‘De twaalf’ is voorbij: zo gingen de scenaristen te werk
Tien weken lang was Vlaanderen in de ban van één vraag: heeft Frie Palmers haar jeugdvriendin en dochtertje vermoord? Nu het arrest is uitgesproken, zijn ook scenaristen en showrunners Sanne Nuyens en Bert Van Dael eindelijk van hun zwijgplicht verlost. ‘Op Twitter schreef iemand dat hij nood had aan een praatgroep om het allemaal te verwerken.’
Spoiler alert: Wie De twaalf nog niet volledig heeft gezien, raden we aan de eigen pret niet te bederven en dit artikel pas later te lezen.
Ze had vast meer dan één kijker van het tegendeel overtuigd, maar uiteindelijk was schooldirectrice Frie Palmers (Maaike Cafmeyer) dus toch gewoon schuldig. Niet aan één, maar zelfs aan twee moorden. Al is dat laatste natuurlijk voor discussie vatbaar.
Ik weet nog altijd niet of ik het nu makkelijk of net heel moedig vond dat Frie uiteindelijk toch de dader bleek.
Bert Van Dael: Dat begrijp ik. Er zijn kijkers die het fantastisch vonden en kijkers die zwaar teleurgesteld waren: is het, na al die tijd, toch dat maar? Die reactie hangt heel erg af van het spoor waarop mensen zaten tijdens de reeks, merk ik. Kijkers die resoluut partij voor Frie hadden gekozen, vonden het einde wél straf. Maar anderen zaten duidelijk op een soort plottwist te wachten, en waren een beetje teleurgesteld toen die er niet kwam. Zelf vind ik zo’n bocht in het verhaal, waarbij de scenaristen plots een totaal onverwachte dader uit de hoed toveren, zelden interessant. Ik vergeet dat soort eindes ook weer snel, omdat ze vaak ongeloofwaardig zijn.
Sanne Nuyens: Voor ons draaide De twaalf ook niet per se om de schuldvraag. Maar het is natuurlijk wel het eerste wat kijkers oppikken.
Van Dael: Hoe de juryleden uiteindelijk over Frie oordelen, daar draaide het voor ons om. Waarom vindt het ene jurylid dat ze schuldig is, en het andere niet? Als voorbereiding op het schrijfproces zijn we met verschillende mensen gaan praten die in zo’n volksjury hadden gezeteld. Het viel ons daarbij op dat mensen vaak oordelen vanuit hun eigen bagage en achtergrond. Dat gegeven wilden we ook in de reeks stoppen: wie van de juryleden laat zijn oordeel beïnvloeden door wat er in zijn of haar eigen leven gebeurt, en wie niet? Delphine (rol van Maaike Neuville, nvdr.), bijvoorbeeld, ziet het gedrag van haar eigen jaloerse man terug in dat van Frie en beslist daarom dat ze schuldig is. Maar er zijn ook juryleden die hun beslissing zo zuiver mogelijk proberen te nemen, zoals Joeri (rol van Tom Vermeir, nvdr.). Hij is op zoek naar de waarheid, hoewel hij zelf ook met een schuldvraag worstelt.
Als kijker voelde ik me ook een beetje het dertiende jurylid: hoe zou ik zélf over Frie oordelen?
Van Dael:(enthousiast) Dat was ook de bedoeling. Als kijker moest je achteraf denken: wat had ik zelf gestemd als ik in die jury had gezeteld? Mijn zus stuurde na de laatste aflevering bijvoorbeeld dat ze Frie keihard zou hebben vrijgesproken. Dat vond ik wel geinig.
Nuyens: Vandaar ook dat mensen zo emotioneel reageerden op de ontknoping, denk ik. Veel kijkers hadden zelf al hun oordeel over Frie gevormd, en waren verrast toen dat totaal niet bleek te kloppen. Op Twitter zag ik na de laatste aflevering iets voorbijkomen à la ‘Ik heb net De twaalf gezien en heb nood aan een praatgroep om het allemaal te verwerken!’ Als scenarist is dat het mooiste compliment dat je kunt krijgen.
Stond het vanaf het begin vast dat Frie schuldig was?
Nuyens: In de ideeënfase hebben we nog wel met andere daders gespeeld.
Van Dael: Zo werken we altijd. In het begin tasten Sanne en ik alle mogelijke opties af. Kan iemand anders de moord op Brechtje en Roos gepleegd hebben? En waarom dan? Die denkoefening hebben we voor alle personages doorgelopen: Stefaan, Marc, Lutgard, Margot…
Nuyens: Tot we beseften dat het echt Frie moest zijn.
Toch laten jullie nooit zien hoe Frie de moorden daadwerkelijk pleegt. Een bewuste keuze?
Nuyens: Absoluut.
Van Dael: Zo wilden we, opnieuw, dat idee van de kijker als dertiende jurylid versterken. Die andere twaalf juryleden moeten na zo’n proces ook gewoon naar huis met die knagende onzekerheid: heb ik wel de juiste dader veroordeeld? De kijker krijgt natuurlijk meer informatie dan de jury – wie alle flashbacks in De twaalf op een rijtje zet, kan precies zien wat er gebeurd is -, maar de moorden zelf wilden we hoogstens suggereren.
Hebben jullie ooit met het idee gespeeld om die laatste, onthullende scène helemaal níét te tonen?
Nuyens: Een paar mensen zijn ons dat komen zeggen: ‘Het zou cool zijn geweest als jullie na de uitspraak van de rechter gewoon waren gestopt.’ Maar dán hadden we het publiek pas over ons heen gekregen. (lacht)
De twaalf werd geprezen om zijn geloofwaardigheid en accuraatheid, ook door mensen uit het juridische vak. Waren jullie bekend met die wereld?
Van Dael: Nee, daar zijn we echt allebei in moeten duiken.
Nuyens: We dachten aanvankelijk dat het een nogal saai, stoffig wereldje was. Tot we aan onze research begonnen. Zoals gewoonlijk was die behoorlijk pittig: advocaten, juryleden, rechters, politie-inspecteurs: ze zijn allemaal op onze ondervragingsbank gepasseerd. Na die gesprekken moesten we onze mening helemaal herzien: zo’n rechtszaak is net een ware thriller.
Van Dael: Tijdens die gesprekken hebben we ook onze insteek voor de reeks gevonden. Het personage van Delphine is namelijk gebaseerd op een écht jurylid dat we hebben gesproken. Tijdens de rechtszaak waarvoor ze in de jury zetelde, herkende ze in de jaloerse, dominante dader steeds meer trekken van haar eigen echtgenoot. Dat ging zo ver dat ze aan het einde van het proces besloot om bij haar man weg te gaan.
Nuyens: Voor dat gesprek zweefden we een beetje in het ijle. We wisten wel dat we iets wilden doen met de juryleden van zo’n assisenproces, maar wat? Tot de ‘echte’ Delphine ons plots die kapstok aanreikte: welke persoonlijke bagage sleep je als jurylid mee naar zo’n proces? En omgekeerd: wat voor impact heeft zo’n proces op je eigen leven?
Hebben jullie je ook door bestaande rechtszaken laten inspireren?
Nuyens: Ja, we zijn er zelfs eentje gaan volgen in de rechtszaal. De zaak-Van Verre, over een vrouw die samen met haar moeder haar dochtertje van drie maanden had vermoord. En we zijn in de dossiers gedoken van een paar assisenzaken die het publiek echt hadden beroerd, zoals de Kasteelmoord en de Parachutemoord.
Aan die laatste zaak heb ik inderdaad vaak moeten denken tijdens De twaalf: de liefdesrivale, de jaloerse vrouw, het gebrek aan bewijs…
Van Dael: Wat ik zo interessant vond aan die zaak, was de verdeeldheid: aan de ene kant had je een vrouw die haar onschuld uitschreeuwde en aan de andere kant had je al die bewijsstukken die haar staalhard tegenspraken. Al werd daar in de media lustig over gespeculeerd: er zou geen écht materieel bewijs zijn geweest om Els Clottemans schuldig te verklaren. Dat vraagstuk hebben we ook in De twaalf verwerkt. De slagpin die bij Fries grootouders werd gevonden was naar vijfennegentig procent waarschijnlijkheid het moordwapen. Dat is voor sommige juryleden al genoeg om aan het twijfelen te slaan. Terwijl de bewijzen in zo’n rechtszaak zelden honderd procent waterdicht zijn.
Nuyens: Tijdens die kindermoordzaak die we zijn gaan volgen, kwamen er ook elke keer nog nieuwe feiten aan het licht. Na zo’n zitdag moesten Bert en ik altijd even bijpraten: ‘Heb je dat gehoord? En dat?’ Dat schijnbaar eenvoudige verhaal kreeg gaandeweg steeds meer lagen. Ook daar hebben we veel inspiratie uit geput.
Is het dadersprofiel van Frie ook uit het leven gegrepen?
Van Dael: Ja, daarvoor hebben we lang met de forensisch psycholoog van de Parachutemoord gepraat. De drijfveren van Frie lijken nogal op die van Els Clottemans. Die vermoordde haar liefdesrivale omdat ze haar zin niet kreeg. Ook Frie wordt door die drang gedreven: ze wíl Stefaan, ze wíl het hoederecht over haar dochter. En wanneer ze die dingen niet krijgt, blijkt ze tot de onnoemelijkste dingen in staat. Frie pleegt eigenlijk twee heel verschillende moorden. Je hebt die koelbloedige, berekende moord op haar liefdesrivale Brechtje. Maar de dood van Roos, dat was eerder een impulsieve, wanhopige poging om het hoederecht over haar dochter terug te winnen. Met op de achtergrond altijd die ene drijfveer: ik moet en ik zal krijgen wat ik wil.
Hoe moeilijk was het om tegelijk sympathie en afkeer op te roepen voor Frie, die uiteindelijk wel haar eigen kind toetakelt?
Van Dael: Onze zaak draait natuurlijk rond een vreselijke vraag: hoe komt een moeder er in godsnaam bij om haar eigen kind te vermoorden? Ook in het echt blijken dat zeer zeldzame rechtszaken, omdat zoiets ingaat tegen alles wat de natuur een vrouw voorschrijft. De zaak-Van Verre was op dat vlak heel inspirerend. Daar in de rechtszaal werd het voor ons plots niet meer ondenkbaar dat een moeder haar kind kon vermoorden.
Nuyens: Die vrouw pleitte schuldig, maar ze zei wel dat ze enorm veel spijt had van haar daden. Blijkbaar zat ze in een vechtscheiding verwikkeld met haar ex, een Tunesiër, en was ze doodsbang dat hij haar kind zou ontvoeren naar zijn thuisland. Haar redenering was: ik dood nog liever mijn eigen kind dan dat hij haar van me afpakt. Absurd, natuurlijk, maar op een vreemde manier handelde ze wel uit zelfbescherming, en wilde ze haar kind beschermen.
De jury achtte Frie uiteindelijk schuldig aan de moord op Brechtje, maar niet aan die op Roos. Terecht?
Van Dael: Hun ‘ja’ op die eerste schuldvraag was feitelijk juist, en dus terecht. Maar die tweede schuldvraag groef veel dieper, omdat die meer over moraliteit ging dan over de strikte feiten. Had Frie haar dochter wel echt willen vermoorden? En indien niet, was ze dan al niet genoeg gestraft? Die tweede jurydiscussie was genuanceerder en veel interessanter. Omdat je dan merkt dat we als samenleving anders naar concepten als schuld en onschuld kijken dan als individu. De maatschappij betonneert die begrippen in strikte wetten, die dan in de rechtszaal worden toegepast. Maar in die rechtszaal geef je het woord opnieuw aan individuen, aan ménsen, waardoor een zaak toch weer een andere wending kan krijgen
In de laatste aflevering zegt de eenzame weduwnaar Arnold dat hij nooit voor een assisenjury zou willen verschijnen. Joeri spreekt net zijn vertrouwen uit in de volksjury. Wie van de twee heeft gelijk?
Nuyens: We wilden met De twaalf zeker geen kant kiezen in die hele assisendiscussie. Voor ons was het daarom belangrijk dat alle twee die meningen werden uitgesproken. Dat hebben we trouwens ook zo aan de woordvoerder van minister van Justitie Koen Geens laten weten. (lachje) Die was een beetje ongerust dat onze reeks een pamflet pro of contra het hof van assisen zou worden.
Van Dael: Toen we nog maar net aan het scenario begonnen waren, eind 2015, werd die vraag over de afschaffing van het hof van assisen plots brandend actueel. Even zaten we met de handen in het haar: ‘Straks is onze reeks compleet irrelevant nog voor ze goed en wel op papier staat.’ (lacht)
Nuyens: Maar kijk, uiteindelijk bestaat het systeem nog altijd.
Van Dael: Door er zo intensief mee bezig te zijn, kregen we wel een goed beeld van de pro’s en contra’s van zo’n volksjury. Een assisenproces kost natuurlijk handenvol geld, maar voor de nabestaanden van de slachtoffers is het vaak een belangrijke stap in het rouwproces.
Nuyens: Ook bij de advocaten zagen we die uitgesproken pro- en contrakampen. Zo komt het citaat van Marc Vindevogel (rol van Koen De Sutter, nvdr.), dat zo’n jury bestaat uit ‘bedienden en poetsvrouwen die niet echt met de zaak bezig zijn’, letterlijk van een advocaat. Sommigen vinden ook dat rechtszaken vandaag te ingewikkeld zijn geworden voor veel mensen. Maar evengoed heb je advocaten zoals Jef Vermassen, die net een groot voorstander van het systeem zijn.
Van Dael: Kijk, als De twaalf zich al uitspreekt over assisen, dan is het op een heel genuanceerde manier. Zo’n volksjury is menselijk, en dus feilbaar. Maar eigenlijk geldt dat voor alle partijen in zo’n rechtszaak: de politie, de rechters en de advocaten komen er in De twaalf ook niet altijd even goed uit.
De juridische doolhof van zo’n rechtszaak, een dozijn personages én twee moordzaken die je via flashbacks uit de doeken moet doen: iets zegt me dat De twaalf een serieuze uitdaging was om te schrijven.
Nuyens: Reken maar van ja. We hebben onszelf vaak vervloekt: ‘Waar zijn we in godsnaam aan begonnen?’
Van Dael:De twaalf is ongetwijfeld het moeilijkste dat we tot nu toe hebben gemaakt. Ik weet nog dat ik tijdens de première in Cannes lichtjes zat te panikeren: dit is veel te ingewikkeld, niemand zal dit begrijpen. Voor de eerste aflevering hebben we ook een extra scène moeten draaien, omdat ons testpubliek verloren liep tussen al die verschillende burgerlijke partijen.
Nuyens: Zo’n scenario is altijd een berg waar je tegenop ziet. De twaalf mag je in dat verband gerust de Mount Everest noemen.
En wie van jullie twee mocht aan Johan Heldenbergh en co. gaan uitleggen dat hun bijdrage voor vijftig procent uit een figurantenrol in een rechtszaal bestond?
Nuyens:(lacht) Daar hebben we onze acteurs inderdaad toch maar even voor gewaarschuwd.
Van Dael: Met al die acteurs op de set werd De twaalf bijna een theaterstuk. Toen Mieke De Groote als voorzitter van het hof van assisen uiteindelijk het arrest over de schuldvraag uitsprak, was de spanning in de zaal echt te snijden.
Nuyens: Nochtans zagen we geweldig op tegen die rechtbankscènes. We waren bang dat ze de vaart uit het verhaal zouden halen.
Geen fans van het betere rechtbankdrama hier?
Nuyens: Er bestaan natuurlijk wel goede voorbeelden. Over The People vs. O.J. Simpson waren we allebei enthousiast.
Van Dael: Of 12 Angry Men, dat is echt een klassieker in het genre. Onze laatste aflevering, met al die verhitte jurydiscussies, noemden we ook systematisch onze 12 Angry Men-aflevering. Maar voor elk goed genrevoorbeeld vind je ook minstens één stinker. De ‘Matlocks’ van deze wereld, zeg maar.
Nuyens: Uiteindelijk heeft de producer van De twaalf me gerustgesteld. Hij had eerder meegewerkt aan Het vonnis (een film uit 2013 van Jan Verheyen, nvdr.) en verzekerde me dat die scènes in de rechtbank net de spannendste zouden zijn.
Van Dael: Dat hij gelijk heeft gekregen, heeft ook veel met de regie van Wouter Bouvijn te maken. Als jonge, okselfrisse regisseur was hij niet bang om de regels van het stoffige rechtbankdrama af en toe eens goed met de voeten te treden.
En met succes. De twaalf won in Cannes de prijs voor beste scenario, kreeg fantastische kritieken en werd zowel via de klassieke weg als op vrt.nu druk bekeken.
Van Dael: Ja, er zijn blijkbaar heel wat mensen die de serie in één ruk hebben gebinged via vrt.nu. Dat is een beetje dubbel: dan werk je vier jaar aan een serie en jagen sommige kijkers die er op één dag door. (lacht) Maar die erkenning doet natuurlijk deugd. Je voelt ook echt dat Belgische fictie lééft in het buitenland. In Cannes vroegen ze letterlijk wat wij hier in het water doen, zo hard waren ze daar onder de indruk van het niveau.
Nuyens:Studio Tarara, La trève, Ennemi public: we mogen als klein land ook echt trots zijn op onze series. Al vraag ik me af of dat zal blijven duren. De Vlaamse regering vindt die internationale visitekaartjes blijkbaar enorm belangrijk, maar zowel het Mediafonds als de VRT moet nu wel flink besparen. De twaalf was een dure reeks om te maken, maar dat heeft wel geloond. En zonder projectsubsidies was er van al dat talent voor en achter de schermen geen sprake geweest.
Zijn jullie mee gaan betogen tegen de besparingen in de cultuursector?
Nuyens: Jazeker.
Van Dael: Het zou doodjammer zijn mocht de hoge vlucht die onze fictie vandaag neemt worden afgeremd door een paar onbezonnen politieke beslissingen.
De twaalf
Nog steeds te zien op vrt.nu.
Sanne Nuyens & Bert Van Dael
Allebei geboren in 1981. Studeerden screenwriting aan Sint-Lukas Brussel.
Werken sindsdien heel vaak samen, onder meer aan de series Connie & Clyde (VTM), Beau Séjour (Eén) en De twaalf (Eén) en de langspeelfilm The Best of Dorien B. Van Dael schreef ook mee aan Clan (VTM).
Delen in 2019 de prijs voor beste scenario op het prestigieuze Canneséries-festival voor De twaalf.
Schrijven momenteel aan Beau Séjour 2.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier