Danstheater:Vader op den dool
Peeping Tom wil met ‘Vader’ de fleur (en soms het gebrek eraan), de waanzin en de melancholie van het ouder worden portretteren. Het Brusselse collectief rijgt als vanouds de straffe beelden aan elkaar maar die vormen eerder een wat stuurloze dan een ijzersterke voorstelling.
The Play = Vader
Gezelschap = Peeping Tom
In een zin = Zoals elke Peeping Tom-creatie barsten de personages geregeld spontaan in dansen uit in een tot in de puntjes verzorgd, hyperrealistisch decor. De som van die explosieve, soms rakende dansmomentjes levert echter nog geen gebald danstheater over het (on)geluk van ouder worden op.
Hoogtepunt = Een van de eerste scènes waarin een dametje daarheen beweegt waar haar handtas haar brengt. En eens ter plekke een geweldig duet met de ober start, in een poging om haar jas uit te trekken.
Score = * *
Als de inkomhal van een chique rusthuis, zo oogt het decor van Peeping Toms Vader, het eerste deel van een drieluik. Later volgen Moeder en Kind. Dit Vader speelt zich af op een dieprood tapijt. Achteraan staat een podiumpje, opzij staat een tafel met stoelen waaraan de rusthuisbewoners ‘lovely soup’ slurpen. En de torenhoge zijwanden suggereren – net als de vier plafondramen die hoog boven de scène hangen – dat deze inkomhal zich héél diep onder de begaanbare grond begeeft.
Wanneer het grijze haar wit wordt en de rug te gekromd om het leven en de anderen nog recht in de ogen te kijken, dan wordt het tijd om te verkassen naar een ‘rustoord’ dat vooral de winstcijfers en veel minder de graad van geluk van de bewoners in de gaten houdt. Dat lijkt de gedachte achter Vader.
Danser/acteur Simon Versnel speelt de zoon van Leo De Beul, een tachtiger met een gouden uitstraling die tijdens de voorstelling in een rolstoel zit maar daardoor allerminst een statische vertolking neerzet. Integendeel! De charismatische De Beul is met zijn guitige ogen, verrassend soepele lijf en warrige witte haardos een van de sterkhouders van Vader. Elke maandag bezoekt de jachtige zoon zijn vader en moet dan vaststellen hoe zijn vader geplaagd wordt, hoe mans kleren gestolen worden en hoe zijn vader nog steeds niet weet hoe hij op een nette manier een ijsje moet eten. Intussen tracht de plaatselijke souldiva de gemoederen wat te bedaren. Desnoods door – tijdens een geweldige danssolo – te faken dat ze zelf, in enkele minuten tijd, stokoud wordt.
Franck Chartier weet als geen ander om een gewoon tafereeltje tot een imposante danssolo te maken. En hij doet dat ook in Vader. De openingsscène – waarin een vrouw (Yi-Chun Liu) het rusthuis binnenkomt en door haar handtas in allerlei bochten gewrongen wordt – of de scène waarin Versnel zijn vader van de piano losrukt en aankleedt, zijn daar geweldige voorbeelden van. Maar waar de scènes in, bijvoorbeeld, voorganger A Louer, een hecht geheel vormden en elkaar prikkelden, blijven ze in Vader te veel naast elkaar staan. Chartier wil zowel de ellende als de gezelligheid van een rusthuis tonen waar waanzin en realiteit in elkaar verstrengeld zijn. Daardoor waaieren de scènes te zeer alle richtingen uit, ze raken iets aan maar voor het uitgediept kan worden, ontvlamt er alweer een andere scène en emotie. Net te snel. Wat Vader naast iets heerlijk onderhoudends jammer genoeg ook iets oppervlakkigs geeft.
Ondanks de opvallend sterke, integere vertolkingen van Leo De Beul en Y-Chun Liu is Vader door die dramaturgische onsamenhangendheid een iets te losse set van scènes die slechts af en toe raken. Chartier toont zich ook nu weliswaar een meester van de explosieve dans maar dat leidt in dit geval (nog?) niet tot een sterke, gebalde en knallende voorstelling over het (on)geluk van ouder worden.
Els Van Steenberghe
Meer info: www.peepingtom.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier