Science fiction, niet alleen voor aliens en nerds

© The Estate of Frank R. Paul

‘Out of World’ in de British Library focust op ondergangsbeelden van de wereld en science fiction.

Niks geen gedaas over definities of genreafbakening. Verwondering, verbeelding, verbijstering. Dat heeft gastcurator Andy Sawyer van de Universiteit van Liverpool (Science Fiction Studies) ertoe gebracht om een wervelend beeld te scheppen van de (technologische) dromen, nachtmerries en verborgen driften van de mensheid. Hij doet dat aan de hand van films, manuscripten, pulpuitgaven, klankfragmenten.
Met een knipoog naar Dr. Spock (“It’s life Jim, but not as we know it”) in Star Trek geeft ‘Out of this World’ vooral aan hoe in de meest uiteenlopende benaderingen, filosofisch, speculatief, technisch, letterkundig, bespiegelend, de ordenende geest van de mens beelden en waanbeelden uitdenkt, die mee de maatschappij vorm geven en vorm hebben gegeven.

Science fiction staat los van pure fantastiek en van griezelverhalen. De rede blijft de grondslag van elke alternatieve wereld. Maar SF doordesemt wel het hele denken van de mens, en geeft vorm aan zijn meest uiteenlopende drijfveren.

De Doemprofeet van de Internetmaatschappij
Misschien belangrijker dan de hernieuwde belangstelling voor SF zelf, is de verwerving van het archief dat J.G. Ballard naliet. Van manuscripten tot briefwisseling, van foto’s tot zelfs schoolrapporten, de British Library gaat het hele oeuvre van de belangrijkste Engelse anti-utopist na Orwell inventariseren. Ballard is misschien beter bekend om zijn relaas van het Jappenkamp waarin hij als jongen opgesloten zat (Empire of the Sun), of voor de verfilming van zijn duister, illusieloos, nihilistisch en zelfvernietigend jongerentestament Crash, dat draait om rampenfascinatie, vooral om menselijke aftakeling door autobotsingen, en de seksuele opwinding die daaruit voortspruit (symforofilie) – somber in beeld gebracht door David Cronenberg in de gelijknamige kultfilm uit 1996.

Maar Ballard is meer dan dat. Van de meest uiteenlopende, Burroughsiaanse obsessies in The Atrocity Exhibition (waarop Joy Division zich meesterlijk inspireerde), tot de wildste bevriezingstragedies die de wereld kunnen te wachten staan, steeds opnieuw schetst Ballard een beeld van een beschaving die zichzelf heeft uitgeput en over the top atrofieert. In The Drought droogt de wereld letterlijk uit, een beangstigend beeld van de klimaatswijzigingen avant la lettre.

Surrealistischer is The Crystal World, waarin de hele wereld verglaast tot een even onbereikbare als fatale schoonheid van kristallen. The Drowned World herneemt een klassiek thema van die andere grote grondlegger van het apocalyptische genre, John Wyndham, de ‘verdronken wereld’ (zie The Kraken; het motief is uitermate zwakjes getypeerd in Kevin Costners drakerige film Waterland).

The Wind from Nowhere doet een belletje rinkelen als je de toename van stormen en tornado’s in de Amerikaanse Midwest bekijkt, in 1969 verder uitgewerkt door Sven Holm in Termush. Vanaf de zomer van dit jaar zullen de twaalf volle meters nagelaten papieren en boeken toegankelijk zijn voor onderzoekers en geïnteresseerden.

The Old Man and the Sky
Omdat de British Library vanzelfsprekend voor alles een boekerij is, steunt de tentoonstelling hoofdzakelijk op boeken. Voor ons, Nederlandstaligen, is het vreemd dat het meest pregnante een uitgave is uit 1647 van Loekianos van Samosata, De Ware Historiën. Ze dateren uit de tweede eeuw voor Christus en beschrijven een strijd tussen de legers van de zon en die van de maan, de verkenning van planeten, en ruimtereizen door een wervelwind gedragen. Ik vermoed dat het om een volksuitgave gaat, die midden de 17e eeuw werd gedrukt in Antwerpen, de Wondere wonderheden Luciani: Een schoone, welghedichte, verheughelijcke ende wondere Fabule: Alder-waerachtighste Leughen.

De hernieuwde belangstelling voor de klassieke affabulatie hing samen met de wetenschappelijke opstoot van het vroeg-humanisme. In die zin is de afwezigheid van Johannes Keplers Somnium (1620-1630) en vooral Christiaan Huygens’ Cosmotheoros (1698) bijzonder jammer. Maar dat valt te vergoelijken. Want de vlucht der ganzen naar de maan staat wel te kijk in Francis Goodwins The Man in the Moone (1638). En Thomas Morus’ Utopia (1516) is een interessantere en vruchtbaarder voorloper, die tot vandaag anti-utopisten blijft inspireren, van de Proleetkunstfanaat Alexander Bogdanov, Rode Ster (ha ja, op Mars, 1908) tot Edward Bellamy’s Looking Backward (1888), en van Zamjatins Wij (1920) tot Huxley en Orwell.

Zelf mis ik een beetje de werken van meer mystiek georiënteerde auteurs als A Voyage to Arcturus van David Lindsay uit 1920, of M.P. Shiels The Purple Cloud (1901), dat het thema van de laatste mens (zo dierbaar voor Mary Shelley, wiens Frankenstein helaas beter bekend is dan het op Grainville gebaseerde The Last Man) behandelt, maar evengoed een voorloper is van The Black Cloud (1957), waarin een intelligente interstellaire wolk de voorbode is van de (nu verworpen) stelling die de grote sterrenkundige Fred Hoyle lanceerde over het ontstaan van het heelal, de steady state (in plaats van de Big Bang).

Maar dat is knorren, want er zijn ontdekkingen te doen: The Mummy bij voorbeeld van Jane Loudon (1827), dat weerkontrole inhoudt (zoals de besproeien van wolken om regen te genereren of tegen te houden in Rusland of China), of nog de pulp die het Moskou van de toekomst toont, of de luchtledige buizen uit 1820, die mensen opzuigen – een satire, die eigenlijk zijn voorlopers al kende in onze Narrensteinsche of Lilliputsche Courant.

Wild Dreams
Het prettige is dat de eeuwen naadloos in elkaar overlopen. Thema’s uit de klassieke epen, zoals de Ramayana, worden moeiteloos herbrond in een mij volstrekt onbekend sociaal pamflet, The Sultana’s Dream uit 1905 door Roquia Sachwat Hussein uit Bengalen. Het is een erg vroege aanklacht tegen de achteruitstelling van vrouwen in een hoogtechnologische wereld. Het hilarische Only Lovers Left Alive van Dave Wallis (1964). Met de collektieve zelfmoord van volwassenen in de wereld, wordt deze dystopie van een rauwe elyzeese jongerensamenleving de voorloper van de beklijvende film Logan’s Run (1975) naar de sixties roman van William Nolan & George Johnson.

Bekender zijn natuurlijk de ecologische aanklacht van John Brunner, The Sheep Look Up, de onheilspellende hallucinogene doembeelden van Phlip K. Dick, of de raciale pastiche van George Schuyler, Black No More, met de simpelste aller oplossingen voor de tegenstelling tussen blank en zwart: een huidbleker (zoals in de Kongo, maar zonder bijwerkingen). Meteen zitten we helemaal in de zelfspot van de moderne tijden, in de ironische beschouwing, in de satire. De sérieux van Jules Verne is immers ver te zoeken bij de linkse activist en punkschrijver China Miéville (Perdido Street Station, 2000) of in de hilarische valse romantiek van Audrey Niffeneggers The Time Traveler’s Wife (2003).

Het sterkste bindmiddel is wellicht de symmetrie, de overstap van de ene naar de andere wereld. Model staat uiteraard Through the Looking Glass van Lewis Carroll, maar alle behandelde thema’s kun je daar op terugvoeren: toekomstbeelden zijn vaak weinig meer dan angsten voor of vertalingen van hedendaagse uitwassen; buitenaardse beschavingen (Asimov voorop; zijn Foundation-trilogie beklemtoont al erg vroeg dat handel en kommercie bepalender zijn dan politie, een idee dat tot in het ekstreme is doorgetrokken in The Space Merchants van Frederick Pohl en Cyril Kornbluth) zijn zelden meer dan een uitvergroting van onderdrukte taboes of van latente onbehaaglijkheid.

Paralelle werelden reiken gewoon andere denkpistes aan op grond van identieke uitgangspunten of premisses; doemscenario’s over d eondergang van de wereld verbergen amper de onderhuidse angsten die nu leven, niet die van vroeger of over 200 jaar – het prototype van Wells’ The War of the Worlds is niet meer dan een reuzengolf (ook dank zij het luisterspel van Orson Welles) in een traditie die terug te voeren is tot de bijbelse apokalips en zelfs vroeger (Gilgamesj); utopieën zijn maatschappelijk even relevant als politieke kompromissen, al hoeft het niet altijd de Republiek der Wederdopers in Munster of de kalvinistische republiek van Gent te zijn die sturend werkt; technologische dromen getuigen vaak van maatschappelijk bekrompen ingenieursdromen.

Terecht zegt Katya Rogatchevskaia van de British Library: “The exhibition aims to show that science fiction provides a window on the world and society in which we live today”. Over de morele bedoeling valt wel te redetwisten: of SF nu echt een waarschuwing voor de toekomst moet zijn, heeft meer te maken met de benepenheid van een aantal schrijvers (van Ron Hubbard tot George Stewart), dan met de kreatieve verbeelding van het genre.

What else?
Beklijvender dan de tentoonstelling zelf (hoewel, voor leken is het dé gelegenheid om kruisverbanden te leggen), is het boek dat Mike Ashley erbij publiceert. Ashley is niet aan zijn proefstuk toe, hij verzorgt al dertig jaar de Mammoth-reeks van kortverhalen in allerhande, populaire genres. Hij heeft ettelijke naslagwerken op zijn naam staan (onder meer The Complete Index to Astounding/Analog, 1981 – twee toonaangevende SF-tijdschriften -, The Illustrated Book of Science Fiction Lists, 1982, The Gernsback Days, 2004 – over de Luxemburgse ‘uitvinder’ van de SF-tijdschriften en de beginjaren van het genre, en Gateways to Forever, 2007) en kreeg in 2002 de SF Research Association’s Pilgrim Award voor zijn levenslang onderzoekswerk in het genre.

Vanaf de opening zijn er wekelijks verschillende werkksessies, lezingen en events, over de beginjaren van het vliegen (3 juni), het begin van de oneindigheid (31 mei), utopieën en andere werelden (6 juni), tijdreizen (10 juni), Mary Shelley (22 juni), buitenaardse wezens (28 juni) Karel Capek en R.U.R. (6 juli), en nog veel meer. Het meest to the point wordt allicht de confrontatie van vier meesters in het genre, Brian Aldiss, Michael Moorcock, Norman Spinrad en John Clute op 21 juni.

Lukas De Vos

Tentoonstelling ‘Out of this World: Science Fiction but not as we know it’ in de Paccar Gallery van The British Library, Londen, 20 mei tot 25 september 2011. Toegang vrij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content