Zo fris en fruitig klonk en oogde de opera nog nooit als in ‘A Revue’

Fred Debrock
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Benjamin Abel Meirhaeghe serveert met A Revue een heerlijke andere opera-avond die, ondanks enkele mindere momentjes, absoluut smaakt naar meer.

Gevonden! Een voorstelling die je het gevoel heeft de avond / nacht van je leven te beleven in een chique danstent waar prachtig uitgedoste lijven zich sexy bewegen op de meest meeslepende muziek en omgeven worden door een oogstrelende lichtshow. Wie? Wat? Waar? We hebben het over A Revue, het debuut bij Opera Ballet Vlaanderen van de jonge zanger en regisseur Benjamin Abel Meirhaeghe.

Fred Debrock
Fred Debrock© Fred Debrock

We vermoeden dat Meirhaeghe tijdens zijn jeugd in Eine in een windhoos vol operaklanken terechtgekomen is. Sindsdien is Meirhaeghe verzot op die klanken. Maar, hij is niet verzot op de manier waarop opera’s vandaag opgevoerd worden: van de eerste tot de laatste noot, in majestueuze decors en met zangers die er alles aan doen om hun personages zo goed mogelijk te zingen en te acteren.

Meirhaeghes ‘modellen’ zijn elk briljant in hun extraverte uitstraling die hen eerder tot wezens uit een paradijselijke omgeving dan tot mannen en vrouwen maakt.

Niets van dat alles in A Revue. De voorstelling – Meirhaeghe noemt het zelf ‘een retro-futuristisch cabaret met scifi allures’ – ging de afgelopen week in première in de letterlijk oogverblindende en impressionante Lullyzaal van Opera Gent waar geen stukje muur vrij is van een laagje verf of bladgoud, waar de parketvloer altijd net geboend lijkt en waar de immense kristallen luchters.

Meirhaege zwierde een dik, grijs tapijt over de parketvloer, pootte er gestolde en gekleide ‘vibraties’ op. Hoe ogen ‘vibraties’? Denk aan kronkelende, glanzende metalen staven op smalle houders en enkele smalle sokkels waarop kleien replica’s staan die lijken te verwijzen naar het vrouwelijke en mannelijke voortplantingsstelsel. De Lullyzaal is een smalle, lange zaal. Meirhaeghe gebruikt ze in de lengte als een catwalk.

Een wit pompend strijklicht – iets wat we normaal alleen in discotheken aantreffen – en een shot techno luidt de avond, het lijkt een ritueel, in. Meirhaeghes ‘modellen’ – een dertienkoppige bende performers, kunstenaars en zangers van heel verschillende pluimage – zijn elk briljant in hun extraverte, bonte uitstraling. Met hun bodysuits waarop roze, grijze en groene figuren staan, ogen ze eerder als engelachtige wezens uit een paradijselijke omgeving dan als mannen en vrouwen. Zo buitelt zangeres en circusartieste Sophia Rodriguez door de zaal terwijl ze de meest waanzinnige goocheltruc uithaalt die énkel een vrouw kan uithalen (meer verklappen zou zonde zijn). Sopraan Eurudike De Beul imponeert in ‘Eva-kostuum’ en met een roze tak waarin een geluidsversterker weggemoffeld zit. Kunstenaar en zangeres Dolly Bing Bing zingt een bloedmooi, poppy duet met Eurudike De Beul waarin Bing Bing staat voor het sexy, afgetrainde lijf en De Beul het opneemt voor het door het leven gehavende lijf dat evengoed liefde verdient. Kunstenaar en model Jelle Haen waagt zich aan een erotisch duel met Simon Van Schuylenbergh waarbij hun bewegende geslachtsdelen kokette geluidjes maken…

Fred Debrock
Fred Debrock© Fred Debrock

En wát is er, naast kokette piemelgeluidjes, te horen? Meirhaeghe dolt met pop, gospel en operaklassiekers van onder meer Vivaldi, Wagner en Purcell. Als is ‘dollen’ niet het juiste woord. De muziek is met eenzelfde zorgvuldigheid als de beelden gekozen. Meirhaege koos liederen die bij zijn verhaal – een sensuele ode aan het leven als een parade vol zachtheid, genot en gendergelijkheid – passen in de plaats van zijn verhaal aan de opera aan te passen. Een van de allermooist momenten was de solo van sopraan Maribeth Diggle die poedelnaakt een waanzinnig mooie versie van de aria Gelido in ogni vena (uit Vivaldi’s opera Il Farnace) zingt en schreeuwt tegelijk. Ook Ellen Wils interpretatie – op een trillend gouden kussen – van Kurt Weils Je ne ’t aime pas imponeert. De meeste zang wordt begeleid door piano. Pianiste Maya Dhondt schrijdt trouwens niet bescheiden de scène op zoals pianisten dat vaak en graag doen maar ze springt, in rok met witte sleep, de hele zaal door naar haar piano. Zo mag het vanaf nu vaker.

Een van de allermooist momenten was de solo van sopraan Maribeth Diggle die poedelnaakt een waanzinnig mooie versie van de aria Gelido in ogni vena (uit Vivaldi’s opera Il Farnace) zingt en schreeuwt tegelijk.

Meirhaeghe maakt het zichzelf niet gemakkelijk door voor die ‘catwalk-opstelling’ te kiezen. Niet elke ‘opkomst’ is even straf. Bovendien wil hij zowel de manier waarop geregisseerd, gezongen als gedanst wordt in de operawereld aanpakken. Terecht. Zijn regie is zo fris als een eerste krokus, zijn liedkeuze innemend en blijk gevend van een haast encyclopedische kennis van het operarepertoire maar zijn choreografische woordenschat kan een upgrade gebruiken. De vaak kronkelende bewegingen steken qua originaliteit te sterk af bij de spitse regie, de adembenemende vormgeving en de uitmuntende zang. Desalniettemin is dit een debuut dat hard nazindert en je verbluft door zoveel eclatante schoonheid terug de coronarealiteit in stuurt.

A Revue van Benjamin Abel Meirhaeghe is voorlopig enkel nog te zien op 13 en 14 november in DeSingel. desingel.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content