Waarom Mauro Pawlowski dEUS verlaat: ‘Ik geloof in momenten omdat ik weet dat ze eindig zijn’

© JOHAN JACOBS
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Mauro Pawlowski, de langst regerende gitarist van dEUS, stapt na twaalf jaar uit de rockgroep. ‘Dit is geen carrièrezet, want ik héb geen carrière.’

‘Ik voel me als Donald Trump die gaat bekennen dat hij eigenlijk een Mexicaanse moslim is. Of nee: een Limburger! Met een brede grijns stalt Mauro Pawlowski zijn fiets – mét babystoeltje, want hij is inmiddels vader van twee kinderen – aan Café Zeezicht op de Antwerpse Dageraadplaats.

‘Minuten geleden zat ik nog in mijn kelder te rommelen. Grappig wat ik daar allemaal heb aangetroffen’, zegt hij. ‘Minidiscs, cd-roms, een cd met zogenoemde “feestelijkheden”. De context van die dingen herinner ik me écht niet meer. (lacht) Enfin, het is voor een soort archiefplaat die ik samenstel voor Starman Records, het onafhankelijke label voor Belgisch rockerfgoed. Een anthologie, als het ware.’

Die anthologie en Afscheid in Kloten, de debuutplaat van zijn Nederlandstalige alter ego Maurits Pauwels, zullen hem nog even zoet houden. Wat goed uitkomt, want weldra verlaat hij dEUS. In 2004 was de Schotse gitarist Craig Ward in niet al te beste verstandhouding uit de groep gestapt, net als bassist Danny Mommens, ook bekend van Vive La Fête. Ze lieten frontman Tom Barman achter met een onafgewerkte plaat en een muzikale identiteitscrisis. En toen dook Mauro op, een oude bekende: in de jaren negentig waren zijn Evil Superstars zowat dEUS’ vaste voorprogramma. Hij zette dEUS weer op de rails. ‘Ik denk dat ik de juiste man op de juiste plaats was. Eerst kwam ik alleen als invaller meespelen, tijdens de audities voor nieuwe muzikanten. Ik zag de kandidaten één voor één passeren en ik dacht: sorry, maar dat kan ik beter. Had ik toen een geschiktere gitarist gekend, echt waar, dan had ik hem aanbevolen. Maar ik vond mezelf dus de capabelste kerel voor de job. En ik was nog vrij ook.’

Pawlowski werd ingelijfd, werkte ‘crisisplaat’ Pocket Revolution (2005) mee af en had ook een hand in de drie opvolgers: Vantage Point (2008), Keep You Close (2011) en Following Sea (2012). Zo’n vierhonderd keer deelde hij het podium met Barman en band. Twaalf jaar lang was dEUS een constante in zijn leven.

En nu sluit u dat hoofdstuk af.

MAURO PAWLOWSKI: Het was geen bruuske of geforceerde beslissing. De mannen wisten heus wel wie ze destijds in huis hadden gehaald. Ze hadden me al een paar keer moeten overhalen om te blijven: er waren eerder al twijfels. Maar ik bekeek het altijd van plaat tot plaat, van tournee tot tournee. Ik heb nooit gezegd, met mijn vuist op tafel kloppend: ik wil nú vertrekken, dit moet nú afgehandeld. Nee, ik wilde het juiste moment afwachten. Dat moment diende zich aan in het najaar van 2015, na de Soft Electric-tournee. Er zat sowieso een pauze aan te komen. Tom is bijvoorbeeld volop bezig met de voorbereidingen van zijn tweede film en met zijn andere groepen, TaxiWars en Magnus. We kwamen met z’n allen samen, babbelden over van alles en nog wat, en tussen neus en lippen vroeg ik: “En hoe gaan we mijn vertrek nu organiseren? Na Soft Electric, misschien?” Waarop zij: “Oké.” Meer was het niet. We hebben niet geruzied. Zo kan het dus ook.

‘Als ik al mijn mindere momenten bij dEUS optel, kom ik hooguit aan drie kwartier.’

Mauro Pawlowski

Waarom wilde u weg?

PAWLOWSKI: Ik vroeg me steeds vaker af: is dit nog wel iets voor mij? Ik ben niet het type artiest dat zich alleen op popmuziek wil focussen. Daarom heeft Evil Superstars ook maar vijf jaar bestaan. Ondanks alle kansen die we toen kregen, wist ik: dit wil ik niet voor de rest van mijn leven blijven doen. Hetzelfde met dEUS. Ik speelde bij de beste en populairste rockband van België. Als ik al mijn mindere momenten bij dEUS optel, kom ik hooguit aan drie kwartier. Maar zonder over de mentaliteit van de andere groepsleden te willen oordelen: de mijne wijkt daar nu eenmaal een beetje van af. Uitsluitend in dat popcircuit meedraaien, uitsluitend dat soort succes en dat soort kwaliteit nastreven, daar ben ik net niet gemotiveerd genoeg voor.

Houdt u uw eigen projecten, zoals Gruppo di Pawlowski en Hitsville Drunks, daarom liever klein en lokaal?

PAWLOWSKI: Muziek maken in verschillende genres, ze in beperkte oplage uitbrengen, en ze vervolgens in kelders voor weinig volk voorstellen: dat blijft toch mijn corebusiness, ja. Niet dat ik het niet op grotere schaal geprobeerd heb. In 2001 heb ik onder mijn eigen naam een soloplaat uitgebracht, Songs from a Bad Hat. Ik had wat classic rock-nummertjes liggen en voor ik het wist, zat ik een maand in New York om ze op te nemen met topproducer Dave Sardy. Er werden me een Amerikaanse release en een bijbehorende tournee beloofd, fotoshoots op een veerboot naar Coney Island… Het angstzweet brak me uit! Ik wilde dat allemaal niet. En tóén stortte de platenindustrie in. De grootste opluchting uit mijn carrière. (lacht)

Ik heb niets tegen populaire muziek. Ik vind het fantastisch om Rock Werchter af te sluiten met dEUS, of om een week lang voor een vol Théâtre de la Ville in Parijs te spelen met Ultima Vez, het dansgezelschap van Wim Vandekeybus. Ik ben, met andere woorden, niet tegen massa’s. Maar alle populaire artiesten – ook prima muzikanten als Neil Young of Bob Dylan – willen geliefd zijn en aanbeden worden door miljoenen mensen. En dat wil ik helemaal niet. Als ik die ene tekortkoming niet had, had ik ook best succesvol kunnen worden. Dat frustreert me niet, hoor. Ik ben wie ik ben.

Vorig jaar speelde Evil Superstars een langverwacht reünieconcert voor een bomvolle Marquee op Pukkelpop. Was dat warme onthaal voor ‘uw’ groep een factor in uw vertrek bij dEUS?

PAWLOWSKI: Helemaal niet. Pukkelpop 2015 was een fijn moment, maar op dat podium dacht ik daarom nog niet: ‘Wat heb ik al die jaren toch bij dEUS zitten doen?’ Ik geloof in momenten omdat ik weet dat ze eindig zijn.

Waarom Mauro Pawlowski dEUS verlaat: 'Ik geloof in momenten omdat ik weet dat ze eindig zijn'
© Johan Jacobs

Hoe zag u uw rol in dEUS? De ‘2.0’-bezetting van de groep – met behalve u en Tom Barman ook violist Klaas Janzoons, bassist Alan Gevaert en drummer Stéphane Misseghers – was de stabielste uit haar geschiedenis. ‘De ruzies gaan nu tenminste over muziek’, zei Barman daarover.

PAWLOWSKI: Tot die stabiliteit heb ik zeker bijgedragen. Toen ik dEUS in de jaren negentig bezig zag, als buitenstaander, dacht ik: beter dan dit wordt het niet. Het was een van de opwindendste bands ter wereld. Maar het is zoals met voetbalploegen: dat je de beste spelers hebt, wil nog niet zeggen dat je ook de juiste dynamiek hebt. Daarom liep er bij dEUS na verloop van tijd een en ander fout. Nadat ik erbij was gekomen, zat de dynamiek wél juist. De rest van de groep had ondertussen ook geleerd uit het verleden. Ze wilden die trubbels niet nog eens meemaken.

Er werd ook niet van me verwacht dat ik Rudy Trouvé, de oorspronkelijke gitarist van dEUS, kopieerde. Dat is trouwens het moeilijkste wat er is. Die riff van Hotellounge, dat is zweten! Technisch stelt het misschien niet veel voor, maar de juiste toon erin krijgen, dat is wat anders. Mijn voorganger Craig Ward: nog zo iemand. Hij had een heel persoonlijke manier van musiceren. Maar ik kende Rudy en Craig wel door en door: toevallig speelde ik in 2004 al met hen bij The Love Substitutes, een band met bijna uitsluitend leden op wie de mannen van dEUS kwaad waren. Met mij haalden ze dus eigenlijk een spion binnen. (lacht)

Met alle respect voor Rudy en Craig, maar – en dit zeg ik zonder ironie – ik ben professioneler. Ik ken altijd mijn les en geef nooit een optreden op halve kracht. Muzikaal bracht ik bij dEUS een soort harmonische laag aan, met een iets klassiekere klankkleur, die de zaken een beetje opentrok. ‘Mijn’ bezetting van de groep was ook de eerste met drie geschoolde muzikanten – of op z’n minst autodidacten. Stéphane, Alan en ik beheersen onze instrumenten en kennen iets van muziektheorie. Daarmee maakten we een verschil.

U was de gitarist die zich helemaal ten dienste van de groep stelde. Of zoals Stéphane Misseghers het stelde: ‘Mauro werkt vooral op bestelling.’

PAWLOWSKI: Ja. Ik wil inderdaad niet koste wat kost mijn ei kwijt in een groep die niet de mijne is. Ik heb mezelf altijd meer gezien als een instrumentalist, ook bij Evil Superstars. Ik ben uit pure noodzaak zelf beginnen te zingen en te schrijven, omdat íémand het moest doen. Ik heb veel respect voor en voeling met de broodschrijvers van weleer: Carole King, die songs schreef voor The Everly Brothers en Aretha Franklin; The Wrecking Crew, die muziek inspeelde voor Phil Spector; Rodgers & Hart, met wier werk Frank Sinatra aan de slag gegaan is. Iemand als Ennio Morricone heeft zijn héle levenswerk in opdracht van anderen gemaakt. Toen ik bij dEUS ging spelen, kon ik die kwaliteiten eindelijk botvieren. Als Tom mij vroeg: ‘Kun je tegen de volgende repetitie iets in die stijl verzinnen?’, antwoordde ik: ‘En of, man. Ik doe niets liever.’ Zodra ik thuis was, begon ik eraan, met de nodige motivatie en concentratie. Dat gaf me bij dEUS de meeste voldoening.

‘Al mijn hele musicerende leven heb ik het gevoel dat ik gekidnapt word en ergens in een weide gedumpt. En dat ik zelf maar moet uitzoeken hoe ik thuis raak.’

Mauro Pawlowski

Was u toch niet iets te weinig een ‘gever’? In de jaren negentig droegen alle dEUS-leden volledige songs aan. Dat hebt u nooit gedaan.

PAWLOWSKI: Als ik er in die tijd bij was geweest, had ik dat misschien ook gedaan. Maar nu vond ik het totaal ongepast om als nieuwkomer te zeggen: ‘Luister eens hier, mannen.’ Dat kwam zelfs niet in mij op. Tom heeft het soms uit me moeten sleuren, dat klopt. ‘Mauro, kom nu eens met dingen af’, vroeg hij dan. Waarop ik meestal zei: ‘Ben je daar wel zeker van, Tom?’

Er zat, naast Tom, geen songschrijver pur sang van het type Rudy Trouvé of Stef Kamil Carlens (de oorspronkelijke bassist van de groep, nvdr.) in deze versie van dEUS. Dat neemt niet weg dat Alan en Stéphane met essentiële muzikale ideeën kwamen. En laten we vooral Klaas niet vergeten. Hij is niet alleen het geweten van de groep, hij is ook de man die ervoor zorgt dat dEUS als dEUS blijft klinken.

Heeft de groep ooit uw andere projecten in de weg gestaan?

PAWLOWSKI: Als dEUS en Ultima Vez tegelijk op tournee gingen, moesten de managers weleens puzzelen en armworstelen om de agenda’s op elkaar af te stemmen, maar verder was er absoluut geen probleem. De ene dag freejazzen met drummer Teun Verbruggen, de andere dag Beatles-nummertjes coveren met mijn oom: zulke dingen ben ik ook in mijn dEUS-periode blijven doen. De meeste van die projecten werden niet aan de grote klok gehangen, omdat ze daar ook niet voor bestemd waren.

Kunt u met dat kleinschalige werk het gezin Pawlowski blijven onderhouden? Want u kunt er niet omheen: met dEUS valt een inkomstenbron weg.

PAWLOWSKI: Dat je die vraag stelt, bewijst alleen maar dat mijn vertrek bij dEUS geen carrièrezet is. Ik heb geen zetten nodig in mijn carrière, omdat ik geen carrière héb. Of toch geen carrière die tot iets specifieks of welomlijnds moet leiden. Al mijn hele musicerende leven heb ik het gevoel dat ik gekidnapt word, geblinddoekt, in een bestelwagen geduwd en ’s nachts ergens in een weide gedumpt. En dat ik zelf maar moet uitzoeken hoe ik thuis raak.

Wat wel zo is: met dEUS heb ik veel opgetreden, en dat heeft me financieel geen windeieren gelegd. Met mijn eigen groepen speelde ik doorgaans vijf keer. Dan was ik het repertoire moe, schreef ik iets nieuws en veranderde ik de bandnaam. Waardoor ik van concertpromotoren te horen kreeg: ‘Mauro, jij wilt blijkbaar niet dat de mensen vaak komen kijken, dus kunnen we je ook geen hoge gage geven.’

Dat moet dus veranderen. Ik ben een professioneel artiest, en zal nu helemaal zelf in mijn levensonderhoud moeten voorzien. Ik zal mijn eigen baas moeten zijn. Willens nillens moet ik me iets beter verkopen en me iets meer uitsloven. En dus ben ik van plan om vette contracten te tekenen, wat vaker mysterieus in de lens te kijken, en platen te maken die de mensen misschien wel twee keer durven op te leggen en waarvan recensenten zeggen: ‘Amai, mooi gedaan.Vier sterren!’ Niet uit artistieke overtuiging, maar uit bittere noodzaak. (lacht)

Waarom Mauro Pawlowski dEUS verlaat: 'Ik geloof in momenten omdat ik weet dat ze eindig zijn'
© Johan Jacobs

Hoe zult u dat doen, met uw antipopmentaliteit?

PAWLOWSKI: Dat is natuurlijk de vraag. ‘Ik ga ook zoiets maken!’ zei ik tegen Tom als dEUS weer eens een geweldig klinkende plaat klaar had. Waarop hij: ‘Dat wil ik nog weleens zien.’ En inderdaad, zodra we weer op tournee vertrokken waren, besefte ik: ik hoef me helemaal niet uit te sloven, ik zit hier gebeiteld, laat me maar gewoon cd-roms maken die ik aan twee vrienden kan uitdelen.

Mijn nieuwe strategie is: ik beloof mensen dingen en breng zo mezelf in de problemen. Dat is de enige manier waarop ik iets gedaan krijg. Ik verzeker muzikanten bijvoorbeeld dat ze in mijn groep mogen komen spelen, of ik verplicht mijn impresario Franky Roels om concerten te boeken. En kijk: het begint al vruchten af te werpen. Ik heb samen met producer Joris Caluwaerts van STUFF. en Magnus een plaat opgenomen als Maurits Pauwels, mijn Nederlandstalige alter ego. Ze heet Afscheid in Kloten en ligt nu in de winkel.

Wat mogen we verwachten?

PAWLOWSKI: Tien melodieuze, akoestische liedjes in diverse genres, van folk over country tot softrock en sixtiespop. Kortom: Maurits Pauwels is er voor iedereen, van zeven tot zevenenzeventig jaar, van De Panne tot Groningen. En daarbuiten, want die Kloten in de titel slaat op de gelijknamige gemeente in Zwitserland, waar de luchthaven van Zürich ligt. Het geeft de plaat toch een zekere allure. Zaventem of Deurne klonk me net iets te gewoontjes. (lacht)

Melodieuze liedjes spelen: hebt u dat bij dEUS geleerd?

PAWLOWSKI: Muziek met emotionele diepgang brengen en daar nog plezier aan beleven ook: dat was vrij nieuw voor mij, ja. Voorheen was het al pokkenherrie wat de klok sloeg. Pas op: herrie blijft van belang, maar sinds dEUS kan ik al eens een akoestisch optreden geven waarin mooie dingen gebeuren.

Nog iets wat ik dankzij hen heb leren appreciëren: in de studio zitten. Vroeger wilde ik daar altijd zo snel mogelijk weer weg. Niet dat dEUS snel opneemt, maar ik had tenminste niet het gevoel dat ik mijn tijd verdeed. Als ik het eindresultaat van een song als Pocket Revolution hoorde, dacht ik: wow, dit klinkt zo goed, en dat heb ík mee helpen maken! Nu wil ik ook op m’n eentje meer tijd in de studio doorbrengen.

Het voorlopig laatste concert van deze dEUS-formatie vond de voorbije zomer plaats op Suikerrock. Bent u nog te vinden voor een afscheidsrondje?

PAWLOWSKI: Eén eis heb ik gesteld: niet te veel gedoe rond mijn vertrek. Geen ‘laatste optreden met’ of andere melige toestanden. Je zou me niet harder kunnen martelen dan met zoiets. Een paar concerten zullen we nog wel geven, en de mannen mogen me altijd bellen als ze in de toekomst een dubbele neusfluitsolo nodig hebben, of als iemand een tirolerdansje moet doen in een videoclip. Maar er moeten nu wel knopen doorgehakt worden. Flauw doen heeft geen zin. Iedereen moet vooruit.

En als je me nu wilt excuseren: er wacht een anthologie op me in mijn kelder.

Afscheid in Kloten van Maurits Pauwels is uit bij Stahlmus/Bertus. De Maurits Pauwels Groep speelt op 16 oktober in de AB Club in Brussel. Meer informatie: abconcerts.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content