf niet altijd te begrijpen

Maar voor zover hij dat kan, wil de Thaise filmsjamaan Apichatpong Weerasethakul gerust tekst en uitleg geven. Bijvoorbeeld bij zijn nieuwe, Memoria, waarin Tilda Swinton in Colombia naar de knallen in haar hoofd zoekt.

Ruim tien jaar geleden gaf de Cannesjury onder voorzitterschap van Tim Burton onverwacht, maar niet onverdiend de Gouden Palm aan Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives (2010), een film waarin Apichatpong Weerasethakul de terminaal zieke oom Boonmee onder meer laat converseren met geesten. Geesten, metamorfoses, herinneringen en natuurmysteriën: er is sindsdiens eigenlijk niet veel veranderd in het werk van de Thaise regisseur. Hij maakt nog steeds films waarvan het verhaal én je beleving daarvan moeilijker na te vertellen zijn dan een droom maar ze betoveren je minstens even hard. Zijn bewonderaars, onder wie Paul Thomas Anderson en Martin Scorsese, behelpen zich noodgedwongen met woorden als mysterieus, zinnenprikkelend en spiritueel om de onwereldse ervaring van Weerasethakuls films te beschrijven.

In mijn dorp kijken mensen naar de covidcijfers – besmettingen, ziekenhuisopnames, overlijdens… – die ze vervolgens invullen op hun lottoformulier.

Voor Memoria, dat in Cannes vorig jaar de Juryprijs veroverde, trok Weerasethakul met Tilda Swinton door Colombia. De Schotse actrice, die u kent uit Doctor Strange en The French Dispatch, heeft ook een zwak voor grootmeesters als Derek Jarman en Béla Tarr die film nog als een kunstvorm zien, en blijkbaar dus ook voor Apichatpong Weerasethakul. In Memoria speelt ze Jessica Holland, een Schotse op bezoek bij haar zieke zus in Bogotá. Op een nacht wordt ze wakker door een vreemde knal, een knal die blijkbaar niemand anders hoort en die nauwelijks te beschrijven valt. Haar onderzoek naar de oorsprong van het weerkerende geluid gaat over in zelfverkenning en leidt Jessica van het grijze Bogotá naar het groene Colombiaanse binnenland, van geluidsstudio naar ziekenhuis, van dagdroom naar gematerialiseerde herinnering, van nu naar vroeger en straks. Maar antwoorden blijven uit.

'Tilda Swinton en ik zijn van plan samen nog een film te maken. Zegt dat niet genoeg?'
‘Tilda Swinton en ik zijn van plan samen nog een film te maken. Zegt dat niet genoeg?’

Gelukkig is Weerasethakul niet te beroerd om wat toelichting geven. Voor zover de minzame vijftiger zijn geprezen film zélf verstaat. ‘Sommige scènes kunnen enigmatisch overkomen. Ik dénk dat ze de realiteit bevragen van wat we zien: wat is reëel, en wat is perceptie of de vrucht van onze verbeelding? Soms zijn mensen niet gesynchroniseerd en zitten ze op verschillende frequenties. Soms begrijp ik zélf niet wat ik film, laat staan dat ik het kan uitleggen. Suggestieve cinema die de verbeelding van de kijker prikkelt, dat is mijn ding. Het mysterie trekt me aan.’

Hoe belandt een Thaise regisseur met Schotlands filmtrots op een filmset in Colombia?

Apichatpong Weerasethakul: (minzame glimlach) Dat is een lang verhaal. Tilda zat in de jury die in 2004 in Cannes Tropical Malady bekroonde. Sindsdien zijn we in contact gebleven. We wilden heel graag samenwerken, maar dat was inderdaad niet vanzelfsprekend. Ik vond dat we op onbekend terrein moesten filmen, in een land met een voorgeschiedenis waar we beiden aliens zouden zijn.

Een jaar of vijf geleden ontmoette ik op het filmfestival van het Colombiaanse Cartagena een filmmaker die van mijn werk hield. Zijn naam was Hernan – zoals een personage in Memoria. Hij was jong, mooi en schrander. We raakten bevriend en reisden door het land. Ik raakte in de ban van Bogotá – het is alsof die stad een levend wezen is – maar ook van de vreemde, machtige landschappen en het voortdurend radicaal omslaande weer. Ik was toe aan een avontuur dat mijn zintuigen reactiveerde.

Het is je eerste samenwerking met een internationale filmster. Hoe kijk je daarop terug?

Weerasethakul: We zijn van plan om samen nog een film te maken. Zegt dat niet genoeg? Natuurlijk, het was een risico, maar we hadden beiden het gevoel dat we móésten samenwerken. Dat garandeert nog niet dat het lukt, maar Tilda is ongelofelijk. Ze zegt overal ja op en dompelt zich heel gemakkelijk in élke situatie onder. En het bleef niet bij dat blinde vertrouwen. Het was een voorrecht om met haar naar het personage te zoeken. Ze hecht meer belang aan het beeldkader en hoe haar personage beweegt dan aan het verhaal of de dialoog. Voor mij is ze meer filmmaakster dan actrice.

Hoe kwam je op het idee van de knal die niemand anders hoort?

Weerasethakul: Dat is me zelf overkomen, toen ik in Colombia was. Bijzonder vreemde ervaring. Niemand anders hoort hem en het blijkt vrijwel onmogelijk die knal precies te beschrijven of te reconstrueren. Alsof het geen bestaand geluid is. Maar mensen zoals ik voelen wel de behoefte om uit te drukken hoe zo’n knal in je hoofd klinkt en aanvoelt. Ondertussen weet ik dat er nog mensen zijn die dat hebben. Wetenschappers spreken over het exploding head syndrome.

Is dat geen slaapstoornis? Memoria heeft daar trouwens ook iets mee: er is een climactische scène waarin Swinton verbijsterd toekijkt hoe iemand in slaap valt en volledig weg is van de wereld.

Weerasethakul: Ik lijd zelf al jaren aan slapeloosheid. Tilda weet ook wat insomnia is. Ik denk te veel en te snel. Ik krijg mijn brein niet uitgeschakeld en blijf daardoor ’s nachts wakker. Ik vraag me dus vaak af hoe het voelt om in staat te zijn om te stoppen met denken en van volledige rust te genieten.

Slapen is onze intiemste activiteit. Wanneer je slaapt, ben je niet meer op je hoede. Je bent volstrekt weerloos. We hebben een veilige plek nodig om te slapen. Daarom sliepen we vroeger in grotten. In cinema zie je zelden slapende mensen. Je ziet altijd actie. Slapen is het omgekeerde van actie maar toch zo belangrijk.

Tilda Swinton vergelijkt je films met dromen. Haal je je inspiratie uit je dromen?

Weerasethakul: Niet rechtstreeks maar ik hou wel een droomdagboek bij. En weet je, zelfs mijn dromen zijn narratiever dan mijn films. (lacht) Ik droom heel graag, al was het maar omdat dat betekent dat ik de slaap heb kunnen vatten. Het is erg intiem om je dromen bij te houden. Vooral de logica of het gebrek aan logica ervan intrigeert me. Ik weet nooit waar ik me bevind. Vertrouwde locaties schuiven door elkaar en worden een alternatieve planeet. Er gebeurt van alles dat we bij het ontwaken heel vreemd of bizar vinden maar tijdens het dromen zelf totaal niet in vraag stellen. Cinema doet iets vergelijkbaars.

Oef! Apichatpong begrijpt zijn films zelf óók niet altijd

In Memoria schuiven droom, werkelijkheid en herinnering over elkaar heen. Vertrouw jij je eigen herinneringen?

Weerasethakul: Ik heb een kort geheugen. Allicht daarom voel ik de behoefte om de dingen bij te houden door ze neer te schrijven, op te nemen, te tekenen of te filmen. Ik had die neiging als kind al.

Ik weet niet of je herinneringen per se moet wantrouwen. Je herinneringen uitvlooien én delen is ook empathie creëren, meegeven dat we allen in hetzelfde schuitje zitten. We lijden pijn, we zijn gelukkig, verdrietig, moe, energiek. Al die gevoelens en ervaringen zijn specifiek voor het ene of andere individu maar tegelijk ook een collectieve ervaring over de grenzen van de tijd heen. Alles is met elkaar verbonden.

Maak je je films met opzet mysterieus?

Weerasethakul: In het geval van Memoria is veel uitleg tijdens de montage gesneuveld. We beseften dat de film niet om een verhaal maar om een sensatie en een aparte tijdservaring draait. Dat lukt het best in een zaal vol mensen die samen in- en uitademen, op een spannend moment samen de adem inhouden, benieuwd naar hoe het verder gaat.

Heb je in 2020 durven deel te nemen aan de demonstraties tegen de militaire junta van premier Prayut Chan-o-cha en voor de hervorming van de Thaise monarchie?

Weerasethakul: Ja, én ik heb een groot deel ervan op film vastgelegd. Ik wist dat ik een risico nam toen ik naar Bangkok afzakte. Omdat zo veel mensen eraan deelnamen wordt het een collectieve ervaring en vergeet je je zorgen te maken over je eigen veiligheid.

Vorige lente verliep de communicatie met mijn Colombiaanse producer ineens stroef. Bleek dat ze de hevige protesten tegen de Colombiaanse regering en de corruptie had vervoegd. Ik wilde haar aanraden om het niet te doen. Tot ik besefte dat ik zelf ook dat risico had genomen.

De situatie lijkt in Colombia wel minder erg dan in Thailand.

Weerasethakul: Beide landen worstelen met het gewicht van het verleden en de vraag hoe je daarmee omgaat. In Thailand proberen de staat en het paleis tot op vandaag een geconstrueerd verhaal op te dringen. In Colombia zag ik hoe mensen het zware verleden wél confronteren en zorg dragen voor hun herinneringen. Ik herinner me een tentoonstelling met zwart-witfoto’s van moorden, met grafieken en wat elementaire informatie. Zo kan het ook: de geschiedenis niet herschrijven maar bijhouden en onder ogen komen.

Zonder in detail te treden: Memoria heeft op een gegeven moment iets van Close Encounters of the Third Kind (1977), de klassieker van Steven Spielberg.

Weerasethakul: Ho, dat is een wel erg groot compliment! Ik loop heel hoog op met Spielberg. Je kunt altijd wel iets opsteken van Hollywoodfilms, al was het maar op het gebied van vakmanschap. Maar Spielberg steekt erboven uit. Hij vond de klassieke filmtaal opnieuw uit. Als je naar Close Encounters kijkt – of naar Poltergeist (1982) van Tobe Hooper (die Spielberg oorspronkelijk zou regisseren, nvdr.) – moet je eens op het spel met licht en schaduw letten of het gebruik van het beeldkader. Echt magnifiek. Pure poëzie.

Ik ben ervan overtuigd dat ook cinema een geheugen heeft. Steven Spielberg, Yasujiro Ozu en de andere groten echoën elkaar. Ik vind dat fascinerend.

Voor een vleugje sciencefiction heb je je hand nooit omgedraaid. Ik denk aan de aapgeesten met de rode ogen in Uncle Boonmee.

Weerasethakul: Memoria is niet alleen door het spirituele en bovennatuurlijke beïnvloed maar ook door wetenschap én sciencefiction. Ik heb in mijn jeugd veel Isaac Asimov en Ray Bradbury gelezen. Ik raakte maar niet uitgekeken op de wonderlijk geïllustreerde covers van die boeken. Daarop zag je bijvoorbeeld een wezen boven de grond zweven. Zoiets verraadt onze ambitie om de zwaartekracht te overwinnen of eraan te ontsnappen.

Voor mij zijn wetenschap, fictie, magie en religie verbonden. Er is altijd gedeeld terrein én een evolutie. Wat we gisteren nog magisch of goddelijk vonden, kunnen we vandaag verklaren. Maar we gaan nooit alles kunnen verklaren. En bijgeloof is des mensen. In Thailand heb je een enorme clandestiene loterij. In deze covidtijden wordt nog méér gespeeld dan anders. In mijn dorp kijken mensen naar de covidcijfers – besmettingen, ziekenhuisopnames, overlijdens… – die ze vervolgens invullen op hun lottoformulier. Grappig maar ook triestig.

Memoria

Nu in de bioscoop.

Oef! Apichatpong begrijpt zijn films zelf óók niet altijd
© Getty Images

Apichatpong Weerasethakul

Thaise kunstenaar en regisseur (51) die zich voor het gemak ook Joe laat noemen.

Behaalt een bachelor in architectuur in eigen land en een master in film aan het School of the Art Institute in Chicago.

Legt zich toe op betoverende, mysterieuze en spirituele cinema.

Wint in 2010 de Gouden Palm met Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives. Eerder is hij in Cannes al in de prijzen gevallen met Blissfully Yours (2002) en Tropical Malady (2004).

Gelooft in zielsverhuizing tussen mensen, planten, dieren en geesten en vindt film een ideaal medium om het over vorige levens te hebben.

Oef! Apichatpong begrijpt zijn films zelf óók niet altijd

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content