Alleen ‘Alien’ blijft bestaan: waarom de xenomorf niet klein te krijgen is

De laatste keer dat een Alien-film echt imponeerde, ligt lichtjaren achter ons. Toch staan er een zevende film en een serie voor de deur. Wat maakt de franchise zo onverwoestbaar als de gevreesde xenomorf zelf?

Hoe leuk Inside Out 2, Twisters, of Deadpool & Wolverine ook zijn, deze filmzomer kan wat peper gebruiken om de heimwee naar Barbenheimer te blussen. Daar moet een huiveringwekkend filmmonster voor instaan dat al 45 jaar voor ijselijke kreten zorgt die in de ruimte misschien niet gehoord worden, maar in de bioscoopzalen en thuiscinema’s des te meer pijn doen aan de oren: de alien van Alien.

Alweer.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


De buitenaardse, fallusachtige, extreem agressieve xenomorf (losjes vertaald: ‘vreemd van vorm’) maakt zich op voor een nieuwe film, Alien: Romulus – de zevende al in de zfranchise. De verwachtingen staan hoog gespannen, want de eerste twee films waarin het monster opdook – Alien (1979) van Ridley Scott en Aliens van James Cameron (1986) – zijn nog altijd mijlpalen in de filmgeschiedenis. Pogingen om dat niveau te evenaren met vervolgfilms pakten sindsdien niet altijd goed uit, om het zacht uit te drukken.

De eerste twee Alien-films creëerden beelden die iedereen kent, zelfs al heb je ze niet gezien


Alien en Aliens waren, elk op hun manier, onverslijtbare, onvergetelijke filmspektakels. Ze creëerden beelden en scènes die sindsdien zo diep ingang vonden in de populaire cultuur, dat je ze ook kent als je de 45 en 38 jaar oude films niet hebt gezien. Zoals de facehugger, die zich aan je gelaat vastklampt en een tentakel in je keel laat zakken om je te bevruchten. Of de van slijm druipende xenomorf, die hijgend op enkele millimeter van het verschrikte gezicht van Ellen Ripley hangt (Sigourney Weaver in een glansrol). Of Ripley met een vlammenwerper in haar zij en een meisje op de arm. En uiteraard de iconische scène waarin de buitenaardse larve met veel geweld uit de borst van de arme Kane (John Hurt) barst.


Deze keer doet de Uruguayaanse regisseur Fede Alvarez een gooi om daar iets aan toe te voegen, wat een hele opgave zal zijn, al heeft hij de zegen van Ridley Scott, een van de producers. Alvarez heeft al laten verstaan dat hij wil aansluiten bij de films van Scott (die destijds de klemtoon legde op de horror) en Cameron (actie!!).”Het is pervers om een Alien-fan te dwingen om tussen beide te kiezen. Dus ik dacht: hoe kan ik het allebei doen?”, vertelde Alvarez aan het filmblad Empire.

Nieuwe hapjes

Ook wat het verhaal betreft, gaf Alvarez te kennen terug te keren naar de bron: een groep mensen in de ruimte is niet opgewassen tegen een angstaanjagende levensvorm die zich via hen wil voortplanten. Concreet: tijdens een heimelijke verkenning van het verlaten ruimtestation Romulus komt een groep twintigers, op zoek naar een betere toekomst, oog in oog te staan met de aliens. Hoe hard ze ook weghollen in het labyrintische ruimtestation, het lot zal willen dat haast niemand overleeft.De nieuwigheid is dat dit keer geen vrachttransporteurs moeten vrezen voor hun leven (Alien), geen zwaarbewapende militairen (Aliens), geen veroordeelden (Alien 3) of slimme wetenschappers (Prometheus), maar onervaren jongeren die amper weten hoe je een luchtsas bedient. Als het filmmonster de vedette is, moet je kennelijk variëren in de voorgeschotelde hapjes.

Maar niet alleen de enge xenomorf, in al zijn facetten en fases bedacht door de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger, is de ster van de film. Ellen Ripley, alias Sigourney Weaver, is dat ook altijd geweest. Het meisje-dat-overleeft in de oorspronkelijke Alien ontpopte zich nadien tot een van de grootste actieheldinnen uit de filmgeschiedenis. Pogingen om het zonder haar personage te stellen, of een ander haar plaats te doen innemen (zoals Noomi Rapace in Prometheus of Catherine Waterston in Alien: Covenant) draaiden op sissers uit. Alvarez schuif Cailee Spaeny naar voren, die dit jaar al te zien was in Priscilla en Civil War.


Fede Alvarez heeft dus grote schoenen te vullen. Al zijn voorgangers kregen te maken met de ‘wet van het aftakelende vervolg’.


De grote uitzondering is uiteraard Aliens van James Cameron. Toen hij zijn tanden zette in een vervolg schroefde hij de horror terug en maakte er een spannende en spectaculaire oorlogsfilm in space van (Scotts film was ‘een spookhuis’, de zijne een ‘rollercoaster’, zei hij er zelf over). Camerons Aliens werd een nog grotere hit dan Alien en werd voor zeven Oscars genomineerd in een tijd dat de Academy nog neerkeek op sciencefiction.

De aftakeling

Daarna liet de wet van het aftakelende vervolg zich fel gelden. De regie van Alien 3 (1992) werd toevertrouwd aan David Fincher, die we nu kennen van klassiekers als Se7en en Fight Club, maar die toen zijn debuut maakte. Alien 3 bevatte het eerste, maar helaas niet laatste dieptepunt in de reeks: een facehugger vergrijpt zich aan een rottweiler, met een viervoetige alien als moordlustig resultaat.

In de vierde film, Alien Resurrection (1997) gaat Jean-Pierre Jeunet de campy, barokke, semigrappige toer op. De Franse knutselaar en regisseur die nadien een wereldhit scoorde met Le fabuleux destin d’Amélie Poulain, kon het ook niet helpen dat Ellen Ripley op het einde van Alien 3 haar leven opoffert en dat de scenaristen er niets beter op vonden dan een gekloonde versie van haar op te voeren.

De nieuwe regisseur Fede Alvarez heeft laten verstaan dat hij wil aansluiten bij de eerste films


Vandaag wordt er hier en daar geargumenteerd dat de derde en vierde Alien-films ondergewaardeerd zijn. Maar dat de reeks bergaf ging, was toch wel duidelijk, ook commercieel. Alien 3 kwam amper uit de kosten, Alien: Ressurection draaide verlies.


Het gevolg was dat Fox het beest op non-actief zette. Niettemin mocht een overenthousiaste regisseur van het zevende knoopsgat, Paul W.S. Anderson, zich amuseren met mash-ups. Niet een, maar twee keer moest de xenomorf een robbertje uitvechten met een ander van zijn voetstuk getuimeld buitenaards roofdier: de van dreadlocks, een lelijk smoelwerk en akelig veel snijtanden voorziene jager uit de Predator-films. De rommelige actie, gruwelijk slechte CGI en schaamteloos ongeïnspireerde plotlijnen en personages van Alien vs. Predator (2004) en Alien vs. Predator: Requiem (2007) maakten zonneklaar: veel lager kan je niet vallen.

Weg met het gezwam

Game over, zou je denken. Alleen was Alien niet meer weg te denken uit de populaire cultuur. En studio’s in Hollywood zetten almaar meer in op grootschalige producties en de exploitatie van hun intellectuele eigendommen.

Dus zag sluwe vos Ridley Scott na de fiasco’s zijn kans schoon om terug te keren naar het universum van zijn klassieker. De redding leek nabij toen hij de middelen bijeenkreeg voor Prometheus (2012) en Alien: Covenant (2017). De pers onthaalde de prequels goed, maar niet laaiend enthousiast; Prometheus haalde nog 400 miljoen dollar op aan de kassa, Covenant slechts 240 miljoen. Niemand stelde Scotts vakmanschap ter discussie, maar memorabele films zijn het niet.


Prometheus gaat gebukt onder te veel filosofisch gezwam, gaten in de plot, en een gebrek aan Sigourney Weaver. De pijnlijkste vergissing was dat Ridley Scott zich volledig miskeken had op de populariteit van de xenomorf. Hij redeneerde dat het publiek daar na vier films wel klaar mee was. ‘The beast is done. Cooked. Je kunt maar zoveel snauwen en klauwen. Ik denk dat er iets interessanters moet komen’, zei hij daarover. Prometheus biedt amper plaats voor de alien, maar een Alien-film zonder veel alien leek niet zo aan te slaan.


Met het veel brutere, rauwere Covenant probeerde Scott dat nog recht te trekken. De grote filosofische vragen verdwenen weer naar de achtergrond en de gruwelijke xenomorf en de afgrijselijke geboortescènes maakten een comeback. Maar het grote publiek had er na Prometheus en door het ontbreken van Sigourney Weaver nog maar weinig zin in.


Het slechte nieuws is dus dat zelfs Scott zijn illustere klassieker niet kan evenaren.


Als blijkt dat Alien: Romulus volgende week niet veel meer is dan een entertainende monster-in-het-ruimtestation-film, dan is er nog geen vrouw overboord. Dan wachten we op de volgende poging. Net als King Kong, Godzilla, Frankenstein, Dracula en andere filmmonsters, is de alien niet meer weg te denken uit ons beeldenpatrimonium.


Want de iconische alien verrijst niet enkel in de nieuwe film, er staat ook een serie op stapel, Alien: Earth. De opnames zijn afgerond, de release is voor volgend jaar. Hoopgevend is dat Noah Hawley de showrunner is. Met Fargo bewees hij sterk te zijn in het omzetten van een filmklassieker in een schitterende serie. Die reeks komt dus bovenop de zeven films, de tientallen strips, een handvol games met Alien: Isolation als uitschieter, plus een webserie die is afgeleid van dat game. Het lijkt erop dat de Alien-franchise al even moeilijk stuk te krijgen is als het titelpersonage.

Alien: Romulus

Vanaf 14.08 in de bioscoop

Alien door de jaren heen

Alien (1979)

De xenomorf is een creatie van Hansruedi Giger. De Zwitserse kunstenaar bedacht het monster in al zijn metamorfosen. De alien krijgt nauwelijks schermtijd, maar de keren dat het gebeurt, schreeuw je zo hard dat ze het in de ruimte kunnen horen.

Aliens (1986)

James Cameron pakt het heel anders aan. Ellen Ripley keert met een groep mariniers terug naar planetoïde LV-426. Daar wacht niet één alien hen op, maar een hele zwerm. This time, it’s war.

Alien 3 (1992)

Ripley crasht met haar ruimteschip op een godsdienstwaanzinnige gevangenisplaneet. Ze vermoedt dat de alien op de ene of andere manier is meegereisd. Niet iedereen is fan van de facehugger die zich vastzet op een rottweiler. De viervoetige xenomorf hakt vervolgens haast iedereen in de pan.

Alien: Ressurection (1997)

Jean-Pierre Jeunet introduceert humor in de franchise. Aliens zijn prominent aanwezig, maar komen meer over als bijtgrage pittbulls dan als onuitroeibare, perfecte monsters.

Alien vs Predator (2004)

Het gaat van kwaad naar erger. De aliens moeten een piramide onder het ijs van de Zuidpool delen met de concullega’s van Predator.

Alien vs Predator requiem (2007)

In deze catastrofale film duikt een predalien op: een creatuur dat ontstaat wanneer een facehugger een predator bezwangert.

Prometheus (2012)

Ridley Scott denkt in deze prequel dat het publiek meer hongert naar existentiële vragen dan naar levensgevaarlijke ruimtebeesten. Je vangt een glimp op van The Deacon: een voorloper van de xenomorf die over de jaren heen uitgroeit tot een levende berg.

Alien: Covenant (2017)

Scott ziet zijn vergissing in en trakteer onder meer op de Bloodburster. Heeft een doorzichtige huid en is vanaf de geboorte extreem agressief. Het wezen evolueert naar een schepsel dat geen mond met een gebit-in-een-gebit meer heeft maar zijn stekelige staart als wapen gebruikt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content