Tv-tip: oorlogsreporter Rudi Vranckx blijft thuis voor ‘Corona: de nieuwe frontlijn’

‘Het is voor het eerst in een kwarteeuw dat een crisis ons overspoelt die bij mij de vraag oproept: wat kan ik in godsnaam bijdragen?’, zegt Rudi Vranckx.

Wanneer we hem bellen, zit oorlogsreporter Rudi Vranckx voor het eerst in behoorlijk wat tijd in de auto, voor een essentiële verplaatsing naar de VRT. Door de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen blijft ook hij vooral thuis. ‘Maar ik heb nog geen boek kunnen lezen. De laatste maand hebben we tot vier keer per week Skype-opnames. Het is voor het eerst in een kwarteeuw dat een crisis ons overspoelt die bij mij de vraag oproept: wat kan ik in godsnaam bijdragen?’

Met de kleine camera’s die hij over de hele wereld meesleurt, richtte hij thuis een studiootje in. Voor de Vranckx-special Corona: de nieuwe frontlijn zet hij zijn blik op vier verschillende landen en regio’s die door de crisis uit het oog worden verloren: Syrië, Gaza, Ecuador en Congo. ‘Net als een Italiaanse collega die een reportage had gemaakt over hoe ze niet terug naar haar familie kon om verslag uit te brengen van de rampzalige toestand daar, heb ik een maand lang online contact gehouden met al de vertalers, fixers en mensen die ik ken. Ik heb hun gevraagd hoe de situatie daar was en hoe zij met deze crisis omsprongen. Heel verschillend, zo blijkt.’

De vraag is: zal covid-19 ook daar losbarsten?

Vranckx: Misschien niet. Gaza is zo afgesloten van de rest van de wereld dat ze er mogelijk aan ontsnappen. Maar wat indien het alsnog gebeurt? Komen ze dat wel te boven? En hebben ze beademingstoestellen? In de Syrische provinicie Idlib is mijn tolk ter plekke met een cameraatje op pad gegaan, de frontlinie in. ‘We zijn het gewend om te vechten tegen het virus van Assad, en nu worden we in de rug aangevallen door een ander virus’, zei iemand. De honderden mensen in de Syrische vluchtelingenkampen willen naar Turkije of Europa. Wanneer je hun vraagt hoe zij in hun kot kunnen blijven, zeggen ze: ‘Wij hebben geen kot. We zouden graag naar huis gaan, maar kunnen niet.’

De terreurgroep IS zou intussen aan een opmars bezig zijn. Moeten we ons zorgen maken?

Vranckx: Ze hebben onlangs twee propagandavideo’s van dertig minuten gemaakt en plegen nogal wat aanslagen in de buurt van de Iraakse stad Kirkuk, en ook in Syrië. Als een staat verzwakt is en vergeten wordt, gedijt extremisme in de chaos. Om het in virologentermen te zeggen: IS is een virus waar nog geen vaccin tegen gevonden is. En dan moet je er tegen blijven strijden.

Valt het mee om vanuit je kot te werken?

Vranckx: Dit is goed voor een tijdje, maar het vervangt the real thing niet. Het contact met mensen ter plekke geeft me zuurstof. Ik zou meer van dit soort specials kunnen maken, maar ik besef dat ik op termijn het veld in moet, om nieuwe inzichten te krijgen.

Hoe zie jij deze crisis eindigen?

Vranckx:(denk na) De mens heeft een onwaarschijnlijk groot aanpassings- en weerstandsvermogen. In dat opzicht denk ik dat het wel goed zit. Maar in welke wereld zullen we wakker worden? Ik las vandaag op sociale media dat het World Food Program waarschuwt voor een hongercrisis van Bijbelse proporties. Ik weet zelfs niet of dat het nieuws zal halen, maar we hebben het over miljoenen doden. Als de economische crisis toeslaat, zullen we zien in welke mate angst onze beslissingen zal dicteren. Ik hoop dat we solidariteit zullen cultiveren, en niet alleen de angst voor de buitenwereld. Maar ik weet het echt niet.

Corona: de nieuwe frontlijn

Woensdag 6/5, 21.20, Canvas

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content