Gilles De Schryver en Ineke Nijssen tonen hoe hun hart openbarst als een gepofte maïskorrel in ‘Vrouwen van de zolder’ (Het KIP)

© Thomas Dhanens
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Regisseur Yahya terryn maakt in ‘De vrouwen van de zolder’ toneel in de stijl van zijn leermeester, de overleden regisseur Eric De Volder. En scoort met deze hartverwarmende ode aan de Volder en de prutsende mens.

The Play = De vrouwen van de zolder

Gezelschap = Het Kip

In een zin = Deze ode aan Eric De Volder is schoon, bont, welriekend en straf gespeeld toneel over mensen die zich als een geplet ‘popcorntje’ voelen maar niet versagen. Toneel dat je, ondanks nog wat onevenwicht tussen de scènes, zou willen inkaderen en aan de muur hangen. Om het stuk zoveel mogelijk bekijken terwijl je tracht te vermijden dat het leven je plet tot ‘een popcorntje’.

Hoogtepunt = Een dramatische liefdesscène rond de pot vers gepofte popcorn doet het hart van de zoon des huizes openbarsten. Hoe expressief (zonder bombastisch te worden) Gilles De Schryver dat speelt, is ongezien.

Quote = ‘Stond ze voorovergebogen omdat hij zodanig stampen in haar maag had gegeven dat ze niet rechter kon staan?’

Meer info: www.hetkip.be

De tengere Gilles De Schryver torent als ‘de huisbaas’ hoog boven ‘huurder’ Ineke Nijssen uit. Hij draagt laarzen met éxtra éxtra dikke houten zolen. Hij briest, brult en loopt wijdbeens en met een broek vol goesting over de kale scène. Dan maakt hij rechtsomkeer, verdwijnt achter het kledingrek en komt enkele seconden later terug tevoorschijn. Deze keer als de zoon van Ineke Nijssen. Broos, met een rug die gebogen is van verdriet en haast een kop kleiner dan zijn moeder.

Dat De Schryver op een paar minuten tijd zowel mentaal als fysiek volledig kan switchen in deze De vrouwen van de zolder is een wonderlijke krachttoer binnen een voorstelling die an sich ook al een uitzonderlijke prestatie is. Want de insteek is allesbehalve evident. Ineke Nijssen kroop vijf jaar na het overlijden van regisseur Eric De Volder (met wie ze onvergetelijke straffe stukken maakte zoals Diep in het bos en Achter ’t eten) op de zolder van De Volder. De man bezocht regelmatig rommelmarkten en zocht er naar inspirerende kleinoden, van een bundeltje liefdesbrieven tot een postkaartje met een cryptische tekst. Nijssen verzamelde een koffer met materiaal – cassetjes met zuiderse muziek, brieven, een heus manifest over theater – en opende die op de eerste repetitiedag. Samen met regisseur Yahya terryn en acteur Gilles De Schryver ontdekte ze de kofferinhoud. Eerst al lezend, vervolgens al improviserend. Daarbij vermeed het trio krampachtig om in De Volders taalidioom terecht te komen. Tot ze beseften dat ze krampachtig bezig waren…

terryn deed vervolgens wat eigenlijk niet hoort: hij diste de taal van Eric De Volder op. Die taal bestond uit van emotie verwrongen personages die over een kale scène zwalpen, met een gezicht vol expressieve schmink en omhuld door nog expressiever licht. Het idee lijkt fout maar het resultaat vonkt.

Dat heeft enerzijds met de twee topspelers te maken. Nijssen voelt zich uiteraard als een vis in het water in dat idioom en vertolkt hier de gekraakte, oude moeder die haar zoon alleen moet opvoeden terwijl zijn vader in Spanje stieren bevecht. Voor De Schryver is dit idioom nieuw maar zichtbaar bevrijdend. Hij speelt expressiever dan ooit, ‘schart’ dieper dan ooit in zijn ziel en raakt meer dan ooit. Niet alleen doordat hij alle emotionele registers opentrekt maar vooral door de gezwinde manier waarop hij schakelt tussen emoties en personages.

terryn neemt zijn acteurs en publiek mee in een typisch ‘De Volder’-verhaal maar maakt het stuk ook tot een typische ’terrynworp’. In tegenstelling tot De Volder zit de gewrongenheid van de personages minder in hun zangerige, bonte taal en fysieke acteerstijl maar in de confrontaties tussen elkaar en in scènes die op het eerste zicht onnozel lijken, zoals de scène waarin popcorn gemaakt wordt. Soms voel je De Volders melancholische idioom nog wat wringen met terryns onstuimiger hand. Dat zorgt voor ruis en stroefheid maar bederft het kijk- en spelplezier allerminst.

In De vrouwen van de zolder schildert terryn met licht zoals De Volder dat deed en zet hij de kleine mens met zijn grote problemen op een kale scène, net zoals De Volder. Maar terryn maakt de personages tot meer dan uit Vlaamse klei geboetseerde iconen. De Schryver en Nijssen worden – door die realistischer taal en lichaamshouding – ook metaforen voor mensen die vandaag de popcorn van de vloer zouden schrapen. Uit armoede, bijvoorbeeld. ‘Ik voel mij als een popcorntje’, zegt een van de twee. In die zin zit alles wat dit stuk is: het klinkt grappig maar het zindert rauw na. Deze ode aan Eric De Volder is schoon, bont, welriekend en straf gespeeld toneel over mensen die zich als een geplet popcorntje voelen maar niet versagen.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content