‘Dans maar!’, dat is de boodschap van Jérôme Bels ‘Gala’

© Herman Sorgeloos
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Of je nu superslank of wat molliger bent, of je je voortbeweegt met twee benen of op vier wielen, … Wat maakt het uit? Iedereen moet dansen. Omdat het gelukkig maakt. Met die boodschap trok Jérôme Bel Brussel in en presenteert tijdens Kunstenfestivaldesarts 2015 met ‘Gala’ het pakkende resultaat van zijn samenwerking met enkele Brusselse dansers.

The Play = Gala

Gezelschap = Jérôme Bel

In een zin = Gala is een typisch tegendraadse, bonte Belvoorstelling die je confronteert met je vooroordelen en je leert dat dansen – net als leven – niet gaat om de perfectie nastreven maar om zo warmhartig mogelijk elkaars imperfectie te omarmen. Letterlijk, al walsend bijvoorbeeld. Of figuurlijk, door als zaal (en als samenleving) je niet te laten verblinden door boosheid of frustratie maar weerwerk te bieden aan minachting en het uitlachen om te wringen tot hartelijk toelachen.

Hoogtepunt = Na de balletsessie hoort een twee diareeks of filmpje te starten. Maar de computer weigert mee te werken. Na enige minuten stilte en getwijfel springt de presentatrice weer op het toneel: ‘Ach, niemand vindt die diareeks goed. We gaan gewoon verder met de voorstelling’. Waarna ze een sprankelende solo begint waar la joie de vivre van af spat. Verre van perfect maar o zo vol plezier gedanst. En dat geldt ook voor alle andere solo’s tijdens Gala.

Meer info: www.kfda.be

‘Maar wat een stelletje….!’, de verontwaardiging droop uit de ogen van die enkele toeschouwers die een kwartiertje na aanvang van Gala de zaal verlieten. Met iets van boosheid, woede zelfs in hun pas. Pikten ze het niet dat een stelletje ‘amateurs’ zich elk op hun beurt aan een balletpasje waagden op de immense, met een witte balletvloer beklede scène van het Kaaitheater? Of deed het schatergelach van de andere toeschouwers hen zeer aan het hart?

Dat laatste is te begrijpen. Zeker in het begin van de voorstelling. Na de projectie van een reeks foto’s van verschillende theaterzalen, stapt een pronte presentatrice in de lichtcirkel van de volgspot. Ze verwelkomt ons, verklapt dat alle kostuums van de dansers zélf zijn – weliswaar rekening houdend met de wenken van de Franse choreograaf (‘niets kopen’, ‘zo kleurrijk en glinsterend mogelijk’, ‘goed aansluitende danskledij’) – en kondigt vervolgens het eerste deel van de avond aan: ballet op muziek van Chopin. Wat volgt, is een bonte parade van vrolijk uitgedoste dansers van alle formaten, kleuren en leeftijden. Naast enkele professionele dansers, passeren ook enkele oudere mensen, enkele kinderen, een rolstoelgebruiker, … die zin hadden om te dansen en met Bel samen te werken. Een voor een wandelen ze de scène op, voeren elk hetzelfde pasje uit en wandelen dan terug af. Elke danser krijgt zijn/haar moment. De zaal kijkt aanvankelijk gereserveerd toe maar lang blijft het geschater niet uit.

Die eerste lachsalvo’s voelen niet goed. Ze klinken niet warm en bemoedigend maar eerder uitlacherig. Het bijzondere is evenwel dat je niet de enige bent die je ongemakkelijk voelt bij het gelach. Terwijl de dansers verdergaan met hun balletpasjes en vervolgens een wals aansnijden om dan naar de popmuziek over te stappen (neen, we verklappen niet met welke monsterhits ze aan de slag gaan), ben je als zaal aan een stille maar verwoede discussie bezig. Lachen of niet? Open doekjes uitdelen of niet? Fluiten of niet? Het publiek test alle reacties uit en gaandeweg ontstaat er een soort ‘consensus’. Het lachen heeft niet meer die uitlacherige ondertoon. Het is een bemoedigend lachen geworden of een stil, respectvol glimlachen. En de open doekjes worden gereserveerd voor de dansers die nog net een stapje verder durven te gaan of, in het geval van de rolstoelgebruiker, dapper over de scène rollen tussen twee vrij bewegende collega-dansers door.

Wanneer de laatste danspas gezet is, veert de zaal recht en joelt de toeschouwer naast me de dansers fluitend en stevig applaudisserend toe. Jérôme Bels ‘stelletje ongeregeld’ confronteert je in Gala met je vooroordelen en leert je dat dansen – net als leven – niet gaat om de perfectie nastreven maar om vrijgevochten en zo warmhartig mogelijk elkaars imperfectie te omarmen. Letterlijk, al walsend bijvoorbeeld. Of figuurlijk, door als zaal (en als samenleving) je niet te laten verblinden door boosheid of frustratie maar weerwerk te bieden aan minachting en het uitlachen om te wringen tot hartelijk toelachen. Mission succeeded.

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content