Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en recent nog Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.

Er zijn vier zaken die mij volledig koud laten. Misschien iets meer. Dit zijn er alleszins vier van:

– Disco.

– Gregory Frateur, die blijkbaar echt heel goed moet zijn op een of ander domein. Een domein dat we nog niet kennen van hem. Wat dan weer bijna onmogelijk is.

– Chips die niet gewoon naar chips smaken. Als ik een ui wil, dan koop ik wel een ui. Hetzelfde geldt voor: karamellen, barbecuesaus en een emmer water uit de Middellandse Zee.

– Dt-fouten.

Als ik mocht kiezen, sprak 80 procent van de wereld Engels, 10 procent Frans, 5 procent Spaans, 4 procent Italiaans en 1 procent Hongaars. Dan konden we die Hongaarstaligen uitbuiten en belasten met de schuld van alles wat we maar konden bedenken. Een systeem zonder machteloze minderheid blijkt nu eenmaal niet werkzaam voor de menselijke soort.

Helaas is het anders en zijn er buiten de hierboven geselecteerde vijf nog ongeveer 6904 compleet nutteloze andere talen en varianten. Daarbij horen bijvoorbeeld het Khmer, ongeveer duizend soorten Chinees, het Zwitsers Duits en het Nederlands.

Ik houd natuurlijk van het Nederlands, maar dan zoals ik ook van prinses Mathilde houd: een beetje uit medelijden en een beetje uit ongegronde trots.

Ik heb vrienden die de massa van een planeet kunnen berekenen of hun nieuwe algoritmen moeten uitleggen aan de kids van Google maar zich onzeker voelen als ze drie zinnen op mail moeten zetten omdat ze niet weten of ‘hij wordt’ nu met of zonder die onnozele t moet. Het is veel te gemakkelijk om briljante geesten daarop af te rekenen. Dat is Lewis Hamilton aan de kant zetten omdat hij geen hesjes in zijn auto heeft liggen.

Schaf meteen al de werkwoordvervoegingen die op -dt eindigen af. Nou, laat een jaar of vijf die overtollige t achter de d van een tweede of derde persoon enkelvoud in tegenwoordige tijd nog toe voor wie echt wil. Eikels kunnen dan laten zien dat ze ‘het best wel weten, hoor’. Voor de rest wordt het een pak eenvoudiger: een d of een t. En misschien kan het ooit allemaal gewoon met t als je het zo ook uitspreekt. Dan wordt het ‘hij wort’. Kortom: zoals alle tieners het vandaag al schrijven.

We moeten meer gaan schrijven zoals we praten. Als er al een d staat, dan mag dat je laatste letter zijn. Echt waar. Niemand wil die t nog. Dat ziet er niet uit. Dat is de taalvariant van ondergoed onder een badpak. De grammaticale miserietaks.

Ooit bezocht ik met mijn medeleerlingen van het Sint-Jozefinstituut de Deltawerken in Nederland. In de cafetaria bestelde ik een broodje met hesp en kaas. Of kaas, of hesp, blafte de Hollandse Helga achter het buffet me toe. Ik stelde voor om een meerprijs te betalen voor het dubbele beleg – ik moet echt een onwaarschijnlijke goesting in de smaakrijke combi van kaas en hesp hebben gekend op dat moment. Helga deed het jammer genoeg niet voor het geld. Het was ‘of kaas, of hesp’.

Wel: of d, of t. En bevrijdtdtd het volk van onnodig gedoe.

En wie heeft het woord ‘hesje’ uitgevonden, nu we toch bezig zijn?

P.B. GRONDA

NIEMAND WIL DIE DT NOG. DAT ZIET ER NIET UIT. DAT IS DE TAALVARIANT VAN ONDERGOED ONDER EEN BADPAK. DE GRAMMATICALE MISERIETAKS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content