Els Van Steenberghe
Theater / dans: En Atendant, Rosas
De hoofdrol in Anne Teresa De Keersmaekers lyrische en hitsige choreografie is weggelegd voor de wind.
Stelt u zich voor. Een zwoele zomeravond in Avignon. Het stadje bruist van het leven dankzij het jaarlijkse Festival d’Avignon. Binnen de indrukwekkende stadsmuren is het ‘al theater wat de klok slaat’. Op pleintjes, in kleine achterzaaltjes, in de gerenommeerde schouwburgen, … Én op verweerde binnenplaatsen van oude kloosters. Zoals het Cloître des Célestins.
Idyllische locatie
Daar ging afgelopen vrijdag de nieuwste creatie En Atendant ( * * * * ) van choreografe Anne Teresa De Keersmaeker in première. Na een kwarteeuw stond Rosas terug op de plek waar het allemaal begon. Of beter: waar het gezelschap zijn internationale doorbraak beleefde. In 1983 stonden ze er met het legendarische Rosas danst Rosas. Vervolgens bezocht De Keersmaeker het festival met Mozart/Concert Arias (1992). Sindsdien deed ze het festival niet meer aan.
Op uitnodiging van codirecteur Vincent Baudriller terugkeren naar de plek waar je internationale erkenning kreeg, is een mooie aanleiding om er een gloednieuwe creatie te presenteren. En waarom niet meteen op een van de meest tot de verbeelding sprekende locaties, de idyllische binnenplaats van het Cloître des Célestins?
Feeëriek en hitsig. Net als de wind.
De intieme plek (daterend uit de 14de eeuw) wordt opgeluisterd door twee imposante platanen. D bomen groeiden met de jaren naar elkaar toe. Hun kruinen lijken elkaar te kussen. Voeg daar nog enkele koppeltjes duiven aan toe, een kolonie krekels en de wind die er graag speelt. Het maakt de binnenplaats tot een sfeervolle plek waar podiumkunstenaars graag vertoeven.
De Keersmaeker laat de plek de dramaturgie van haar voorstelling bepalen. Voor En Atendant, genoemd naar een van de gebruikte muziekstukken, grasduinde de choreografe in de zogeheten ‘Ars Subtilior’. Deze gesofisticeerde polyfonische muziekvorm ontstond deels in het Avignon uit de 14de eeuw en gaat uit van de dissonantie en de tegenstelling. De maatschappelijke versplintering waaruit deze kunstvorm ontstond is, aldus De Keersmaeker, actueler dan ooit. ‘De Ars Subtilior ontwikkelde zich op de puinhopen van de pest en de Kerk, op het moment dat de sociale, politieke en religieuze pijlers van de middeleeuwse samenleving versplinteren. Vandaag lijkt die ontreddering actueler dan ooit. In de hedendaagse complexiteit van keuzes, in de ongrijpbaarheid van wat ons overkomt, staat de vraag naar onze lichamelijkheid, onze sterfelijkheid opnieuw centraal.‘
De choreografe liet zich niet alleen inspireren door deze lyrische muziek, die live gebracht wordt en geen gram aan intensiteit en emotionaliteit heeft ingeboet. Ook de unieke ruimte waar de voorstelling in première ging, drukt haar stempel op de ontwapende choreografie, die enkel belicht werd door de ondergaande zon…
De Keersmaekers toverkracht
Zou De Keersmaeker kunnen toveren? Of met de bomen, de vogels en de wind kunnen praten? Een mens zou het zich na afloop van de voorstelling durven af te vragen. De danscreatie opent met het zacht ruisen van de bomen. De duiven vliegen af en aan. Even geruisloos wandelt fluitist Michael Schmid de scène op. Al spelend tilt hij de ganse tribune op. Zijn indringende vertolking van de Hongaarse fluitist Istvan Matuz’ …L'(ÉLEK)ZEM lijkt gecomponeerd voor deze plek. De klanken dialogiseren met de zachtjes fluitende wind. Bovendien greep De Keersmaker subtiel in de bewegingen van de fluitist in, waardoor zijn opgaan in en eren van die locatie ons vleugels gaf.
Na dit overrompelende begin voltrekt zich een – soms letterlijke – stoet van feeërieke en hitsige dansfiguren waarbij de harde, kordate scherpte van bepaalde bewegingen subtiel contrasteert met meer lyrische danszinnen. De choreografie laat zich haast dirigeren door de ruimte, door de wind én door de muziek die er doorheen kronkelt. Vooral in bepaalde groepscomposities, waarin de acht dansers als een hechte stoet van lijven (die zich gepassioneerd en teder aan elkaar vastklampen) over de scène schuren, is de versmelting tussen de knap vertolkte muziek en de dans een waarlijk genot voor oog, oor en hart.
De gevaarlijke stilte
Maar ook de stilte – ofwel: het zacht knisperende omgevingsgeluid – speelt een belangrijke rol. Dit bleek uit de allereerste momenten van de voorstelling. Het blijkt uit het weergaloos mooie slot van de voorstelling waar de gevallen duisternis een uitnodiging vormt om de zuiverheid en breekbaarheid van het mannelijke lichaam te huldigen.
En het bleek uit de stille solomomenten. Daarin werd soms uiterst heftig gedanst (denk aan een toreador die in de arena om zijn meisje zou vechten). Of net heel broos gedanst (denk aan een meisje dat neerzijgt van liefdesverdriet of ellende). De zanderige ondergrond vormde hierbij een volmaakte danspartner.
In die stille momenten verloor de creatie ietwat aan intensiteit omdat de dansers er niet steeds in slaagden om de overkoepelende spankracht die de muziek verschaft, ook al ‘spelend’ (acterend) op te roepen. Dit zorgde voor enkele hiaten in deze verbluffend mooie voorstelling.
In En Atendant toont De Keersmaeker haar meesterschap in het opnemen van de muziek enerzijds én het (natuur)karakter van de omgeving anderzijds in haar choreografie. Die choreografie onderstreept de kracht van het overleven en het volhardingsvermogen waarmee mannen en vrouwen elkaar in de armen blijven vallen en zichzelf over de grond blijven slepen. In alle gracieusheid. En ondanks de existentiële en maatschappelijke verscheurdheid waarmee ze kampen.
De creatie wordt binnenkort ‘omgebouwd’ zodat ze ook zonder haar ‘baarmoeder’ – het Cloître des Célestins – kan imponeren. We zijn benieuwd. Want net de exquise dialoog met de ruimte maakt deze voorstelling zo bijzonder. Of onderschatten we nu de inventiviteit van De Keersmaeker?
Els Van Steenberghe
En Atendant, Rosas. Gezien op 9 juli 2010. Meer info: www.rosas.be en www.festival-avignon.com
De voorstelling reist deze zomer door Europa en is vanaf 25 september 2010 in België te zien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier