Rapper Swing (L’Or du Commun) kan het ook alleen: ‘Ik ken weinig gêne op het podium’

Elmo Lê van Medewerker Knack Focus

Hij is een derde van L’Or du Commun en heeft een verleden als sidekick van Roméo Elvis. Op Alt+F4 imponeert Siméon Zuyten, alias Swing, ook in z’n eentje. ‘Ik schrijf gewoon graag over liefdesverdriet.’

Swing kent u allicht als de springveer die op het podium aan de zijde van Roméo Elvis stond. Zo enthousiast hij als sidekick was, zo ingetogen is hij op Alt+F4. Op debuutplaat Marabout (2018) profileerde hij zich ook al als laidback rapper, op zijn nieuwe ep – met gastbijdrages van onder anderen Angèle – schakelt hij nog een versnelling lager.

Ook in interviews gaat hij niet in overdrive: hoewel de Brusselse rapper eerder al indruk maakte – in groep én solo – en hem een grote toekomst wordt voorspeld, schuwt hij de grootspraak. Hij droomt niet luidop van arena’s, een rol als wegkapitein van het hiphoppeloton of een losgeslagen festivalpubliek zoals bij zijn kameraad Roméo. Hij wil gewoon muziek maken en optreden, ook in Vlaanderen als het even kan.

Swing:Bedankt om langs te komen! (enthousiast) Ik hoop ooit aan de andere kant van de taalgrens te raken. Oké, jullie hebben K3, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Vlamingen een verfijndere smaak hebben. Hier moet alles binnen het keurslijf van de radio passen. Mijn publiek komt uit Frankrijk, niet uit België. C’est chiant, quoi. Het is toch zonde dat ik op een hele tournee slechts één of twee concerten in mijn thuisland kan spelen? Ik verkoop waarschijnlijk sneller een zaal uit in Parijs dan in Brussel.

Bij Roméo Elvis heb ik beter leren doseren. Faire le fou, c’est facile. Het is veel moeilijker om stil te staan op een podium.

Ik ben een laatbloeier, maar in de rapwereld kun je echt vanuit het niets komen. Een pianist timmert jarenlang aan een carrière, een rapper heeft geen baat bij een opleiding. In dat opzicht staat rap mijlenver van vakmanschap. Ik heb soms de indruk dat wij dichter aanleunen bij youtubers. Als je carrière wilt maken, heb je natuurlijk goede muziek nodig, maar toch vooral een smoel die goed op beeld pakt. Je moet tegenwoordig niets kunnen om bekend te worden. (op dreef) Ik heb soms het gevoel dat je beter overweg moet kunnen met sociale media dan met de microfoon. Les réseaux sociaux m’enmerdent. Ik ben daar geen held in. Ik ben geen geboren grapjas. Er wordt van mij verwacht dat ik cool ben, maar hebben artiesten die niet continu in beeld wíllen komen nog bestaansrecht? Het is iets bijzonders, artiest zijn in de 21e eeuw. Anderzijds: dankzij het internet kan ik ook een gemeenschap opbouwen, mensen samenbrengen. Het fascineert mij nog steeds dat ik soms op straat word herkend, terwijl ik niet eens zo bekend ben.

Je zegt graag waar het op staat.Op je debuutplaat rapte je: ‘Ne me parle pas de business, de la dope que t’écoules et de tes bitches.’

Swing: Ik heb niets tegen pocherige teksten. Een song hoeft niet altijd betekenisvol te zijn, en uit de populariteit van liedjes over drugs en geweld leid ik af dat mensen gewoon graag het verstand op nul zetten wanneer ze naar muziek luisteren. Entertainment, hè! (lacht) Ik schrijf gewoon niet zo, omdat mijn leefwereld anders is. Ik zou niet in een personage kunnen kruipen, ik verkies verhalen die uit mij komen.

Welke artiesten hebben jou in die richting gegidst?

Swing:Als kind was ik in de ban van Émilie Jolie, een Franse kindermusical. (grinnikt) De Fugees waren mijn eerste kennismaking met hiphop – mijn moeder was fan – maar mijn wereld is pas echt opengegaan toen mijn zes jaar oudere zus mij op dertiende, veertiende MC Solaar leerde kennen. Van hem heb ik geleerd om diepgang in mijn teksten te steken. Er schuilt altijd een betekenis of thema achter zijn songs. Het gaat ‘m bij MC Solaar niet zozeer om de vorm, maar om de inhoud.

Wist je toen al: later word ik artiest?

Swing: Helemaal niet. Ik droomde van een carrière als skater, mais j’étais nul. Daarna wilde ik mecanicien worden, maar dat zag mijn moeder niet zitten, dus stelde ik een toekomst als industrieel ingenieur voor. Ik heb ook een periode gehad dat ik bioloog wilde worden. Dan liep ik met mijn notitieboekje door de tuin en onderzocht ik het verschil tussen rode en zwarte mieren. (hilariteit)

Ik ben altijd een enthousiasteling geweest. Ik wilde álles uitproberen. Ik heb bijvoorbeeld ook een mondharmonicafase gehad. Soms duurde zo’n fase maanden, soms maar twee dagen, en in het geval van die mondharmonica een dikke week. (lacht) Zo ben ik op mijn zeventiende beginnen te schrijven. Ik dacht: we zien wel, en nu, al die jaren later, heb ik de hoop nog steeds niet opgegeven.

Rond diezelfde periode begon je aan de ULB biomedische wetenschappen te studeren.

Swing: Rap was nog niet wat het nu is, daarom was niet studeren geen optie. Er waren destijds geen voorbeelden van Franstalige artiesten die potten braken in het buitenland, met uitzondering van Stromae, al kun je hem bezwaarlijk een rapper noemen. Achteraf gezien ben ik blij dat ik mijn studies heb afgewerkt. Hoewel ik mijn diploma nog nooit heb gebruikt, waren dat wel zinvolle jaren.

***

Siméon Zuyten, kind van een Belgische vader en een Rwandese moeder, komt uit het Henegouwse Soignies. Op kot in de hoofdstad krijgt zijn alter ego Swing gestalte, eerst als lid van rapgroep L’Or du Commun, later als sidekick van Roméo Elvis.

Rapper Swing (L'Or du Commun) kan het ook alleen: 'Ik ken weinig gêne op het podium'

Swing:L’Or du Commun kreeg van in het begin veel boekingen. In het Brusselse leefde de groep, en dat was ook Roméo opgevallen, waarop hij vroeg of ik met hem wilde touren, voor mij een comfortabele situatie.

Waarom koos hij uitgerekend jou uit?

Swing:Eén: we waren – en zijn – goede vrienden. En twee: ik ken weinig gêne op het podium. Ik dans, spring en ben uitbundig. Een sidekick hoort soms de clown uit te hangen.

Is die zelfverzekerdheid ingebakken?

Swing:Je hebt twee soorten artiesten: zij die te veel en zij die te weinig show brengen. Ik val in de eerste categorie. Bij Roméo heb ik beter leren doseren. Faire le fou, c’est facile. Dat is een personage dat je speelt. Het is veel moeilijker stil te staan op een podium. Je naakt opstellen is veel puurder.

De songs op Alt+F4 zijn allesbehalve uitbundig.

Swing: Ik kan niet uitleggen waarom, maar ik schrijf makkelijker over pakweg racisme dan over luchtige thema’s. Dat heeft misschien te maken met mijn recente invloeden. Ik hou ervan hoe James Blake met weinig veel vertelt. Hij kan als geen ander emoties overbrengen. Frank Ocean ook. Ik neig tegenwoordig nogal snel naar melancholie. Op Marabout was ik nog zoekende. Alt+F4 is een coherent geheel. Ik wist deze keer beter waar ik naartoe wilde. C’est plus carré.

Carré?

Swing:Hoe leg je dat uit? (denkt na) Duidelijk afgelijnd. À la flamande, zoals wij hier zeggen. (hilariteit)

Alt+F4 opent met N, een beklijvende aanklacht tegen racisme. Hoe diep heb je daarvoor moeten graven?

Swing: Het is een verwijzing naar mijn jeugd. Opgroeien in Wallonië, als enige black van de gemeente en de school, laat zijn sporen na. Maar het is niet zo dat ik al langer daarop aan het broeden was. Het eerste couplet en het refrein heb ik de eerste dag in de studio in Parijs eerder per toeval geschreven. Eenmaal terug in mijn hotelkamer begon het me te dagen dat ik iets speciaals in handen had.

In N klinkt het: ‘Me demande pas pourquoi l’avenir m’inquiète.’ Ik ga het toch vragen: wat baart je het meeste zorgen?

Swing: (denkt na) De egoïstische kant van de mens. Ik zie het meer en meer: telkens wanneer zich een probleem voordoet, handelen we vanuit eigenbelang. Dat is menselijk – ik doe het soms ook – maar in moeilijke situaties denken we te weinig aan de anderen. ‘Rien n’est noir, rien n’est blanc dans ma tête’, zing ik in Gris. We praten en denken in extremen, we nuanceren zelden.

Je houdt van diepgang, maar Brousse lijkt me gewoon een liefdeslied?

Swing:Over een relatiebreuk, ja. Rivage op mijn debuutplaat trouwens ook. (droog) J’aime bien faire ça. Het is een klassiek thema, maar dat maakt de uitdaging om er vanuit een origineel standpunt over te praten groter. Ik hou enorm van de beeldspraak die je in zo’n tekst kunt steken. In Brousse vertel ik over de clash alsof ik een autorit beschrijf. Ik ben zwaar uit de bocht gevlogen, en moet daarna weer rechtkrabbelen.

Wat heb jij met auto’s? In Pas besoin de raison klinkt het: ‘J’ai pris des virages, pas des raccourcis.’

Swing: (lacht) Ik heb niet eens een rijbewijs, ik hou niet van auto’s. Maar nu je het zegt; ik verwijs er inderdaad veel naar. Daar kun je nu eenmaal makkelijk metaforen van maken. (snel) Maar ik gebruik ook andere beeldspraak, hè. Ik heb het ergens over een gijzeling. En een diefstal.

Vrees je dat je op een dag niets meer te vertellen hebt?

Swing: C’est une vraie crainte. Ik voel dat ik op een moment uitgepraat zal zijn. Ik wil ook niet schrijven om te schrijven. Daarom hecht ik nu zoveel belang aan mijn muziek, omdat ik echt dingen kwijt moet. Als het binnenkort gedaan is, het zij zo. Ik zie mezelf nog veel andere dingen doen: artiesten begeleiden, blues maken, een boek schrijven, een film maken, de bioloog uithangen. Of niets doen. Een vredig leven, het tegenovergestelde van nu, het zou mij goed liggen.

Alt+F4

Uit op 7/2 bij Labrique / PIAS.

Swing

Op 18/2 in de Ancienne Belgique. Alle info: abconcerts.be

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content