Toen White in zijn geboortestad Detroit de deur achter zich dichttrok, was dat met een bittere smak. Het succes van The White Stripes zaaide jaloezie en afgunst in de ooit zo hechte garagerockscene. ‘Ik voelde me er niet langer welkom’, geeft hij toe. Dus zocht en vond White een nieuw onderkomen in Nashville, Tennessee. Music City, waar iedere inwoner muzikale dromen of desillusies torst. Lokaal grapje: ‘Hoe krijg je in Nashville een muzikant uit je voortuin? Gewoon de pizza betalen en hij vertrekt vanzelf.’ Het is een doordenker.

Muziek wordt in Nashville geëxploiteerd zoals Manneke Pis in Brussel en de Eiffeltoren in Parijs. Downtown Broadway is hun Champs-Elysées. Hedendaagse honky-tonks waar afgewassen jeansmuziek uit de vensters waait en kitscherige westernshops wedijveren met Hooters en Coyote Ugly, die genadeloos neon in je gezicht flikkeren. Een groot contrast met de stijlvolle retrotempel die Third Man Records is, slechts twee blokken hiervandaan. Ons achy breaky heart gaat er niet bepaald sneller van slaan.

De stad heeft ook een ander gezicht, hogerop, in de straten rond Vanderbilt University en glooiende woonwijken als Belmont. Dit is het Nashville waar Jack en kersverse bruid Karen Elson tijdens een road trip verliefd op werden. Het land van veranda’s met schommelstoelen en rotanmeubelen, roestige pick-ups en houten telefoonpalen die erbij staan als in het Lucky Luke-tijdperk. Antiek hangt hier letterlijk in de lucht. In de vintage boetieks kennen ze de Whiteclan van gezicht. Uitbaatster Beverly van de gezellige shop Savant noemt Jack ‘een zeer vriendelijke, charmante jongen – ziet er wel uit als een vampier, vind je niet?’.

Hier is de liefde voor de muziek minder opdringerig dan in de lager gelegen toeristendreef, maar daarom niet minder aanwezig. Het zit hem in de details: platenwinkel Grimey’s labelt hun tweedehands vinyl niet ‘used’ maar ‘pre-loved’. Een van de uitbaters is op tournee met Lambchop, de studio van kopstuk Kurt Wagner ligt op wandelafstand. Tim Burgess van The Charlatans kwam er onlangs een nieuw album opnemen, en ook de blanke soulbroeder Jamie Lidell betrekt sinds kort een stulpje in de buurt.

Jack Whites eiland lokt steeds meer vogels naar Nashville. Zijn met analoge apparatuur volgestouwde homestudio is een duiventil voor de meest uiteenlopende namen: van hiphopduo Insane Clown Posse en de Zweedse folkzusjes First Aid Kit tot singer-songwriter Laura Marling, Sir Tom Jones en talkshowhost Conan O’Brien. De werkwijze is steeds dezelfde: één dag, twee songs, door Third Man Records lokaal op vinylsingle gestanst en uitgebracht in de fameuze Blue Series.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content