Maarten Ketels reset de samenleving in ‘Troje’ (Het nieuwstedelijk)

© Ellen Haesevoets
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Flamboyant verteltheater over koppige en komieke zigeuners. En over de samenleving die te koppig en te weinig komiek is. Starring: één rasacteur, twee rashonden en een rasmuzikant die vibrerende vioolmuziek brengt. Ook gegarandeerd: zicht op een prachtige, dieprode woonwagen en op een dood paard dat Berlinde De Bruyckere-gewijs aan het plafond van een oude stookhal bengelt.

The Play = Troje

Gezelschap = Het nieuwstedelijk

In een zin = Zoals de verf van de muren bladdert, zo bladdert het engagement van Ketels vertelling. Het levert gelaagd verteltheater – in een prachtig decor – op dat door Geert Waegeman van een passend muzikaal kader wordt voorzien. Al waren enkele scènes zonder kader ook zeer welkom geweest. Troje mist wat stilte.

Hoogtepunt = Ketels vertelt over de eindejaarsfeesten met de Rom. In zijn eentje speelt hij een uitgelaten bende feestbeesten, inclusief de kater en het hobbelige nieuwjaarscadeau achteraf. Zijn twee viervoeters – ‘ik zorg voor hen alsof ze mijn telgen zijn’ – kijken vanuit hun zetel zorgelijk toe hoe hun baasje over de scène zwalpt, op een betonblok belandt, zich toedekt met een stoel en over de grond rolt. Die scène is een kantelpunt in het verhaal. Even knap is de scène waarin Ketels op jacht gaat, met behulp van moeders strijkplank…

Quote =

‘Als iedere nazaat van de Verlichting

Straks

Op Mars woont

Wordt de aarde misschien

Een reservaat voor de wilde mens

Met kleren van eigen kweek

Voedsel uit de grond

En water uit de lucht’

Meer info: www.nieuwstedelijk.be

‘Ik zou nu toch wel eens willen weten wat er waar is en wat niet.’ Lap, zeg. De voorstelling is amper afgelopen of een toeschouwer nestelt zich alweer in de vandaag zo begeerde jacht naar ‘de waarheid’. Exact de jacht die Maarten Ketels in Troje tracht te ontvluchten. Neen, hij staat niet te liegen dat hij zwart ziet want hij maakt graag oprecht theater over wat hem echt overkomt – een voorkeur van veel jonge makers – maar hij hanteert wél de vuistregel die zijn aanvankelijk stuurse gastheren, de Rom, ook hanteren: wat je gelooft en vertelt, dát is de waarheid.

Het ganse avontuur – van het transformeren van een kleine vrachtwagen tot een nostalgisch ogende woonwagen, over de eerste ontmoetingen tot het geweldige eindejaar – doet hij in geuren en kleuren uit de doeken.

Ketels vluchtte naar de Rom omdat het verdriet over onze chaotische wereld die mensen en dieren uitbuit te zwaar werd. En hij wilde ervaren hoe vrijheid voelt. Dus trok deze 21ste eeuwse Don Quichot naar een gemeenschap waar ‘de vrijheid’ zegeviert (dacht hij). Het bleek niet gemakkelijk om te infiltreren in die schichtige, teruggetrokken groep. Het ganse avontuur – van het transformeren van een kleine vrachtwagen tot een nostalgisch ogende woonwagen, over de eerste ontmoetingen tot het geweldige eindejaarsfeest – doet hij in geuren en kleuren uit de doeken in Troje. Dit is de eerste ‘jonge makers-voorstelling’ van Het nieuwstedelijk. Het Leuvense stadtheater geeft elk seizoen een jonge maker de kans om een traject te lopen in het gezelschap. Dat levert in dit geval geëngageerd verteltheater op dat opgetild wordt tot straf muziektheater-op-locatie, dankzij de expertise waarmee Het nieuwstedelijk Ketels traject omringde.

Zijn traject mondt uit in Stella Artois’ oude stookhal In den Horen, een prachtig gebouw waar de verf van de muren bladdert, de ijzeren katrollen wachten op werk en de brede boogvormige ramen het gebouw een haast gezellige charme geven. Vlakbij de ingang van het gebouw staat de dieprode woonwagen, Ketels zit ernaast. Je passeert hem en het eerste wat dan opvalt – of beter, schokt – is niet dat decor van vergane glorie. Aan het plafond van de hal hangt een dood paard. Het majestueuze beeld – duidelijk geïnspireerd door het werk van Berlinde De Bruyckere – snijdt door merg en been. Het dier belichaamt de slachtoffers die de brute, westerse wereld maakt. Maar het is evengoed een knipoog naar de ‘Trojaanse’ list waarmee Ketels in de zigeunergemeenschap infiltreerde. Meer verklappen we niet, anders heeft de man niets meer te spelen.

Dat spelen doet hij soepel, met een guitige twist en aangedreven door de stemmige soundscape van Geert Waegeman. Waegeman samplet viool met piano en beats (die van verre klinken als de beats waar Franse rappers zo tuk op zijn). Zijn muziek – een vinnige smeltkroes van ’typische’ zigeunerinvloeden en meer experimentele, moderne klanken – volgt en stuwt Ketels’ vertelling. Het klinkt prachtig. Omdat alle klanken (ook Ketels’ stem) je via een koptelefoon bereiken, voelden de makers zich blijkbaar verplicht om de ganse voorstelling vol geluid te plamuren. Dat is te veel van het goede. Er is amper ruimte voor stille momenten. Dat gemis aan stilte fnuikt Ketels spel.

Zoals Ketels de zigeunergemeenschap binnensloop, zo sluipt hij ook in de harten en hoofden van zijn publiek. Met een goed verhaal en sterke scu0026#xE8;nebeelden.

Zijn spel is fris, overtuigend, vaak grappig (en soms wat springerig, al lag dat wellicht aan de premièrestress) wanneer hij ontmoetingen en situaties naspeelt maar iets te broos als hij tegen zijn demonen vecht en met zichzelf kibbelt over de arme bananenboeren en de louche vleesindustrie. Die introspectieve scènes verliezen kracht doordat ze te zeer ‘gepimpt’ worden door geluiden en omdat Ketels een andere vertelstijl gebruikt die nog iets te wild zwalpt tussen reflectie, kritiek en poëzie. Toch maken die momenten de inhoudelijke kern uit van Troje. Want Troje is veel meer dan een warm, genuanceerd portret van die even gastvrije als koppige Rom bij wie Ketels enkele maanden woonde.

Zoals hij die zigeunergemeenschap binnensloop, zo sluipt hij ook in de harten en de hoofden van zijn publiek. Met een goed verhaal en sterke scènebeelden die de verpakking vormen van een scherpe, donkere wereldvisie. Een visie die hij ventileert met nog niet altijd even scherp gepolijste woorden én beantwoordt met aanstekelijk spel en indringende beelden waaruit breekbaarheid en vertwijfeling spreekt. Een van de mooiste scènes is het ingetogen slot waarin hij een vuurtje stookt, zwijgt en de samenleving reset. Laten we terug beginnen bij de ontdekking van het vuur, lijkt hij te beslissen. Echt waar? Echt waar.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content