Actrice Ruth Becquart: ‘Ik ben een introvert persoon, maar ik kan ook baldadig zijn’

© Anneke D’Hollander

In Julie zwijgt houdt een jonge tennisbelofte de lippen stijf op elkaar wanneer haar coach in opspraak komt. Maar noem de Belgische Oscarinzending geen MeToo-drama. ‘Het is tijd voor een nieuwe fase’, zegt actrice Ruth Becquart, die met de film haar debuut maakt als scenariste.

Ruth Becquart was 22 toen ze een brief aan zichzelf schreef. Ze was net afgestudeerd aan de Studio Herman Teirlinck en legde zichzelf een opdracht op: ze mocht niet bang zijn, niet in het leven en vooral niet in haar werk.

Meer dan vijfentwintig jaar later schiet Becquart in haar herenhuis op het Antwerpse Zuid – waar ze woont met haar man, muzikant Stijn Cole – in de lach wanneer ik vraag of het is gelukt. Heeft ze de boodschap in de brief waargemaakt?

‘Nee, totaal niet!’

Na jaren in het theater brak Becquart in 2012 door bij het brede publiek met haar rol in de VTM-serie Clan. Zonder ooglapje was ze nadien steeds vaker op televisie te zien, onder meer in Chaussée d’Amour, Gent West, Over water, Undercover en Knokke Off. Ook op het grote scherm werd ze snel een vaste waarde. Ogenschijnlijk complexloos en zonder remmingen kroop Becquart in de huid van paaldanseressen, gedetineerden en rijkeluismoeders.

Afgelopen zomer nam Becquart het tweede seizoen van Knokke Off op, dat in december op VRT Max wordt uitgezonden. Maar eerst is er Julie zwijgt, de debuutfilm van Leonardo Van Dijl (zie ook pagina 10). Becquart speelt Liesbeth, de moeder van hoofdpersonage Julie – een groot talent in de plaatselijke tennisacademie, een rol voor debutante Tessa Van den Broeck – en vooral: ze schreef mee aan het scenario. Een nieuwe stap.
‘Het is grappig dat je over die brief begint’, gaat Becquart verder. ‘Leo (Leonardo Van Dijl, nvdr.) en ik hebben elkaar gevonden in wat voor ons de kern van creëren is. Hij kent die onzekerheden namelijk ook. We hebben onze kwetsbaarheden gedeeld en zijn samen de reis gestart. Erg liefdevol, ik krijg er nog steeds kippenvel van.’

‘Ik heb een grote bewondering voor atleten als Simone Biles. Zij zijn de hedendaagse heldinnen, de echte voorbeeldfiguren.

Op de aftiteling van Julie zwijgt prijken nog veel mooie namen. Koen De Bouw, Sofie Decleir en Tijmen Govaerts spelen mee. Nicolas Karakatsanis stond in voor de cinematografie en dat merk je: net als bij zijn eerdere films (Rundskop, I, Tonya, Le fidèle) zijn de beelden prachtig. Bij de producers vinden we ook nog eens de broers Dardenne, Gilles Coulier en Gilles De Schryver van productiehuis De Wereldvrede (Bevergem, Cargo, Albatros) en – jawel – toptennisster Naomi Osaka.

Dat zijn veel namen en samen zorgen die voor een intieme, serene film over mentaal welzijn bij jongeren: een coach komt in opspraak, Julie twijfelt lang of ze met haar ouders, het bestuur of de politie wil praten en ondertussen ontvouwt zich een vertelling over angsten en liefde, vertrouwen en ambitie.

Op het filmfestival van Cannes kaapte Julie zwijgt twee prijzen weg, straks is de film de Belgische inzending voor de Oscars en nu zegt Ruth Becquart: ‘Je angsten en twijfels delen, dat is het mooiste cadeau dat je elkaar kunt geven in het kunstenaarschap. En volgens mij is het ook de enige manier om dit beroep lang te kunnen uitoefenen.’


○ ○ ○

In de keuken heeft iemand met krijt een boodschappenlijstje op een bord geschreven. Kennelijk is de rijstmelk op. Het is stil in huis, door het schuifvenster valt strijklicht binnen.

Schrijven, maken en acteren, vertelt Becquart, ze liggen dichter bij elkaar dan je als buitenstaander zou denken. ‘Je vertrekt telkens vanuit dezelfde motor: accepteren dat mens-zijn een intense tocht is, waarvan je niet weet hoe die zal verlopen.’

© Anneke D’Hollander

Het personage van Julie zat al in Leo, ze moesten haar alleen nog bevrijden, zoals een beeldhouwer een beeld uit een rotsblok kapt. ‘We hebben veel geprobeerd. In sommige versies van de film waren de ouders veel prominenter zichtbaar, maar we kwamen er altijd weer op uit dat de stilte van Julie de focus moest zijn. We moesten soms zelf de greep wat lossen, ons bevrijden van bekende of bestaande narratieven, omdat we aanvoelden dat Julie alleen zo weer grip op haar leven zou krijgen. De stilte zou ons iets goeds brengen, wisten we.’

Wat is er van jezelf in Julie geslopen?

Ruth Becquart: De stilte van Julie zit zeker ook in mij. Iedereen is op een bepaald moment in zijn leven wel een keer Julie. Iedereen heeft ooit te maken met verdriet, pijn, rouw en schaamte en heeft dan nood aan stilte. Ik kan haar stilzwijgen absoluut begrijpen en daarom is ze ook zo’n interessant hoofdpersonage. Door haar zo lang te laten zwijgen richt de film de schijnwerper ook op een maatschappelijk probleem: hoe kunnen we een veiligere wereld creëren en hoe gaat de omgeving om met een situatie waarin een jong meisje wil wachten om te praten? Dat is een actieve oproep: samen zorg dragen voor de Julies van vandaag.

Ik las dat jij in je tienerjaren ook helemaal in jezelf bent gekeerd nadat je ouders verhuisden van Oosteeklo naar Turnhout en dat je je nog altijd opsluit in je hoofd als je je slecht of onveilig voelt.

Becquart: Absoluut. Ik ben eerder een introvert persoon, ook al kan ik op het toneel erg baldadig zijn. Eerst naar binnen en dan naar buiten, dat is vaak de beweging. Maar soms gaat het ook andersom, zo blijven beide in balans.

Ergens werd de film aangekondigd als een MeToo-drama. Is hij dat ook voor jou?

Becquart: We willen dat woord liever vermijden, omdat we anders de slachtoffers nog eens in de ellende trekken. We willen net het tegenovergestelde bekomen: via het innerlijke proces van Julie samen tot een veilige wereld komen. Met haar stilzwijgen bereidt Julie zich actief voor om weer deel te nemen aan het leven en zich uit het isolement te trekken, samen met haar omgeving. Eigenlijk maakt het niet uit wat de reden van de stilte is, het gaat erom dat je omgeving je de tijd gunt om iets op je eigen tempo te verwerken en je te ontdoen van het slachtofferschap.

Ook in de cultuurwereld zijn de voorbije jaren veel verhalen over toxisch leiderschap of grensoverschrijdend gedrag naar boven gekomen. De teneur was: goed dat we de stilte kunnen doorbreken.

Becquart: Het is goed wanneer dat gebeurt. Maar met deze film willen we iets anders vertellen en de nadruk leggen op genezen. Het is allemaal zo delicaat. Misschien zijn we nu in een fase aanbeland waarin we de stilte haar werk mogen laten doen. Er wordt veel schade aangericht door te snel te willen praten. Een verbindend proces is nu aan de orde. Bij de allereerste visie waren Peter Adriaenssens (kinderpsychiater, nvdr.) en Valerie Van Peel (oud-politica bij N-VA die zich jarenlang heeft ingezet voor de strijd tegen intrafamiliaal en seksueel geweld, nvdr.) aanwezig en Peter zei toen: “Stilte is een taal, als ze echt gehoord wordt.” Dat vond ik heel mooi, omdat het de mensen opnieuw samenbrengt. Slachtoffer, dader: daarover willen we het niet hebben. Het gaat over hoe we als maatschappij, in deze wereld waarin al zoveel zottigheden gebeuren, samen rustig kunnen herstellen. Zorgzaamheid, mededogen: die duurzame waarden zijn bijna niet meer van deze tijd. Net daarom is dit voor mij zo’n sterke, menselijke film geworden.

Valerie Van Peel noemde het ‘een ongelooflijk juist en allesomvattend portret’ van deze thematiek. Daardoor ben ik ervan overtuigd dat veel mensen er troost in kunnen vinden. En niet te vergeten, plezier. Net omdat Julie zo’n sterke keuze maakt, sluipen ook humor en een rebelse levenslust in de film.

○ ○

Met tennis heeft Becquart naar eigen zeggen weinig. Ze heeft zelfs nog nooit een racket vastgehad. Haar bio op de filmsite IMDb meldt: ‘Her skills include yoga, martial arts and dance (ballet – jazz – pole dancing).’

Martial arts?

‘Dat is wat overdreven’, lacht ze. ‘Al heb ik vroeger wel aikido met zwaarden gedaan.’

Het is vooral de arena van de topsport die haar overtuigde om het verhaal van Julie zwijgt mee te helpen opbouwen. Een wereld waarin de dingen op scherp staan en de grote emoties altijd om de hoek loeren.
‘Ik heb een grote bewondering voor atleten als Simone Biles (olympisch recordkampioene in het turnen, nvdr.)’, zegt Becquart. ‘Jezelf zoveel ontzeggen, zo afzien en zoveel obstakels moeten overwinnen, al die tegenstand, al die druk en dan toch de glorie op het einde: prachtig gewoon. Zij zijn de hedendaagse heldinnen, de echte voorbeeldfiguren.’

Na de Olympische Spelen van Tokio in 2021 getuigde Simone Biles over het jarenlange seksueel misbruik van Larry Nassar, haar gewezen ploegarts. Tennisster Naomi Osaka sprak dan weer openlijk over de fragiele mentale gezondheid van topsporters. Beide verhalen lijken de onderstroom van Julie zwijgt te vormen.

Soms lijkt de stilte van Julie zelfs op rouw, waardoor de vraag kan worden gesteld of de persoonlijke ervaringen van Ruth Becquart ook op dit vlak een invloed hebben gehad. Zij en haar man Stijn waren goed bevriend met muzikant Tom Pintens, die vorig jaar overleed aan kanker.

‘Iedereen is wel een keer Julie. Iedereen heeft ooit te maken met verdriet, pijn, rouw en schaamte en heeft dan nood aan stilte.’

‘Die rouw gaat in fases, maar is nog altijd pijnlijk’, zegt Becquart daarover. ‘Het verdriet om Tom staat los van de film, maar ik draag het ongetwijfeld in me mee. Het is altijd een wisselwerking. Alles wat je in het echt beleeft, sluipt vroeg of laat in je werk. Al zijn dat vaak onbewuste processen: je leert van het leven en ziet meestal pas achteraf wat er allemaal in je werk heeft meegespeeld. In die zin is het tegenstrijdig dat je beter wordt met de jaren – omdat je nu eenmaal meer leert door langer te leven – maar dat je tegelijk wel sneller wordt afgeschreven. Voor actrices van mijn leeftijd is dat nog altijd zo, heb ik het idee. Ik mag zeker niet klagen, maar ik hoor het van collega’s en merk het in het soort rollen waarvoor ik gevraagd word.’

In Julie zwijgt speelt Becquart dus de moeder. Ze schreef de rol niet voor zichzelf, maar werd er pas op het allerlaatste moment voor gevraagd. Ook in Knokke Off treedt ze als moeder op. De tijd van pole dancing lijkt voorbij.

‘In het echte leven ben ik al 21 jaar moeder, dus op zich is het niets nieuws’, lacht ze. ‘Ik moet altijd meteen denken aan mijn grootmoeder, die 98 is geworden en vaak zei dat ze zich nog altijd een maske van achttien voelde. Ik heb dat ook. Maar ik ben wel 48 en voor een actrice is die fase rond de vijftig gewoon moeilijk: je bent te jong om oud te zijn en te oud om nog jong te zijn. Op zich is het prima dat de jonge garde volop kansen krijgt, maar het zegt wel iets over de maatschappij en het is soms confronterend. Daarom probeer ik dit “obstakel van ouderdom” te gebruiken en mijn talent van verhalen beleven, maken, spelen ook te onderzoeken in het schrijven. Het spelen zal ik nooit lossen, maar het is boeiend om je vak vanuit een ander perspectief te bekijken.’

○ ○ ○

Al van kinds af draait Becquarts leven om verhalen vertellen. Ze verslond de albums van De rode ridder van haar vader, en raakte als pubermeisje in de ban van de portretten van Egon Schiele.

Dat ze ook zelf verhalen op een publiek kon overbrengen, besefte ze pas op haar veertiende, nadat een lerares Grieks haar over Antigone had verteld en haar het verhaal van de dochter van Oedipus had laten spelen. Een nieuwe wereld ging open. Plots wist Becquart: dit is wat ik wil doen.

‘Als ik speel, voel ik me volwaardig mens’, zegt ze. ‘Tijdens het spelen verdwijn ik in het hier en nu, erbuiten ben ik een zenuwpees en een angsthaas en weet ik niet wat ik moet doen. Met verhalen bezig zijn, is mijn rustpunt. Je hebt de koks, de bankiers … Ik heb blijkbaar de spirit meegekregen om te vertellen. Acteren is de taal waarin ik me het best kan uitdrukken en waardoor ik het leven kan begrijpen, waardoor ik het gevoel heb dat ik een beetje grip krijg op de dingen en iets kan bijdragen. (lacht) Ik denk eigenlijk gewoon dat ik niets anders zou kunnen.’

© Anneke D’Hollander

Dan: ‘Mijn schoonvader is gedragspsycholoog en zegt altijd dat ik me moet laten leiden door mijn waarden. Mijn vader is danser en prent me in dat ik altijd moet blijven bewegen, blijven dansen. Wat ik voelde toen ik veertien was, dankzij die lerares, is in elk geval nog steeds de drijfveer.’

Al die tijd bleef de liefde voor Griekse mythologie aanwezig. Ook nu weer. ‘We hebben ter voorbereiding van de film veel over de klassieke drama’s gepraat’, zegt Becquart. ‘We kijken allemaal graag naar helden en voor ons is Julie een moderne, hedendaagse heldin. Bijna shakespeariaans: zijn of niet zijn? Welke keuze Julie ook maakt, het zal sowieso moeilijk zijn.’

○ ○ ○

Wie Becquart dit najaar aan het werk wil zien, heeft in elk geval aan keuze geen gebrek. Naast Julie zwijgt en Knokke Off is ze ook te zien in Een schitterend gebrek, de verfilming van het gelijknamige boek van Arthur Japin, en de film L’âge mûr van Brusselaar Jean-Benoît Ugeux.

Becquart vindt het ‘enorm verrijkend’ om in het Frans te spelen en de kloof tussen de Vlaamse en Waalse filmwereld te overbruggen. ‘Het is jammer dat dat niet vaker gebeurt’, zegt ze. ‘Het zegt iets over de maatschappij waarin we leven, maar ook hier wil ik pleiten voor meer verbinding.’

Drukke tijden dus, ook voor dochter Mira die Drama studeerde en nu een masterjaar volgt aan het KASK in Gent, en voor man Stijn die beneden in huis een muziekstudio heeft en op het moment van ons gesprek samen met Jeroen Van Dyck foto’s maakt voor een nieuw muzikaal project, ‘Tom Gilbert’.

Dit is een huis vol energie en ideeën, dat voel je zo.

Maar waar vindt Ruth Becquart rust, behalve in de wereld van de fictie?

‘In het lopen en in yoga’, zegt ze. ‘Ik ben heel gevoelig in mijn lichaam, ik ben me altijd hyperbewust van verschuivingen of blokkades. Ik heb een vergroeiing in mijn ruggengraat en ik voel eigenlijk alles. Yoga helpt me om hiermee om te gaan en ik merk duidelijk de impact op mijn geest.’

Achteraan in de met bloemen en struiken gevulde tuin is een vierkante hut te zien. Houten wanden, veel glas aan de voorkant. ‘Een sauna, inderdaad’, lacht Becquart. ‘Mijn veilige hokje.’

En angst voor inkijk? Die heeft ze nu eens hoe-ge-naamd niet.

Julie Zwijgt

Nu in de bioscoop.

Ruth Becquart

Geboren in 1976 in Brecht.
Heeft een dochter van 21.
Woont in Antwerpen met haar man, muzikant Stijn Cole.
Speelt jarenlang theater, tot ze in 2012 meespeelde in de tv-serie Clan.
Is sindsdien te zien in tientallen films en televisiereeksen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content