Openbaar ministerie vraagt 3 jaar effectief voor Fabre
In Antwerpen is vrijdagochtend het proces rond kunstenaar en theaterleider Jan Fabre van start gegaan.
Kunstenaar en theaterleider Jan Fabre riskeert drie jaar effectieve gevangenisstraf. Dat is de vordering van het openbaar ministerie. Het gaat om de maximumstraf voor de feiten van pesterijen, geweld en seksueel ongewenst gedrag op de werkvloer waarvan hij wordt beschuldigd, maar minder dan de vijf jaar celstraf die hij maximaal zou kunnen krijgen voor de andere tenlastelegging, aanranding van de eerbaarheid.
De arbeidsauditeur haalde tijdens de zitting snoeihard uit naar Fabre. ‘Ik kan me geen erger dossier voorstellen dan dit op het vlak van grensoverschrijdend gedrag op het werk’, zei ze. ‘De loopbanen van jonge vrouwen zijn gekraakt, zij betalen al jaren de prijs voor het gedrag van de beklaagde.’
Volgens het openbaar ministerie heeft Fabre zich onder meer ingelaten met publieke vernederingen, het systematisch negeren en afstraffen van mensen, het gebruik van bijnamen op basis van huidskleur of uiterlijk, seksuele avances, ongepaste aanrakingen en het uitnodigen van danseressen op zijn hotelkamer. ‘De lijst is oneindig, net als de die van de getuigenissen’, aldus de auditeur. ‘De verklaringen van slachtoffers en getuigen zijn overtuigend, geloofwaardig en stemmen overeen met verklaringen in het rapport van de preventieadviseur van Troubleyn.’
De auditeur had het nog over een ‘angstcultuur’ en een ‘bedreigende omgeving waarin niemand de beklaagde durfde tegen te spreken’. Fabre zou misbruik hebben gemaakt van zijn machtspositie ten opzichte van jonge danseressen om seks te vragen. ‘Ook de fotosessies vallen hieronder: de danseressen werden daarover benaderd tijdens het werk en het was niet duidelijk dat het voor een andere vennootschap of zelfstandige samenwerking zou zijn, het gebeurde steeds onder zijn werkgeversgezag. Niemand durfde te weigeren.’
Ook de aanranding van een medewerkster acht het OM bewezen, met extra bezwarende omstandigheid van misbruik van gezag ten opzichte van het slachtoffer.
Fabre afwezig
Zelf is Fabre voorlopig niet aanwezig.
De zaak wordt tijdens twee procesdagen gepleit. Vrijdag spreekt het openbaar ministerie zijn vordering uit en komen de burgerlijke partijen – de vermeende slachtoffers en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen – aan het woord. Op 1 april is het de beurt aan de verdediging en zal Fabre dus in principe wel aanwezig zijn en het woord nemen.
Op de eerste zittingsdag laat hij zich vertegenwoordigen door zijn advocaten.
Waarover gaat het?
De zaak startte in september 2018 met een open brief van twintig (ex-)werknemers van Troubleyn, die daarin te kennen gaven dat ze in de jaren voordien grensoverschrijdend gedrag hadden ervaren. Fabre zou zich schuldig hebben gemaakt aan pesterijen, intimidatie, machtsmisbruik, psychologische spelletjes en seksueel overschrijdend gedrag, wat ertoe zou hebben geleid dat verschillende leden het gezelschap verlieten en psychologische hulp moesten zoeken.
Het Antwerpse arbeidsauditoraat opende een onderzoek en in juni 2021 besliste de arbeidsauditeur om Fabre te dagvaarden voor enerzijds inbreuken op de welzijnswet (geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk) ten aanzien van twaalf vrouwen en anderzijds aanranding van de eerbaarheid ten aanzien van één vrouw.
Fabre zelf heeft tot nu toe steeds ontkend dat hij strafbare feiten zou hebben gepleegd.
Lees ook:
Manager van Jan Fabre, een jaar na de #MeToo-rel: ‘Er is van Jan een monster gemaakt’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier