In ‘Unisono’ bidt Abke Haring het gebed dat we allemaal bidden

unisono, abke haring © © kurt van der elst | kvde.be
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

In het gezelschap van vier typische grijswitte formicakeukenstoelen en een formicatafel keert Abke Haring naar binnen. Het vreemde is dat deze ingekeerde solo zó gespeeld wordt dat het publiek kan binnentreden in die cocon vol stilte, vertwijfeling en trillende rust.

The Play = Unisono

Gezelschap = Toneelhuis

In een zin = Haring prevelt een gebed, loopt een ritueeltje, vermenigvuldigt het woord ‘naastenliefde’, klampt zich vast aan haar tafeltje en haar mok thee en toont een mens die in zichzelf rust vindt en op die manier weerstand biedt aan de onrust om hem heen. Zo ogen we vandaag allemaal.

Hoogtepunt = Met haar linkerhand houdt Haring haar kin vast, zoals volwassenen dat wel eens bij kinderen doen als ze hen recht in de ogen willen kijken. Zachtjes duwt de hand de kin omhoog en voorwaarts. De reikende beweging die ze met haar hals maakt, maak je haast onbewust ook als toeschouwer. Haring staat recht. Een tikkeltje herboren. Zo voel je je ook na deze voorstelling. Een tikkeltje herboren. Magie is het.

Quote = Een uitzicht / wat ik zoek / een adem waar ik met een duwtje in de rug /op steunen kan.

Meer info: www.toneelhuis.be

Een dweiltje. Dat is het eerste wat je zag wanneer je op de première de woonkamer – sorry, de speelruimte – van Harings Unisono betrad. ‘Toneelhuisbewoner’ Abke Haring speelde de premièrereeks van haar solo niet in de prestigieuze Bourlaschouwburg maar in de oude balletschool waar elke Toneelhuisbewoner zijn/haar schrijf- en werkkamer heeft. De benedenverdieping is de repetitieruimte.

Die ruimte palmde Haring in als speelruimte. En dat betekent dat er geen noemenswaardige entree was. Je stapte zo de speelvloer op. Bij regenweer moest je dus – zoals je dat ook thuis hoort te doen – eerst over een dweiltje stappen dat een medewerker gauw voor je voeten gooide. Intiemer en huiselijker kon haast niet. En het bleek de ideale introductie tot dit intieme, haast huiselijke stuk.

De ruimte is zwart. Maar niet op een kille manier. De scène is afgeboord met lange zwartfluwelen gordijnen. Op de scène staan drie grote, afgeschermde lampen die een zacht, wit licht (even wit als de sneakers van Haring) verspreiden. Op de speelvloer staan een tafel en vier stoelen.In glanzend formica (even glanzend als de sneakers van Haring).

Er is iets met die sneakers. Ze zijn niet te groot maar ze lijken enorm groot. Het zijn stevige schoenen om stevig in het leven te kunnen staan. En het is die stevigheid waaruit deze monoloog ontstaat en bestaat. Haring ijsbeert door de ruimte wanneer de toeschouwers plaatsnemen. Vervolgens schenkt ze zichzelf een vuurrood kopje thee in en wandelt naar de tafel. Ze gaat zitten en kijkt. Ze kijkt. Ze ademt. Ze zwijgt. En ze blijft zwijgen. Net wanneer je denkt dat het zwijgen wel erg lang duurt, begint ze te spreken. Dit is typisch Haring. Ze weet stilte en klank perfect te ritmeren. Ze zegt een gebedje, zonder zich tot een god te richten. Van daaruit golft ze het dagelijkse leven in. Ze somt de meest vreemde en gewone gadgets op, suggereert een gezinsleven (met een kat en een geliefde die havermout wil en een broodmachine die ’s morgens brood gebakken heeft). Tussen dat opsommen van dagelijkse, mooie, zorgende en gekke dingen door vonken zinnen vol pijnlijk poëtische geformuleerde levenswijsheid over de spijt die aan de randen van je hart knabbelt, over vragen die je van de muur kan schrapen, over het moment nemen zelfs als je het niet van plan bent. En het woord ‘naastenliefde’ doorkruist dapper alle zinnen…

Haring blijft intussen stokstijf op de stoel zitten. Zo lijkt het toch. Tot je naar de sneakers kijkt. Die bewegen heel zachtjes op het ritme van haar spreken. Haring speelt eerder een vorm dan een personage. Ze belichaamt een ritueel dat iemand dagelijks uitvoert om grip te houden op het leven te midden alle dingen. Het lijkt een ritueel om troost te vinden, of steun. Ze vertolkt een gebed dat we vandaag allemaal op de een of andere manier bidden. Nadien wil je nog eens. Nog eens kijken maar vooral nog eens lezen. Nog eens op de carroussel van ogenschijnlijk banale woorden zitten en rondje na rondje de helende impact van die woorden ervaren. Gezeten aan je eigen (formica)tafeltje in de zoemende stilte van je keuken, waar de rode theekop de enige houvast lijkt en een dweiltje alle nattigheid en andere ellende netjes stopt aan de deur.

Els Van Steenberghe

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content