‘De dingen die voorbijgaan’ (Toneelgroep Amsterdam & Toneelhuis) is steengoed tekst- én danstheater…

© Jan Versweyveld
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Ivo van Hove overtreft zichzelf, nog maar eens. Als een goudsmid weegt hij alle componenten af en levert een indrukwekkend intieme en actuele versie af van Louis Couperus’ De dingen die voorbijgaan.

The Play = De dingen die voorbijgaan

Gezelschap = Toneelgroep Amsterdam en Toneelhuis

In een zin = In De dingen die voorbijgaanweegt van Hove als een goudsmid alle theatrale componenten minutieus af. Zo componeert hij scènebeelden die in al hun evenwichtigheid ook de ideale vertaling van een woeste gemoedstoestand zijn. Vreemd genoeg.

Hoogtepunt = De liederlijke liefdesscène tussen Elly en Lot met veel aardbeien, slagroom én tederheid. Even straf: het mistige slot of de regenscène. Telkens scènes waarin Ivo van Hove onvoorstelbaar mooie, indrukwekkende scènebeelden componeert die bol staan van de zeggingskracht zonder ‘spectaculair’ te willen zijn.

Quote = ‘Altijd, altijd maar werken; dan dacht je zoo niet aan je eigen

en aan al die angstige dingen en al werkende, verdorde en verwelkte je wel, maar je

verdorde en verwelkte zonder te veel tijd te hebben er over te tobben…’

Meer info: www.tga.nl (De voorstelling is enkel nog te zien in december in Amsterdam)

Geen mens weet hoe Ivo van Hove het doet. Maar, de man levert alwéér een meesterwerk af met De dingen die voorbijgaan naar het boek Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan… (1906) van Louis Couperus. Een meesterlijk stuk omdat van Hove met een aan onvoorstelbaarheid grenzende perfectie elke zin aan het juiste scènebeeld (en de juiste acteur) koppelt.

Impressionant is het woord dat op elk aspect van deze voorstelling gekleefd kan worden. Laten we beginnen met het eerste dat je ziet als je de zaal in wandelt: het decor. Je kijkt in een lange ‘zaal’ met roomwitte tegelvloer. Het lijkt een opgeblonken, troosteloze feestzaal waar troosteloze familiefeesten komen en gaan. De achterwand van spiegelglas – waarin het publiek naar zichzelf staart – maakt moeiteloos duidelijk dat Couperus’ familieverhaal ook over ons, over élke familie gaat. Voilà, de relevantie van het verhaal over de familie van het stokoude koppel Takman (Gijs Scholten van Aschat) en Ottilie (Frieda Pittoors) wordt aangetoond nog voor er een woord werd gezegd. Faut le faire. Aan weerszijden van de tegelvloer staat een rij typische wachtzaalstoelen. Achter beide stoelenrijen prijken ‘ramen’ waarop met klei grove gezichten zijn getekend. Een geniale zet van scenograaf Jan Versweyveld om zo het voortdurend opdoemen van herinneringen aan familiegeheimen en vetes zichtbaar te maken.

De eerste scènes voelen stroefjes en te luchtig aan. Lot en Elly (uitmuntend vertolkt door Aus Greidanus Jr. en Abke Haring) én hun liefde voor elkaar worden geïntroduceerd. Even vrees je dat van Hove zijn acteurs gevangen neemt in sober ’toneeltje spelen’. Niets is minder waar. Van Hove bouwt het verhaal laag per laag, familielid per familielid op. Hij stript Couperus’ tekst en houdt vooral de levenswijze zinnen over. Op het zeggen van die zinnen is niet zomaar een beetje geoefend. Daar is met minutieuze precisie gewerkt. Dat choreograaf Koen Augustijnen naast van Hove zat tijdens de repetities, merk je aan de kleine maar cruciale individuele en groepsbewegingen die van elke scène een tot in de details uitgewerkt plaatje maken die Couperus’ familieverhaal tonen en overstijgen. Soms ben je het spoor in alle familielijnen eventjes bijster maar dat doet er niet zo heel erg toe. Er is genoeg schoons te zien en te horen.

Het opmerkelijke aan deze creatie is dat van Hove niet alleen zijn acteurs maar ook zichzelf naar nog een hoger niveau tilt door onder meer de choreografische blik van Augustijnen in zijn regie te incorporeren. Katelijne Damen, bijvoorbeeld, speelt als mama Ottilie (zij is de moeder van Lot en de dochter van de oudere Ottilie), een van haar meest dansante en innemende rollen (en weet er zelfs humor in te verwerken). Ook het live gespeelde klankenlandschap van Harry de Wit stuurt en kleurt de sfeer intensief.

In De dingen die voorbijgaan weegt van Hove als een goudsmid alle theatrale componenten minutieus af. Zo componeert hij scènebeelden die in al hun evenwichtigheid ook de ideale vertaling van een woeste gemoedstoestand zijn. Vreemd genoeg. Hij legt de actuele kern van Couperus’ klassieker bloot door radicaal te kiezen voor een vormgeving die uitblinkt in tijdloze schoonheid (met enkele barokke accenten) en rijk, haast choreografisch perfect spel dat uitblinkt in ontwapenende helderheid. Deze man regisseert met een arendsoog én met een open hart. Wat hem raakt, legt hij met verbazingwekkende zorgvuldigheid vast. Zo biedt hij zijn publiek de allerbeste versie van de allerintiemste familietaferelen en laat hij je via de schoonheid van beeld en woord nadenken over de lelijkheid van achterklap en bedrog, een ziekte waaraan zo veel families lijden.

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content