‘Animals’ van regisseur Nabil Ben Yadir is onaangenaam en ondraaglijk. Maar dat hoort ook zo
Met Animals zoekt regisseur Nabil Ben Yadir (Les barons) het ver buiten zijn en uw comfortzone. ‘De enige manier waarop je gewelddadige mensen kan choqueren is met nog méér geweld.’
Op 22 april 2012 verdwijnt de 32-jarige Luikenaar Ihsane Jarfi kort nadat hij bij vier mannen in de wagen is gestapt.
Op 1 mei wordt zijn lichaam zwaar toegetakeld teruggevonden in de bossen van Tinlot (Hoei).
Eind 2014 worden drie van de vier verdachten schuldig bevonden aan moord met homofobe motieven. De vierde aan doodslag met homofobe motieven. Jarfi wordt zo officieel het eerste Belgische dodelijke slachtoffer van homohaat. Ook de Brusselse regisseur Nabil Ben Yadir volgde het assisenproces op de voet. De zaak, die eerder ook theatermaker Milo Rau (NTGent) tot La reprise inspireerde, greep Ben Yadir al aan bij het eerste nieuwsbericht. ‘Wat Ihsane overkomen is, had mij ook kunnen overkomen. Ik ben ook een minderheid. Bijna iedereen kan zich met hem identificeren: we zijn allemaal wel eens de minderheid.’
Je kan geen aangename, draaglijke film maken over een homofobe moord. Dat was pas echt schandalig geweest.
In Animals – met Soufiane Chilah (Black, Dode hoek) als Brahim (Ihsane) – volgt Ben Yadir tien jaar na de feiten zowel slachtoffer als moordenaar op die fatale nacht. En daarbij schuwt hij het viscerale geweld niet. Willen of niet, je zal de moord via de lens van hun smartphones herbeleven. Veel verder kan zijn vierde film niet staan van Les barons (2009), zijn doorbraakkomedie waarin hij aan de haal ging met de clichés over Molenbeekse Marokkanen. ‘Dit is waarschijnlijk de meest brute, gewelddadige Belgische film ooit, maar dit was de enige juiste manier. Ik weet het, die minuten vol expliciet geweld – vier tegen één – duren heel lang in de bioscoop. Maar het moest. Waarom? Omdat jouw tolerantie voor visueel geweld misschien snel bereikt is, maar voor sommigen ligt de grens echt veel verder. En het zijn die extremen die me interesseren.’
Een van de triggers om aan deze film te beginnen was de bedenking van een Molenbeekse vriend op café, in de loop van het proces. Hoe het ’toch maar een homo was’ die was gecrepeerd. Heeft hij de film ondertussen gezien?
Nabil Ben Yadir: (knikt) Hij heeft de zaal aan het einde gechoqueerd verlaten. Nederig ook, denk ik.
Is het niet heel tragisch dat je die vriend enkel op die manier tot een drupje empathie kon bewegen?
Ben Yadir:C’est vrai. Maar dat is nu eenmaal de wereld waarin we leven. En daarom moest Animals zo’n harde film worden. Jij en ik hoeven die minutenlange wreedheid niet te zien om empathie los te weken, maar wij zijn een minderheid. En de enige manier waarop je gewelddadige mensen kan choqueren is met nog méér geweld. Daar ben ik echt van overtuigd. (denkt na) Op Pink Screens, een Brussels queer festival, oogstte Animals gemengde reacties. Sommigen kwamen me vertellen hoe ongemeen hard ze de film vonden, maar hoe belangrijk ze het vonden om ook dat te tonen. ‘Alleen al omdat niemand het durft.’ Een andere jongen, zelf ooit belaagd vanwege zijn geaardheid, vond de film dan weer onaangenaam en ondraaglijk. Ik geef hem geen ongelijk. Animals ís onaangenaam en ondraaglijk. Ook voor mij. Dit was geen makkelijke film om te draaien. Maar je kan geen aangename, draaglijke film maken over een homofobe moord. Dat was pas echt schandalig geweest.
Aanvankelijk volgen we Brahim, maar na de moord pivoteer je naar het leven van een van de daders. De uitgesponnen, oeverloze banaliteit daarvan valt misschien nog zwaarder dan het geweld.
Ben Yadir: Je wil daar, in al zijn banaliteit, helemaal niet naar kijken. Maar ik probeer ook te onderzoeken waaruit monsters zijn opgetrokken en hoe ze gemaakt worden. Daarom koos ik er ook Loïc uit, de jongste van het viertal. Tijdens het proces benadrukte men ook hoe lief en schattig hij normaal wel was. Niemand kon zich inbeelden dat hij tot zoiets in staat was. Wat die andere drie gekken dreef, boeide me minder. Ik wilde vooral uitzoeken hoe iemand als Loïc ’s avonds onschuldig in een wagen stapt, maar zich de volgende ochtend als een moordenaar en een absoluut monster in bed sleept.
Je volgde het assisenproces op de voet. Wat viel je destijds vooral op?
Ben Yadir: Het gebrek aan schuldbesef. De solidariteit tussen de moordenaars vlak na de moord. En hun schabouwelijke taalkennis. Vandaar ook de fout in de titel. ‘Nous ne sommes pas des animals’, hoorde ik een van de moordenaars tijdens het proces zeggen. Geen animaux, maar animals. Ik vond dat opvallend. En veelzeggend. Wanneer jongeren hun moedertaal zo slecht beheersen, is dat een sociaal drama. Niet dat dat alles verklaart – misschien verklaart het zelfs helemaal niks – maar volgens mij limiteert zo’n beperkte woordenschat de empathie en moedigt het geweld alleen maar aan. Want wie de juiste taal niet vindt, praat met zijn handen. (denkt na) Woorden zijn zo belangrijk. Brahim is veel: een dertiger, moslim, homoseksueel, zoon, broer… Maar eenmaal hij in die auto stapt, wordt hij herleid tot één woord: pédé. Ze vragen zijn naam niet eens. Ze ontmenselijken hem, waardoor het hen minder lastig valt om hem te vermoorden.
Ik probeer te onderzoeken hoe monsters gemaakt worden.
Behalve gebrekkige taalbeheersing zie je ook een belangrijke rol weggelegd voor smartphones. Op welke manier?
Ben Yadir: Smartphones zijn de wapens van deze tijd. Film zal de wereld waarschijnlijk niet veranderen. Maar beeld wel. Smartphones versterken alles. Soms ten goede: zonder smartphone wist niemand vandaag wie George Floyd was. Maar vaak ook ten kwade. Agressie filmen maakt bijvoorbeeld alleen maar agressiever. Wie zich filmt, doet zijn best om de stoerste te zijn. De knapste. De vlotste. En, in het geval van Animals, de meest gewelddadige.
Filmde je de moord daarom uitsluitend met smartphones?
Ben Yadir: Dat is cinema 2.0: de beeldtaal van de huidige generatie. Het eerste en het laatste luik zijn zeer cinematografisch, maar daartussen geven de moordenaars het verhaal vorm. Dat is ook wat het zo lastig maakt om te bekijken: er is even geen regisseur meer die de toeschouwer beschermt tegen de brutale realiteit. Ik heb alles gemonteerd, uiteraard, maar mijn moordenaars bepaalden zelf wat ze filmden en vanuit welke hoek.
Je castte geen professionele acteurs in de moordenaarsrollen.
Ben Yadir: (knikt)Drie van hen – Gianni Guettaf, Vincent Overath en Serkan Sancak – hadden nog nooit geacteerd, dus heb ik hen ook geen exacte dialogen voorgeschoteld. Want een amateur een uitgeschreven dialoog laten debiteren, komt altijd fake over. Ik heb het verhaal met hen doorgenomen en ik zette wat krijtlijnen uit, maar veel kwam neer op improvisatie. Die combinatie van amateurs en professionele acteurs werkt zeer goed.
Jouw hoofdrolspeler Soufiane Chilah is wel een professioneel acteur. Jullie werkten ook al samen in Dode hoek.
Ben Yadir: Ik heb hem de rol voor alle duidelijkheid niet op een zilveren schoteltje aangeboden: hij moest net als iedereen auditie doen. Dit was waarschijnlijk de lastigste rol die hij al speelde, maar Soufiane houdt van risico’s nemen en personages neerzetten die zo ver mogelijk van hem af staan.
Zag Hassan Jarfi, de vader van Ihsane, de film ondertussen?
Ben Yadir: Hij kon het – begrijpelijk – niet aan om zijn zoon nog eens te zien sterven. Maar hij heeft me vooraf zijn zegen gegeven. Anders was ik er nooit aan begonnen. Hoe pijnlijk ook, hij vond het belangrijk dat deze film gemaakt werd. Hij schreef er zelf een boek over, maar bedacht zich dat ik waarschijnlijk een groter publiek zou bereiken. ‘Want ik ken mensen die nog nooit een boek hebben gelezen’, zei hij. ‘Maar niemand die nog nooit een film zag.’
Sinds de dood van zijn zoon is zijn beeld op homoseksualiteit helemaal veranderd.
Ben Yadir: Hij geeft dat ook eerlijk toe. Toen Ihsane nog leefde, schaamde hij zich. Alsof het een handicap was, iets om te verstoppen. Na zijn dood is hij tot inkeer gekomen. Hij richtte ook de Ihsane Jarfi Stichting op, die strijdt tegen discriminatie en homofobie.
Is dit de richting die je voortaan uit wil als filmmaker? Animals is een opvallende keuze voor iemand die altijd Louis de Funès als zijn grootste voorbeeld noemde.
Ben Yadir: Misschien ben ik gewoon wat ouder geworden? (grinnikt) Maar voor alle duidelijkheid: Louis de Funès blijft mijn grote voorbeeld. Eind 2021 werkte ik nog mee aan een expo in de Brusselse Cinema Palace rond zijn werk. La grande vadrouille, Les aventures de Rabbi Jacob, Le gendarme de Saint-Tropez … Ik hou van die filmklassiekers. (denkt na) Ik ben mijn humor nog lang niet kwijt, maar soms bots ik nu eenmaal op een thema waar ik niet omheen kan. Maar met Dode hoek en zeker Animals heb ik nu wel lang genoeg in het donker gezeten. Ik wil de zon weer voelen. Mijn volgende film moet weer luchtiger worden, want dit was te zwaar. Ik ga ook weer in Molenbeek draaien, op bekend terrein.
Een opvolger voor Les barons?
Ben Yadir:(knikt) Een sociale comedy met de moeders en grootmoeders van Molenbeek. Het werd eens tijd, nee? De wereld is veranderd sinds 2009.
Op welke manier?
Ben Yadir: Na de aanslagen werden we even het centrum van de wereld en de oorzaak van alle wereldproblemen. Maar hoewel de wereld veranderd is, zijn de mensen in de wijken nog steeds dezelfde. Het is de blik op Molenbeek die veranderd is. Dat wil ik graag tonen. (denkt na) Met deze film hoop ik Molenbeek terug van de buitenlandkatern van internationale kranten naar de cultuurkatern te krijgen.
Rabbi Jacob zou vandaag heel moeilijk gemaakt kunnen worden.
Ben Yadir: Onmogelijk. Terwijl dat wel één van de beste komedies uit de geschiedenis blijft. Maar zijn Arabieren zijn Frans en Italiaans, en Henry Guybet, die zijn chauffeur Salomon speelt, is helemaal niet joods. Dat passeert niet zomaar in politiek correcte tijden. Jammer genoeg. Ook Animals past niet in dat plaatje. (droog) Sommige festivals hadden Animals eerst geselecteerd, maar trokken op het nippertje toch hun staart nog in. ‘Te controversieel.’ ‘Te veel bruut geweld.’ ‘Jouw hoofdrolspeler is niet homoseksueel.’ Oké dan. Het zij zo. Ik wilde het verhaal van Ihsane Jarfi vertellen omdat het me raakte. Al de rest is ruis.
Animals
Vanaf 9/3 in de bioscoop.
Nabil Ben Yadir
Geboren in 1979 in Sint-Jans-Molenbeek.
Studeerde elektromechanica, werkte aan de band bij Volkswagen.
Debuteerde met de Molenbeekse komedie Les barons (2009).
Haaldede mosterd voor de roadmovie La Marche (2013) bij een Franse protestmars tegen racisme uit 1983.
Castte Peter Van den Begin als extreemrechtse politiecommissaris – een doorslagje van ex-Vlaams Belanger Bart Debie – in Dode hoek (2017).
Regisseerde enkele afleveringen van het tweede seizoen van de Netflixreeks Into the Night.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier