Guido Lauwaert
Theater: Platonov is wij
Guido lauwaert onthult het geheim achter het succes van NTGents ‘Platonov’.
Wat is het geheim achter het succes van Platonov? Aanvankelijk stond deze productie niet op de affiche van het NTGent. Een eerder geplande voorstelling kwam niet klaar. Er moest naar een oplossing worden gezocht. Luk Perceval was gestrikt als regisseur en de terugkeer van de verloren zoon mocht niet de mist in gaan. Hardop denken, ronduit praten. Tot Perceval zelf met het voorstel van Platonov kwam. Hij had de eerste grote boreling van Anton Tsjechov al eens eerder gedaan. Die kon beter. Beter werd steengoed. Zonder meer kan gesteld worden dat de productie de revelatie van het seizoen is. Als hij niet het komende theaterfestival van Nederland én Vlaanderen haalt, moeten de jury’s uit de Nederlanden verjaagd worden. Met pek en veren.
Collega Els Van Steenberghe heeft de voorstelling al eerder lovend besproken. Andere kritieken waren wisselend van aard. Net als in de rest van zijn toneelstukken, ademt Platonov een sfeer uit van valse hoop, schuin geloof en oppervlakkige liefde, bekeken vanuit een kurkdroge ironie. Het speelt zich af in een landelijk bourgeois milieu. Deze mensen bezitten alles maar doen niets en proberen dat ‘niets’ tot kunst te verheffen. Een verhaallijn is er nauwelijks, maar juist het ontbreken ervan omlijst het verval van de hogere klasse, waartegen een jaar na zijn dood, 1905, de lagere klasse een eerste maal in opstand komt.
Na zelf te zijn gaan kijken, dat een tweede maal te doen, en na de reacties van het publiek te hebben gezien en gehoord, kriebelde de goesting dieper op de invulling van Perceval in te gaan. Met zijn voorstelling uit 1988, De meeuw, van dezelfde auteur en gebracht door de Blauwe Maandag Compagnie, heeft Luk Perceval het hedendaagse theater van deze contreien zijn definitieve gestalte gegeven. Ten oorlog uit 1997 betekende de heiligverklaring van de marathonvoorstelling. Met Platonov heeft Perceval het parcours getoond dat hij – en iedere andere mens met hem – aflegt. Van extrovert naar introvert. De relativiteit van zichzelf in de gemeenschap ziet, en onze maatschappij noodgedwongen niet anders kan ervaren dan als de minst slechte van alle sociale creaties.
Die driehoek te bezetten, en dat naar de toeschouwer over te brengen, heeft Luk Perceval heel wat koppigheid gekost. Maar dat was ook al het geval met de auteur. Tsjechov schreef het stuk in 1887, maar was niet tevreden met het resultaat. Ruim een jaar later herschreef hij het en wijzigde de vorm. In plaats van ‘komedie’ noemde hij het stuk nu ‘drama’. Essentieel om het succes van Percevals versie te kunnen begrijpen. Hij heeft niet enkel het al ontvette stuk gestript, maar ook zichzelf. Geestelijk. Tot hij geen vader meer was. Wat hij ook met de acteurs heeft gedaan. Hij heeft ze vaderloos gemaakt.
Luk Perceval wil dat zijn acteurs elk stuk geestelijk tot in de finesse begrijpen. Ze moeten er ook lichamelijk klaar voor zijn. Hij wil dat ze nog bij leven hun eigen karma vinden. Het primaire menszijn prevaleert boven de regels en afspraken om een samenleving. Om dat doel te bereiken mogen ze zelfs in zijn versie van Platonov geen acteur meer zijn, maar moeten ze zichzelf worden, zij het onder een andere naam.
Perceval probeert dieper door te dringen in de essentie van de beroemde uitspraak van Rimbaud ‘Je est un autre’. Wie hij, de mens, werkelijk is. Om dat ten volle te begrijpen is het nodig te vertrekken van een uitroep van Platonov kort voor het einde van het derde, het voorlaatste bedrijf: ‘Laat me met rust! Gebruik toch je verstand!’. Tweemaal een uitroep. Gericht tot één medespeler, maar in wezen tot alle collega’s… en tot de toeschouwers. Dat dit echter altijd op een mislukking uitdraait, je verstand gebruiken, zelfs in ruststand, beseft Platonov maar al te goed. En Tsjechov. En Perceval.
Hoe dat beeldend en auditief zichtbaar te maken voor de toeschouwer? Vooreerst door alle ballast overboord te gooien. Geen attributen of decor voor de acteurs. Hun naakte zelf in een van elke mode ontdane plunje. Bert Luppes mag dan Platonov zijn, hij blijft Bert Luppes. En dat geldt voor alle collega’s. Elsie de Brauw is niet Anna Petrovna Voinitsev, maar de Elsie de Brauw die je wat later in het foyer ziet. Eindelijk heb ik door wie en wat en hoe Hugo Van den Berghe is. Perceval heeft getoond dat het blote van het cliché toch een vel is, en dat dit nu eens eindelijk moet verwijderd worden. Alle lagen weg. Dan pas wordt duidelijk dat de mens een onmachtig schepsel is, maar van zijn geboorte tot zijn dood is veroordeeld boven de opperhuid een masker te dragen om geestelijk te overleven. Niet alleen de intelligente mens, maar zelfs de mens die aan zijn ego en zijn eigen grot voldoende heeft.
De acteurs hebben dit begrepen, al is voor hen het wordingsproces naar ik heb gehoord een lijdensweg geweest. Waar ze nu ontzettend blij mee zijn. Ze weten dat ze dankzij Luk Perceval de koudste douche van hun leven hebben gehad, maar er geestelijk veel warmer door zijn geworden. Die lijdensweg is voor de toeschouwer een hergeboorte. In Nederland is het de gewoonte dat men bij een geslaagde voorstelling een staande ovatie brengt, in Vlaanderen is dat niet zo. Behalve bij deze. Naar ik hoorde zijn er bij elke avond heel wat mensen die rechtveren. Omdat het voor hen niet anders kan!
Platonov is wij. Platonov is – daar moet ook op gewezen worden om het stuk ten volle te begrijpen – voor Rusland wat Peeters, Janssens en Desmet is voor Vlaanderen, een doorsnee naam van doodgewone mensen, die wij uiteindelijk allemaal zijn, welke status of titel we ook hebben.
Mede verantwoordelijk voor het succes van deze productie is de muziek. Niet alleen de muziek, maar ook het gebruik van het instrument, een vleugel. Een pianist improviseert. Na een aantal voorstellingen heeft hij een ruw schema in het hoofd, hij weet wat komen gaat, maar toch luistert hij naar de big bang van het moment. Zo wordt beklemtoond dat elke voorstelling een nieuwe schepping is. De inleving van de pianist versterkt de boodschap van de voorstelling: de ziel voorbij.
Dat wordt verbeeld door het gebruik van de vleugel in de ruimte. Op een spoorlijn kruipt hij tergend langzaam weg van de acteurs en de toeschouwers. De steunpunten van de spoorlijn rusten op boeken. Vermoedelijk bedoelt Perceval hiermee dat literatuur een essentieel onderdeel is van de menselijke ontwikkeling, maar dat het essentiële moet onderdoen voor het zelfstandig denken en voelen. De mens moet lezen, vervolgens terugkeren naar zijn natuurlijke cultuur, om uiteindelijk in de lege ruimte terecht te komen, waar hij de opperste rust vindt en met die rust vrede vindt in de wereld. Zoniet kan hij enkel doen wat Platonov in de versie van Perceval aan het eind doet. Verdwijnen en het geweer doorladen. Een moordenaar worden.
Een productie als noodoplossing is voor het NTGent uitgedraaid op een kunstwerk van de bovenste plank. De voorstelling wordt gespeeld op 7 en 8 mei in de Stadsschouwburg van Amsterdam, op 11 en 12 juni in München [Münchner Kammerspiele], waar Johan Simons baas aan huis is. Naar verluidt zijn er ook gesprekken gaande voor een verdere internationale tournee volgend seizoen. Een herneming in Vlaanderen is dan niet uitgesloten.
Beide versies van Tsjechovs Platonov verzanden in een teveel aan personages en uitweidingen. De toneelauteur zag dat ook in. In een van zijn volgende korte stukken lijkt hij daar zelfs de draak mee te steken. Er komt een personage in voor die met een schaar rondloopt… om de uitlatingen van zijn medepersonages in te korten. Toch is Platonov interessant omdat ze de embryonale elementen bevatten van zijn latere meesterwerken.
Luk Perceval is Platonov ook met de schaar te lijf gegaan. Samen met de ingekeerde enscenering is deze productie een meesterwerk geworden. Een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van het toneel van de Nederlanden.
Smaakmaker:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Guido Lauwaert
PLATONOV – Anton Tsjechov – regie: Luc Perceval – productie NTGent – www.ntgent.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier