Refugees For Refugees stelt tweede album voor: ‘We zijn meer dan een vluchtelingenband’
Een Tibetaanse zangeres die Afghaanse liederen leert of een Turkse oud die een volkslied uit Aleppo begeleidt? Niets is te moeilijk voor Refugees for Refugees, het orkest dat op zijn tweede album tradities uit de hele wereld laat samenkomen.
Als Peter Van Rompaey, directeur van folk- en wereldmuziekorganisatie Muziekpublique, over Refugees for Refugees praat, schiet hem spontaan een anekdote te binnen. ‘Drie jaar geleden, in volle asielcrisis, kregen we hier een vluchtelinge over de vloer die zich aanbood om te komen poetsen. Bleek dat ze doctor in de chemie was. Toen besefte ik dat we talent aan het verliezen zijn.’
Om daar alvast op muzikaal vlak iets aan te doen, verzamelde Muziekpublique vier jaar geleden zo’n dertig muzikanten die uit hun thuisland naar hier zijn gevlucht in het gelegenheidsorkest Refugees for Refugees. Amerli, de cd die ze wat later uitbrachten, kreeg niet alleen veel aandacht in de Belgische pers, maar ook daarbuiten. Het album eindigde zelfs op één in de Transglobal World Music Chart, zeg maar een wereldwijd eindejaarslijstje van journalisten die gespecialiseerd zijn in traditionele muziek. Muziekpublique zelf sleepte dan weer een Ultima voor Muziek in de wacht, de voormalige Vlaamse Cultuurprijs.
Het losvaste collectief dat Amerli inblikte, is vandaag afgeslankt en verstevigd tot een tienkoppige band. De muzikanten uit Syrië, Tibet, Pakistan, Irak, Afghanistan en België gingen meer dan voordien in elkaars culturen graven, op zoek naar aanknopingspunten. Niet evident, al is het maar omdat ze geen taal gemeenschappelijk hebben, maar in de oren werkt het wel, zelfs voor wie niet vertrouwd is met de muzikale tradities van waaruit de muzikanten vertrekken.
‘Zelfs als iedereen andere talen spreekt, is er nog altijd de muziek die iedereen begrijpt.’
Asad Qizilbash
Zo is Amina, het titelnummer van het nieuwe album dat de groep lanceert, geschreven door de Afghaanse zanger Aman Yusufi, maar lonkt het ook naar Arabische suites en hoor je ook de Tibetaanse zangeres Dolma Renqingi op de achtergrond. Een ander nummer, het knappe Semki Mölem, wordt door Van Rompaey dan weer omschreven als ‘de Dalai Lama op vakantie in de Verenigde Arabische Emiraten’.
‘Aanvankelijk was het niet gemakkelijk om de teksten van de andere muzikanten te onthouden. Ik heb ze fonetisch uitgeschreven en dan vervolgens uit het hoofd geleerd’, legt Dolma Renqingi uit. ‘Maar ze had het lied snel onder de knie’, vult Yusufi aan. ‘Ook de rest van de groep leert snel. Na drie jaar weten we perfect van elkaar wat we bedoelen, ook al hadden we daarvoor nog nooit gehoord van elkaars muzikale tradities. Het zijn stuk voor stuk virtuozen.’
Tweesnijdend zwaard
Wie de biografieën van de muzikanten doorneemt, kan dat laatste beamen. Syriërs Tammam Al Ramadan en Tareq Al Sayed ontmoetten elkaar in het conservatorium van Aleppo, de Pakistaanse zanger, violist en sarodspeler Asad Qizilbash – een sarod is een veelsnarig instrument uit de hindoetraditie – speelde voor George W. Bush en Nelson Mandela en Aman Yusufi was meer dan twintig jaar te horen op de Afghaanse nationale radio en televisie.
De meeste muzikanten van Refugees for Refugees concerteren ook alleen, sommigen van hen zelfs in het buitenland, of geven les. ‘We willen niet als enkel maar een vluchtelingenorkest gezien worden’, zegt Van Rompaey. ‘Hun status is bijzaak, hun talent staat op zichzelf. De groepsnaam is dan ook een tweesnijdend zwaard, maar het zou niet slim zijn om die te veranderen na het succes van het eerste album.’
‘Amina is een vredesboodschap voor de wereld’, zegt Asad Qizilbash. ‘Zelfs als iedereen andere talen spreekt, is er nog altijd de muziek die iedereen begrijpt.’ Aman Yusufi vult aan dat zijn engagement voor Refugees for Refugees ook in zijn eigen gemeenschap resoneert. ‘Velen van hen zijn heel blij als ze horen dat een Tibetaanse meezingt met een traditioneel lied van ons.’
Er staat de band een mooie tournee te wachten, in België en daarbuiten. Wat er volgt, is nog niet duidelijk. ‘Dit album is een momentopname van een traject dat al lang loopt, maar nog niet af is’, zegt Van Rompaey. ‘De muzikanten zoeken naast Refugees for Refugees ook hun eigen weg, al dan niet met anderen muzikanten van de groep bij. Wat hun status betreft, kunnen we alleen maar zeggen dat ze allemaal safe zitten.’
Aman Yusufi, die vluchtte nadat hij ooit een liedje schreef voor een vriend die het liefje van een soldaat begeerde, wil alvast hier blijven. ‘Het niveau moet en kan nóg hoger. Tussen de andere orkesten moeten wij de beste zijn’, neemt hij zich voor. Qizilbash wil dan weer naar Pakistan zo gauw de situatie daar het hem toelaat. ‘Maar zolang dat niet kan, ga ik door met Refugees for Refugees. Ik hou van dit orkest.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier