Guido Lauwaert
Theater: Els Dottermans redt ‘Een Lolita’
Bernard Dewulf schreef ‘Een Lolita’, Julie Van den Berghe regisseert maar het is Dottermans die de boel overeind houdt.
De geaardheid doet er niet toe. Elke man wil zijn leven lang een lolita, een likstok. Dit is geen ontucht. De Russische auteur Vladimir Nabokov heeft dit, beter dan eender welke andere schrijver, verwoord. Anderen hebben hem gekopieerd, maar geen enkele versie kan tippen aan die van Nabokov. Ook die van Bernard Dewulf niet, die voor het NTGent Een lolita ( * * * ) schreef. Een goeie poging, meer is het niet. En de regie van Julie Van den Berghe levert geen extra laag zoetstof op.
De wereld zoals hij is en was bewijst die drang. Kindbruiden in het oosten meisjes in het westen, verstopt onder het mom van de kunst. Barbarella, Alice in Wonderland en wat zij vond achter het zilververnis van de spiegel. Elke cultuur heeft zijn lolita. De voornaam is afkomstig uit Spanje. Het is de verkleinvorm van Lola, wat zelf een afgeleide is van Dolores. De verkleinvorm werd pas gegeven toen bleek dat het meisje met die naam vroeg ontwikkeld was. Ook de vrouw wil een lolita zijn. In de gegoede klasse van Japan was het de gewoonte dat jonge vrouwen kinderkleding droegen om er als een jong meisje uit te zien. Dat fenomeen is ook in de sekswereld te vinden. Eender welke hoerenbuurt heeft een flink pak hoeren van 30 die er 15 uitzien.
De roman van Nabokov bestempelen als een schandaalroman is een bewijs van domheid. Wat de Rus voor ogen stond was het seksueel verlangen van de man in romanvorm te gieten. Daar is hij voortreffelijk in geslaagd, al heeft het heel wat versies gekost, eer hij afstand kon nemen van de obsessie. Lolita verscheen in 1955, de oerversie in 1939, met als titel Volsjebnik [De tovenaar]. Er zou ook een versie geweest zijn met de naam De sater, maar volgens Dmitri, de zoon van de auteur, is dat het verzinsel van een Amerikaan. Maar goed, Bernard Dewulf heeft zijn versie geschreven maar, zijn karakter getrouw, is hij blijven steken in een aaneenrijging van achteraf beschouwingen. Een man [Frank Focketyn] en een vrouw [Els Dottermans] overdenken wat hun zoveel jaar geleden is overkomen. Hij werd verliefd op een meisje en zij liet zich gewillig verleiden door een oudere man. Het verhaal van Nabokov loopt als een dunne bleekroze draad door de voorstelling. Op de achtergrond zit een derde persoon. Auteur noch regisseur komen er niet uit hem aan te kleden, zodat de toeschouwer het raden naar heeft wie en wat hij is. Waarschijnlijk de schepper. Mister Nabokov, I presume?
Bernard Dewulf is een vermoedensauteur. De auteur geeft aan en de lezer neemt aan. Voor toneel moet de auteur een andere weg inslaan. Hij moet de kijker de verkeerde weg opsturen om hem de juiste te laten vinden. Dat deden Tsjechov, Strindberg en Ibsen, om drie moderne auteurs te nemen, en dat ze daar ten volle in zijn geslaagd, bewijst het telkens weer bewerken, hervormen en opvoeren van hun stukken, met als uitschieters, hé, hun vrouwenstukken. Bernard Dewulf is daarenboven een familievader, dat zie je aan zijn proza. Hij is echter verre van een vrouwengek, en zeker niet een met een lolitasyndroom. Begin dan maar eens aan een toneelverhaal waar de toeschouwer van gaat geilen, zowel de mannen als de vrouwen. Het resultaat van het huiswerk van Dewulf, voor Een lolita, blijft daardoor steken in meander, randversieringen van het fenomeen.
Regisseur Julie Van den Berghe durft veel maar weet weinig. Diepere lagen van het menselijk brein heeft zij nog niet ontdekt. Of zij dat ooit zal doen, is zeer de vraag. De voorstellingen die ik van haar zag waren variaties op een thema. Schemertoestand, wildbouw in decor, tergend langzaam tempo, nasaal spel, muzak en sourdine en kort voor het doek valt een lied uit het wereldrepertoire dat iedereen kent en wat meer volume krijgt. Acteursregie moet je van haar ook niet verwachten. Doe maar, verras mij, dat vermoeden rijst op bij de toeschouwer. En deze toeschouwer zag dat Frank Focketyn geen vat kreeg op zijn personage, houterig beweegt, blijft steken in zijn bekende theatrale rol van de man die onrecht is aangedaan. De man die na zeven psychologen en negen echtscheidingen zijn voormalige werkgever een proces aandoet wegens pestgedrag dat leidde tot een verminkte geest.
De redding van deze productie lag dan ook in handen van Els Dottermans. Wie had anders verwacht? Zij geeft warmte aan haar rol, springt moeiteloos van verleden naar heden en is daardoor de enige die de aandacht gaande kan houden. Zij beweegt, figuurlijk maar ook letterlijk. Het mooiste beeld is wanneer zij zich tegen een bespiegelde wand plakt maar het haar niet lukt in spiegelland te geraken.
Het genot van de voorstelling is daarom voor tweederde te danken aan Dottermans, en voor éénderde aan Bernard Dewulf, die toneeltaal aan kan zolang hij zich concentreert op het verhaal en niet schrijft naar de tand van de klant, zijnde de acteurs. En niet de eenzaamheid als staketsel gebruikt, want dat is onontbeerlijk in de bouw en de architectuur, maar is maar al te vaak een hinderpaal voor de regie en een toneelstructuur.
Guido Lauwaert
EEN LOLITA – productie NTGent – tot mei 2013 op de affiche van de eigen schouwburg en die van Vlaanderen en Nederlandse theaters en culturele centra – www.ntgent.be
Smaakmaker:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier