Door de corona-ellende vielen de meeste festivals dit jaar in het water, maar de organisatoren van Jazz Middelheim trachtten te redden wat er te redden viel met een editie gewijd aan Belgische muzikanten. Ottla en De Beren Gieren tekenden alvast voor een topavond.
De New Wave of Belgian Jazz is niet zomaar een golfje: bijna maandelijks staan nieuwe combo’s op die zinnenprikkelende en uitdagende muziek maken en de luisteraar dwingen zijn oorkleppen af te zetten. Twee van de veelzijdigste figuren uit de plaatselijke scene zijn gitarist Bert Dockx en multi-instrumentalist Fulco Ottervanger. De eerste is actief bij gerenommeerde gezelschappen als Flying Horseman en Dans Dans, maakt Nederlandstalige muziek onder de naam Strand en voert sinds vorig jaar ook de zeskoppige formatie Ottla aan. De tweede kennen we als voormalig stadscomponist van Gent, als solo-artiest en blikvanger in bands als Stadt, BeraadGeslagen en De Beren Gieren.
Vorig jaar mocht Ottervanger, samen met Lander Gyselinck van STUFF., op Jazz Middelheim nog als gastcurator aantreden. Maar ook anno 2020 kreeg hij een uitnodiging om met zijn Beren anderhalf uur broodjes te komen smeren.
Ottla, genoemd naar de jongste zus van schrijver Franz Kafka, is een sextet waarin twee drummers en twee saxofonisten figureren. Het is misschien wel het meest jazzy project van Bert Dockx tot nu toe, maar voer voor puristen is het allerminst. Hokjesdenken is aan de groep niet besteed: ze speelt lang uitgesponnen instrumentale composities waarin regelmatig pijlen worden afgeschoten richting blues, psychedelica of elektronica en waar steevast de verbeelding aan de macht is. Occasioneel hoor je vage echo’s uit het werk van Soft Machine, King Crimson, Naked City of Ennio Morricone, maar dat zijn eerder wegwijzers dan invloeden.
Brandgevaar
De muziek van Ottla drijft op contrasten die elkaar versterken: speels versus brutaal, harmonisch versus dissonant, rustig versus gejaagd. Toch klinkt ze altijd vitaal en dynamisch. In Antwerpen steunde het openingsnummer op één minimalistische basisriff waarover Bert Dockx, zoals altijd bijzonder welbespraakt op de snaren, zijn eigen verhaal uit de doeken mocht doen. Origineel materiaal werd afgewisseld met bewerkingen van Sun Ra (Lights on A Satellite, waarin contrabassist Nicolas Rombouts zo energiek te keer ging dat zijn instrument bijna in brand vloog en de saxofoons snaterden en kwekten als een stel verkouden eenden) en Thelonious Monk (Epistrophy, met een krassende noise-gitaar en swingende blazers die, zo te horen een tabletje bebop hadden geslikt).
Spinrag begon vrij zwoel en ingetogen, al schrok Ottla er nooit voor terug onderweg een bruuske u-bocht te nemen. De groep nam je mee op een reis waarin het ene adembenemende landschap het andere afwisselde en het tempo soms dermate werd opgedreven dat je begon te vrezen dat je niet heelhuids op je bestemming zou aankomen. Onnodig te zeggen dat Dockx en zijn makkers op het podium gensters sloegen. De enige smet op de set was Je ne sens presque plus rien, een nummer waarin net iets te weinig gebeurde om je aandacht vast te houden.
Jazz Middelheim met enkel Belgische groepen? Soms blijkt de nood gewoon een deugd te worden.
‘Jullie voelen aan als een echt publiek. Daar zijn we jullie ontzettend dankbaar voor’, zei Fulco Ottervanger, halverwege het concert van De Beren Gieren. In tien jaar tijd wist het elektroakoestische driespan een benijdenswaardige reputatie te verwerven, met vier langspelers die tot ver buiten de landsgrenzen werden bejubeld. Klavierwonder Ottervanger, bassist Lieven Van Pée en drummer Simon Segers maken muziek die je nog het best zou kunnen omschrijven als ‘jazz not jazz’.
Zelf beschouwen ze de groep als een laboratorium of een speeltuin waar ze naar hartenlust tegen eenieders schenen kunnen schoppen. Ze hebben lak aan academische regeltjes of formules en tasten fluks stilistische grenzen af. Fulco Ottervanger verklaarde onlangs in een interview dat improviseren voor hem de veiligste manier is om op avontuur te gaan en dat illustreerde hij ook nu weer tijdens Jazz Middelheim.
Vruchtbaar
Dat ‘Beren’ en ‘Gieren’ allebei synoniemen zijn voor bemesten, is geen toeval. Tenslotte heeft het gezelschap er in de loop van het voorbije decennium toe bijgedragen dat de Belgische jazzakker er vruchtbaarder bij ligt dan ooit. In een trio is iedere muzikant even onmisbaar. In Park Den Brandt viel nog eens op hoe strak de leden op elkaar waren ingespeeld. Waar de groep vroeger voluit de chaos omarmde, laat ze de nummers vandaag veel minder vaak ontsporen. Niet dat het speelse karakter helemaal is verdwenen, alleen kiest De Beren Gieren nu resoluut voor schoonheid en diepgang.
Eén en ander zal ook blijken in het voorjaar van 2021, want dan verschijnt Less is Endless, de langverwachte opvolger van het inmiddels drie jaar oude, met superlatieven overladen Dug Out Skyscrapers. Enkele keren, zoals met Funny Discovery, lichtten de Beren in Antwerpen al een tipje van de sluier op. Vaak rolde de ritmesectie een aanstekelijke groove uit, waar Fulco Ottervanger zijn naar abstractie neigende melodieën overheen drapeerde. Bij De Beren Gieren is jazz vooral een attitude, want net zo goed hoorde je verwijzingen naar klassieke muziek, van impressionistisch tot barok, en een enkele keer waande je je zelfs in een music hall in de jaren 1920.
Zo loodsten de Beren je van de ene sfeer naar de andere: nu eens donker, dan weer frivool, nu eens bespiegelend, dan weer losgeslagen. Tegen het moment dat het trio met Voorlopige Dagen aan zijn laatste nummer begon, zat je hoofd zo boordevol indrukken dat je er een beetje duizelig van werd. Jazz Middelheim met enkel Belgische groepen? Soms blijkt de nood gewoon een deugd te worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier