Frigoboxtoeristen 2.0 gesignaleerd in NTGents ‘Learning how to walk’

© Jules August
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

De mooiste theaterervaring had Benny Claessens de afgelopen jaren niet in een theater maar op een strand, ergens in Spanje. De compleet relaxte manier waarmee hij zich overgaf aan de dingen en rustig toekeek, vormde het uitgangspunt voor ‘Learning how to walk’ waarvan hij de regisseur en een van de performers is.

The Play = Learning how to walk

Gezelschap = NTGent

In een zin = Dit is een atypische stadstheatervoorstelling, bestemd voor de avonturiers onder de toeschouwers die zich graag laten verrassen door een parade van dansante scènes waarvan de sfeer evolueert van kinderspel over kampvuurspel tot erotisch spel en rouwritueel. Iets te veel gegiechel zorgde op de première voor ruis.

Hoogtepunt = Claessens legt een dun, bladerloos boompje dwars over zijn hoofd en loopt er zachtjes mee over de scène terwijl de muziek van het Gentse elektropunkduo Nid en Sancy je zachtjes in een rituele, roesachtige sfeer duwt.

Meer info: www.ntgent.be

Wow! How wonderful that you ‘ve made it! Was it hard to come in time? And take some water. You can always take some water during the performance. And… you can put grenadine in it! Enjoy, make it yourself comfortable.’ En zo gaat Lara Barsacq nog een tijdje door tot elke toeschouwer een zitje vindt.

Frigoboxtoeristen 2.0 gesignaleerd in NTGents 'Learning how to walk'
© Jules August

Intussen verwelkomen ook Benny Claessens, Elsie de Brauw, Risto Kübar en Lisi Estaras het publiek. In de zaal. Of gewoon, in de foyer. Deze voorstelling breekt op alle mogelijk manieren met de conventies in het theater. Een van de mooiste beelden van de avond ontstaat daardoor pal voor onze wachtende voeten: Johan Simons wandelt samen met eega Elsie de Brauw naar de zaal. Net voor ze die zaal ingaan, houdt het koppel halt. Ze staan naast elkaar, de armen stevig in elkaars zij en het hoofd van de Brauw past net tussen het hoofd en de schouder van Simons. Een levend standbeeld vol liefde, troost en moed. Geen idee of Benny Claessens ook dit beeld regisseerde maar het past perfect in de eigenzinnige taal die hij steeds duidelijker ontwikkelt. Dat bleek ook eerder dit jaar tijdens zijn fabuleuze solo Hello Useless – For W. and Friends. Claessens toont in beide producties zijn vermogen om warse scènebeelden te componeren die bengelen tussen romantiek en weemoed, ontroeren én ontwrichten en op een gekke manier even bevreemdend als herkenbaar zijn. Hij deconstrueert de klassieke theatertaal om tot meer louterend en oprecht theater te komen.

In zijn solo deed hij zowat alles zelf, in deze voorstelling laat hij zich omringen door vier performers, de uitmuntende scenograaf Jozef Wouters en elektropunktovenaars Nid & Sancy alias Bart Demey en Tania Gallagher.

Een van de mooiste beelden ontstond pal voor onze wachtende voeten: Johan Simons wandelt samen met eega Elsie de Brauw naar de zaal. Net voor ze de zaal ingaan, houden ze halt. Ze staan naast elkaar, de armen stevig in elkaars zij en het hoofd van de Brauw past net tussen het hoofd en de schouder van Simons. Een levend standbeeld vol liefde, troost en moed.

Wouters bouwde niet alleen een stuk van de sierlijke Minardscène na. Hij printte ook Caspar David Friedrich’s Wanderer Above a Sea of Fog op een tapijt en deed de ploeg maar liefst drie gigantische doekdecors cadeau: eentje met een strandscène, een zonsondergang en een zwart-witbeeld van een paalwoning. Alle decors verwijzen naar de werkelijkheid. De werkelijkheid die niets meer is dan een decor waarin we leren (samen)leven. Te midden die decors – waaruit een nood spreekt om aan de ratrace te ontsnappen en zich over te geven aan zon, zee, zand en lucht – leren de vijf stappen, praten, raken, eenzaam zijn en sterven. In die volgorde. Ze springen houterig over een betonblok, stapelen keien, ordenen twijgen, … En ze weten dit alles met zo een ontwapenende vanzelfsprekendheid te doen dat je effectief het gevoel krijgt naar strandtaferelen te kijken waarin enkele ietwat bandeloze frigoboxtoeristen de tijd van hun leven hebben.

Maar ze zijn zo veel meer dan ‘bandeloze toeristen’. Dit zijn vijf uitstekende performers die elkaar voortdurend prikkelen in een productie die verraderlijk luchtig en nonchalant oogt maar eigenlijk een met frisse intuïtie opgebouwd portret van een aangekondigd sterven lijkt. Na het huppelen en het praten krijgt elke mens in zijn leven een mokerslag toegediend waarvan hij even moet bekomen en waarna het bestaan een omgaan met de dood en de doden wordt. Dat is wat Learning how to walk toont. De vijf stappen, dansen en kruipen doorheen die verschillende fases. Dat levert prachtige groepsknuffels op, een poëtisch voorleesmoment op het tapijt, een gore orgie, een tere pauze waarbij een performer tussen twee planken staat en gewiegd wordt door twee andere performers die elk een plank vasthouden.

Dit zijn vijf uitstekende performers die elkaar voortdurend prikkelen in een productie die verraderlijk luchtig en nonchalant oogt maar eigenlijk een met frisse intuïtie opgebouwd portret van een aangekondigd sterven lijkt.

Maar wanneer er gepraat moet worden, gaat het vier uur durende Learning how the Walk al eens uit de bocht. Tijdens het praten (en deels improviseren) wordt er iets te veel gelachen. Of, correcter misschien: tijdens de première van deze voorstelling waarin Claessens zijn performers maximale vrijheid geeft, sloeg de giechelkoorts iets te vaak toe. Dan breekt de spankracht van het scènebeeld, kijk je naar weinig meer dan gegiechel en voel je je buitengesloten. Voor even.

'Learning how to die'
‘Learning how to die’© Jules August

Want Claessens bouwt na het derde luik, Learning how to touch, het imponerend stil Learning how to be alone waarin hij het publiek zo ver krijgt dat het meer dan een kwartier voor zich uit zit te staren naar een lege, schemerige scène. Het is de manier waarop je voor je uit staart als het leven de grond van onder je voeten trok. Na die stille scène gooit Claessens er een indringend Learning how to die tegenaan. Het begon op de première alweer te giechelachtig en dus te slordig maar breekt uiteindelijk open tot een van de mooiste scènes van de avond waarin Claessens zich een performancekunstenaar toont die de leegte vol betekenis stampt met niets meer dan wat Duct Tape om de levenslijn te tonen, een boompje om het uit evenwicht raken te symboliseren, wat hooi en wat klei om een doodsmasker te maken én met een blik waaruit zachtheid en wanhoop spreekt. Het is de blik waarmee je vier uur lang naar de scènes kijkt – zacht naar de mooie, gelaagde beelden en wanhopig naar de momenten die worden slap gegiecheld – en waarmee je levenslang naar jezelf en je medemens kijkt.

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content