Lukas Lelie duikt in de koekenkast: ‘Suiker is mijn prozac’
Vier jaar geleden zat stand-upper Lukas Lelie nog in de wagen naast Jelle De Beule, met zenuwen in het hart en een zakje half verteerd ontbijt op de schoot. Ondertussen is hij uitgegroeid tot een sterkhouder van De ideale wereld, dat op 5 december zijn vijfhonderdste aflevering viert. Deze week lanceert Lelie op YouTube ook het derde seizoen van Standaard Koekhandel. (Denk Winteruur, maar met een hoger risico op diabetes.) ‘De overdaad aan roze tv heeft stilaan komische hoogtes bereikt.’
‘Is witte chocolade chocolade? Mag peperkoek in de koekenrayon? Vraag maar, hoor. Ik ben bereid om hier en nu alle taboes te doorbreken.’
Met de YouTube-reeks Standaard Koekhandel heeft stand-upper en De ideale wereld-sidekick Lukas Lelie het afgelopen jaar een heel vreemd hoekje van het internet voor zichzelf afgebakend. Zo’n hoekje waar Steven Mahieu uitlegt hoe op elk familiefeest een eind weg gefilosofeerd werd over de juiste aanpak van het grote Tea Time-blik van Delacre. Waar Jonas Geirnaert Lelie op sleeptouw neemt naar de Lotusfabriek waar zijn vader destijds de Bimbo ontwikkelde. Of waar Jan Jaap van der Wal vertelt waarom hij bij het oversteken van de Belgische grens telkens een pak Marsepino weg moet werken.
Een jeugdhuis heeft me ooit uitbetaald in koeken. Sympathiek bedoeld, maar ik had toch liever geld gekregen.
Lukas Lelie: Je bedoelt mergpijpjes.
Is dat niet hetzelfde?
Lelie:(tot zichzelf) Rustig, Lukas. Hij weet niet beter. (tot mij) Trouwe kijkers kunnen je vertellen dat Marsepino hooguit verre familie is van het mergpijpje, én – fun fact – eigenlijk gewoon de nieuwe naam is van wat vroeger de Bimbo heette.
Echt een héél vreemd hoekje.
Op 21 november gaan de dertien afleveringen van seizoen drie van Standaard Koekhandel in première in twee uitverkochte zalen van Kinepolis Gent. ‘Vooraf geven we iedereen ook alle in het seizoen besproken koeken’, aldus Lelie. ‘Dat wordt bingen in de puurste vorm van het woord.’
Vóór Standaard Koekhandel een YouTube-reeks werd, recenseerde je al koeken op Snapchat.
Lukas Lelie: Voor dat een oord van vluchtige piemels werd, welteverstaan. Maar die recensies sloegen blijkbaar aan, tot op het punt dat fans exotische koeken met bizarre smaken voor me meebrachten uit het buitenland. Een jeugdhuis heeft me ooit zelfs uitbetaald in koeken. Ongetwijfeld sympathiek bedoeld, maar ik had toch liever geld gekregen. Om daar vervolgens zelf koeken mee te kopen.
Na mijn passage in Winteruur leek het me wel fijn iets soortgelijks op te zetten voor YouTube, weliswaar omtrent een thema waar ik wel iets van af weet. Gelukkig, en vreemd genoeg, vond de Delhaize van Sint-Amandsberg het meteen oké dat ik daar op maandagochtenden kwam filmen. Qua locatie is dat ook perfect, want Sint-Amandsberg is zowat het Vlaamse Hollywood van de comedy. Geen idee of Gunter Lamoot of de Neveneffecten hadden toegehapt als ‘de set’ niet op wandelafstand lag.
‘Koeken zijn emotie’, benadruk je graag. Is het erg dat ik werkelijk niets voel in het aanschijn van een frangipane?
Lelie: Ik stel gewoon vast dat normále mensen – die vanbinnen niet dood zijn – op basis van een koek heel gemakkelijk tot een half nostalgisch, half ironisch gesprek komen. Zo vertelde iemand me hoe een goede vriend dankzij Standaard Koekhandel na jaren eindelijk een connectie met zijn baas had kunnen maken. (grinnikt)
Welke koek doet het voor jou?
Lelie: Een Vitabis katapulteert me meteen terug naar de kleuterklas, en dus naar simpeler tijden. Maar je kunt me net zo goed los zien gaan op dinosauruskoeken, hoor. Ik ben eerder een zwevende koekeneter.
Voor mij zijn koeken puur chemisch geluk. En mensen die zeggen dat humor het beste medicijn is, hebben duidelijk nog nooit een pak Kinder Bueno’s geïnhaleerd. Als ik na een lange draaidag en een paar uur Brusselse files thuiskom, stop ik mezelf vol met alle suiker die ik in huis kan vinden tot ik me beter voel. Het heeft iets treurigs, maar dat is mijn prozac. (denkt na) Vreten is gewoon mijn vreemdgaan: ik doe het stiekem, word schichtig als ik iemand de trap op hoor komen en verstop de koeken helemaal achteraan in de kast zodat mijn vriendin niet kan zien hoeveel er nog overblijven. Want als je ze niet kunt zien, heb ik ze dan wel opgegeten?
Schrödingers koek?
Lelie:(grinnikt) Ik ben ondertussen zeer bedreven in het goedpraten van mijn eigen falen. Zeg bijvoorbeeld niet: ‘Lukas, in het eerste seizoen zie je jezelf verdikken naarmate de afleveringen vorderen, tot je bijna uit die XL-kersttrui barst.’ Maar zeg: ‘Lukas, wat heb je daar op hoogst poëtische wijze vorm en inhoud laten samenvallen.’
Na seizoen drie verdwijnt Standaard Koekhandel voorlopig weer achteraan in de kast. Maar je broedt naar verluidt al op iets nieuws.
Lelie: Ik heb even met het idee gespeeld om deze winter elke dag een adventskalender met snoep en koeken te recenseren, maar mijn dokter heeft het me afgeraden. Dat, en ik had geen idee hoe ik dat tot kerst interessant kon houden. Maar ik hoop mijn YouTube-kanaal wel verder uit te bouwen tot een soort micro-Netflixje met stukjes stand-up, mijn sketches over koken, Standaard Koekhandel en wat toekomstige projecten.
***
‘Als ik Herbert Flack ooit in Sint-Amandsberg krijg, wil ik nog wel een Standaard Koekhandel-special overwegen’, bedenkt Lelie zich mijmerend. Flack liet namelijk een nogal verpletterende indruk na op Lelie, toen die stage liep op de set van Aspe. ‘Op mijn laatste draainacht doemde hij opeens op uit de mist. Hij nam me vast, gaf me een kus en zei: “Lukas, ge zijt nen braven.” Waarop hij drie stappen nam, zich nog een laatste keer omdraaide en daaraan toevoegde: “Maar de stiel is niet braaf.” Een heerlijk filmisch momentje. En vrij zeker dat dat exact zijn bedoeling was.
Heb je Flacks advies ter harte genomen?
Lelie: Je moet sterk in je schoenen staan in de tv-wereld. Ik heb dat gaandeweg moeten leren. Maar het mooie aan Woestijnvis is dat ze je ook de tijd geven om bij te leren, en de kans om een paar jaar in een hoekje te zitten huilen en bibberen zonder je meteen weg te sturen.
Metaforisch huilen, bedoel je?
Lelie: Ja, laten we daarvan uitgaan. Maar ter illustratie: toen ik de eerste keer mocht meerijden met Jelle De Beule en Koen De Poorter, twee van mijn helden, is Jelle onderweg op de pechstrook moeten stoppen. Ik was echt kotsmisselijk van de stress. En daarna was ik zo van mijn melk dat ik doodleuk weer ben ingestapt met dat zakje halfverteerd ontbijt op mijn schoot. (denkt na) Of die keer – om dan maar binnen het thema te blijven – dat ik een koek ging halen aan de automaat, er een paar schermgezichten passeerden, en ik uit pure nervositeit de prijs in plaats van het nummer intikte. Waarop een lege spiraal ging draaien, en ik om de boel te ‘redden’ dan maar naar een fictieve koek grabbelde en fluitend wegwandelde. (droog) Die ongemakkelijkheid is er éíndelijk wat uit. En ik mis ze eerlijk gezegd niet.
Mensen die zeggen dat humor het beste medicijn is, hebben duidelijk nog nooit een pak Kinder Bueno’s geïnhaleerd.
Extreem, maar blijkbaar niet eens zo uitzonderlijk. Sarah Vandeursen vertelde onlangs in De Standaard dat ze na een jaar nog steeds haar plaats op de redactie niet had gevonden.
Lelie: Bij mij heeft het zelfs langer geduurd voor ik enigszins in mijn eigen capaciteiten geloofde. Op een bepaald moment was ik zelfs zeker dat het niets zou worden. (schuift wat nerveus op zijn stoel)
De ongemakkelijkheid is eruit, zei je?
Lelie: Ik anticipeer gewoon op je volgende vraag. En ik weet nu al dat ik daar niet graag over zal praten.
Vandeursen stelde vast dat ze als vrouw min of meer onzichtbaar werd op een redactie van voornamelijk mannelijke tafelspringers en haantjes. Zullen we dat even uitgebreid analyseren, als mannen onder elkaar?
Lelie: Ik wéét niet hoe het is om als vrouw op onze redactie te zitten. Als zij dat zo aanvoelt, dan is dat gewoon zo. Daar moet niet over gediscussieerd worden. Dat interview heeft mij eerlijk gezegd wat verrast, maar is dat niet gewoon de standaardreactie van elke man wanneer iemand een mogelijk probleem aankaart? ‘Hoezo? Is er iets misgelopen? Ik was mij hier nochtans goed aan het amuseren.’ (dun lachje)
Toegegeven, ik had tot voor kort een ander beeld van jullie redactie. Eerder…
Lelie:… een bende onzekere, nerveuze creatievelingen bij elkaar? Een hoop mensen die schichtig de brainstormruimte binnensluipen en hun eigen ideetjes ook weer meteen onderuitschoffelen met een ironische ‘Bon, dat is dan af, hè!’ Zo ervaar ik het ook. Maar dat is dus subjectief.
Je studeerde regie, specialisatie televisie. Was dit het pad dat je met die opleiding in gedachten had?
Lelie: Kranten lezen, filmpjes maken en met een hoop hilarische mensen samenwerken, bedoel je? Ik kan echt niets fijners verzinnen. Voor iemand die graag op negativisme teert, is dat echt een lastige vaststelling, maar ik ben voorlopig perfect gelukkig.
Dat klinkt alsof je al op iets broedt voor de toekomst.
Lelie: Ik hoop ooit de actualiteit te mogen loslaten en met dezelfde groep gewoon van een wit blad te vertrekken. Geen idee wat dat zal opleveren, maar ik weet wel dat er een generatie klaarstaat om Vlaamse tv-comedy donkerder en cynischer te maken. Geef toe, de overdaad aan roze televisie heeft toch stilaan komische hoogtes bereikt? Tussen alle Merci voor de muzieks en Make Belgium Great Agains is De ideale wereld momenteel het enige stukje venijn op tv. Er is echt nog ruimte voor venijn.
DIW lijkt alvast weer scherper uit de hoek te komen. Cynischer ook. Denk maar aan Lander Cobbaert die als woordvoerder van Novartis geld uit het knuistje van baby Pia gaat rukken. Of aan hoe mediaminister Benjamin Dalle aangepakt werd, vlak na de aankondiging dat de VRT de broeksriem zou moeten aanhalen.
Lelie: Ik hoor het je graag zeggen, want we zijn naar mijn smaak heel sterk bezig. Het doet deugd te merken dat we erin slagen de vinger op de wonde te leggen, maar tegelijk: DIW zal geen regeringen doen vallen, hè. Je hoopt af en toe eens iemand echt een hak te zetten, maar we zien ook hoe vaak de politici die we erdoor sleuren die clip achteraf zelf delen. Als satirisch programma ben je op de een of andere manier ook gewoon deel van het systeem.
Door je verplichtingen bij DIW lijkt je eigen stand-up tegenwoordig wel op het achterplan beland.
Lelie: Die pauze heeft me goed gedaan. Ik was stand-upcomedy, en mijn ouder materiaal, even helemaal beu. Als je er vier dagen per week grappen uit moet persen voor tv heb je bovendien weinig zin om je thuis nog eens aan het schrijven te zetten. Maar ondertussen ben ik weer uit die dip en werk ik rustig verder aan die tweede zaalshow.
Het zal niemand verbazen, maar Ik doe mijn best ging goeddeels over eten. Ga je op dat elan verder?
Lelie: Alles wat ik voorlopig geschreven heb, gaat inderdaad weer over eten. Aangezien ik daar zo hard mee bezig ben, is dat ook niet onlogisch. Maar we zien wel waar we uiteindelijk landen. Op zijn minst ben ik als comedian geëvolueerd: ik durf meer, beweeg meer, en er zit al eens intonatie in mijn grappen. Gelukkig, want ik zat stilaan vast in dat ingetogen, zelfdestructieve podiumtypetje met de slobbertrui. Wat misschien wel een wezenlijk deel van mezelf is, maar als iemand dan plots een grote mond opzet in de zaal, is het heel moeilijk om ‘Houd uw bakkes!’ te roepen. (lacht) Weg illusie.
Wat Louis C.K. gedaan heeft, zit in een grijze zone. Dat is voor mij onvoldoende reden om hem af te vallen.
Voor iemand die Louis C.K. altijd als zijn grootste voorbeeld noemt, breng jij eigenlijk relatief brave comedy.
Lelie: In Vlaanderen ben je nogal snel een ‘gewaagde’ comedian. Ik heb ooit een mop gemaakt over de Mona Lisa – gewoon, het schilderij – waar de zaal al gechoqueerd op reageerde.
C.K. kwam in opspraak in de nasleep van MeToo. Heeft dat ook maar iets veranderd voor jou?
Lelie: Dit jaar heeft hij twee Brusselse try-outs op één avond gespeeld. Ik heb ze allebei gezien. Louis C.K. blijft mijn stand-upheld, wat betekent dat ik toch wat denkwerk had toen bekend raakte dat hij al eens rare dingen deed op een hotelkamer. Alleen was de conclusie zeer frustrerend en onbevredigend. Want ik kom telkens weer uit op: ik weet het niet. Het probleem is dat je de letterlijke transcriptie van wat in die kamer is gebeurd – ‘Mag ik masturberen voor u?’ ‘Ja.’ – door twee acteurs op honderd manieren kunt laten spelen. Vijftig keer zal C.K. daar behoorlijk creepy uitkomen, maar vijftig keer ook niet. Het zit ergens in een grijze zone, en dat is voor mij niet voldoende om hem af te vallen. (schakelt) In de koekenwereld is het eigenlijk erger gesteld: als mensen me een koek aanbieden en ik weiger beleefd, dan blijven ze die vaak aanbieden. Als het op koeken aankomt, betekent nee blijkbaar nooit echt nee.
Je praat echt liever over koeken dan over wezenlijke thema’s, hè?
Lelie: Sorry, maar ik erger me dood aan die grote meningenmolen, nog meer sinds ik er mezelf dagelijks aan moet blootstellen voor DIW. En ik heb echt geen zin om daar deel van uit te maken. (denkt na) Vanochtend las ik hoe mensen steeds vaker ten onrechte egels begraven: ze denken dat die dood zijn, terwijl ze gewoon hun winterslaap houden en spitten ze onder. Laten we het daar dan toch eens over hebben!
Het begint me te dagen waarom je zo gehecht bent aan Standaard Koekhandel. Omdat het een rustpuntje is, vrij van polemieken.
Lelie: Je zou dat denken. Maar ik heb debatten meegemaakt waar met een soort MeToo-energie gediscussieerd werd over ‘Is Twix een koek of niet?’ (lacht)
Standaard Koekhandel
Het derde seizoen gaat op 21/11 in première in Kinepolis Gent en begint vanaf 25/11 op YouTube.
De ideale wereld
Elke dinsdag en donderdag op Canvas.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Lukas Lelie
Geboren in 1990 in Gent, opgegroeid in De Pinte.
Studeert regie, specialisatie televisie, aan het RITCS.
Wordt in 2014, na zijn winst in Humo’s Comedy Cup, opgepikt door Woestijnvis en De ideale wereld. Zijn YouTube-projectje Comedy Karaoke krijgt ook een tweede leven in DIW.
Debuteert in 2017 met zijn eerste zaalshow Ik doe mijn best.
Filosofeert sinds 2018 in zijn lokale Delhaize met andere comedians over Leo’s en Cent Wafers voor Standaard Koekhandel.
Mijmert nog steeds over die keer dat een vrouw Alex Agnew de BNP Paribas van de comedy noemde, maar hem toch wel duidelijk de Argenta van de comedy. ‘Ik weet nog steeds niet wat ik daarmee moet.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier