Onze man ging op jubileumtournee met dEUS: ‘En dan wil ik anderhalf jaar geen Instant Street meer horen’
Een jubileumtour, twintig jaar geleden zou Tom Barman er allicht van gegruweld hebben. Nu onderneemt hij er één. Voor de porseleinen verjaardag van The Ideal Crash, ‘de toreador onder de dEUS-platen’. Wij volgden Barman en co. door Portugal en Spanje, in de voetsporen van hun verleden.
Woensdagmiddag 24 april, Lissabon. De deuren van het Coliseu dos Recreios, een auditorium annex rockarena waar iedereen van Radiohead over Patti Smith tot Arctic Monkeys weleens gepasseerd is, staan al wagenwijd open voor de komst van dEUS. Op de tv-schermen in de hal wordt de videoclip van Instant Street afgespeeld. In een eindeloze loop zien we Tom Barman en de zijnen Café d’Anvers buitenwandelen en zich een weg door Antwerpen dansen. Het zijn beelden die 1999 schreeuwen.
En wie 1999 zegt, zegt The Ideal Crash, de derde en misschien wel meest coherente dEUS-plaat. Na de geniale grillen Worst Case Scenario (1994) en In a Bar, under the Sea (1996) is dat het album waarop de groep ‘van embryo tot rups verveld is’, zoals Knack het destijds stelde. Het is ook de plaat die voor dEUS de opstap naar het Grote Publiek betekende. Van Amsterdam tot Athene, van Glasgow tot Glastonbury, van Hamburg tot Haifa: overal speelden ze voor volle zalen.
Ons onder de fans mengen ging plots niet meer. Het scheelde niet veel of we hadden bodyguards onder de arm moeten nemen.
Klaas Janzoons
Geen wonder dat dEUS uitgerekend met deze plaat voor het eerst écht in zijn verleden duikt, met een 20th anniversary tour die zich over zes weken uitstrekt en hen bijna overal in Europa terugbrengt naar de plaatsen waar het in 1999 ontploft is. In België was dat in de AB, die ze volgende week tot acht keer toe vullen. In Lissabon gebeurde het hier, in het Coliseu dos Recreios.
De zaal biedt plaats aan drie- tot vierduizend toeschouwers. Ze zal vanavond zo goed als helemaal vollopen voor de officiële aftrap van deze dEUS-tournee.
***
Al te gespannen ogen de bandleden niet wanneer ze kort na de middag arriveren. De groep, de licht- en geluidsmannen, vast voorprogramma Trixie Whitley, de acht dansers die de dEUS-show van een speciaal voor deze tournee in elkaar gebokste choreografie moeten voorzien en de documentairemaakster die last minute opgetrommeld werd om het hele gebeuren in beeld te brengen: iedereen is er. Iedereen, behalve frontman Tom Barman. Die is vanochtend niet samen met zijn collega’s op het vliegtuig van Brussel naar Lissabon gestapt.
‘Ik ben tegels gaan kiezen’, zegt hij wanneer hij een uurtje later aansluit.
‘Tegels?’
‘Buitentegels, ja. Ik ben een paar dagen eerder dan de rest naar hier gekomen, omdat ik erachter ben gekomen dat zich op amper vijftien kilometer van mijn deur een wereldvermaarde tegelmaker bevindt.’
Die tegels zijn bestemd voor het optrekje dat Tom Barman hier heeft, in een vissersstadje net buiten Lissabon. Het is een appartement met zicht op de Atlantische Oceaan, want Barman is een zelfverklaarde zeemens. ‘Mijn geadopteerd land’, noemt hij Portugal. Twee, drie, soms zelfs vier maanden per jaar zit hij hier.
Tom Barman: Ik ben er al een tijdje aan mijn nieuwe film aan het schrijven. Naar het voorbeeld van mijn helden Scorsese, Herzog en Friedkin. Die penden hun grote scripts óók op een zonnig terras neer. Maar ik ben hier dus net zo goed om mijn huis-tuin-en-keukenshizzle op orde te krijgen. Ik heb dat appartement nu negen jaar en het heeft onderhoud nodig. En tegels.
Tom Barman: rocker, regisseur en ook een beetje restaurateur.
Barman: Alles aan mijn appartement is van Portugese makelij, tot het kleinste asbakje toe. En nu wil ik buiten dus nog van die mooie, oude Portugese tegels leggen.
Waarom ben je het eigenlijk in Portugal komen zoeken?
Barman: Ik ben ook op huizenjacht geweest in Spanje, hoor, maar dat land is me te agressief. In Italië is het dan weer moeilijk overwinteren – alles gaat er dicht in de winter. Dus is het Portugal geworden.
Het land waar je als zeventienjarige je maagdelijkheid verloor, naar verluidt. Op een camping. Met een Braziliaanse.
Barman: (lacht) Ja! En een jaar later heb ik er mijn eerste grote reis gemaakt. Ik ging ernaartoe om te busken, alleen met mijn gitaar. Onderweg leerde ik een Italiaan kennen, die me van achter op zijn Moto Guzzi het hele land heeft laten zien. Fenomenaal.
Wat ongetwijfeld ook meespeelt: Portugal is altijd heel vriendelijk voor dEUS geweest. Vanwege de bandnaam, beweren sommigen – hier betekent ‘deus’ écht god – maar Tom Barman denkt dat er meer aan de hand is. ‘We voelden van bij het begin dat de Portugese alternatieve muziekscene veel geavanceerder is dan pakweg de Spaanse. Portugal en Spanje, dat is zoals je weet geen grote liefde. Het is de kleintjes tegen de groten. Portugal is de underdog – een beetje zoals België dat ook is, net als Noorwegen, waar ik evenzeer roots heb – en dat schemert door in hun humor, hun koppigheid, hun originaliteit.’
Klaas Janzoons, lid van het eerste uur, herinnert zich het hoogtepunt van de dEUS-gekte in Portugal nog levendig. In 1999. Met The Ideal Crash. In het Coliseu dos Recreios. ‘We speelden in die tijd zowat overal voor uitzinnige menigtes, maar in Portugal was het toch nog zotter dan elders’, zegt de dEUS-violist. ‘Wij hebben altijd de gewoonte gehad om na een optreden nog naar het café van de concertzaal af te zakken, ons onder de fans te mengen. De mensen wisten dat. Maar plots ging het niet meer. Als we het deden, werden we belaagd door fans. Het scheelde niet veel of we hadden bodyguards in de arm moeten nemen. Echt waar. Het is de enige keer dat ik aan den lijve ondervonden heb hoe succes ook een keerzijde kan hebben, hoe succes écht onaangenaam kan zijn.’
***
Een fysieke belegering zal het niet worden, vanavond in Lissabon. Behalve dan misschien in de backstage, die kort voor de show bestormd wordt door een roedel oudgedienden, Christian Pierre, al sinds jaar en dag manager van dEUS, op kop. Hij is rechtstreeks van Londen overgekomen, waar hij zijn jongste poulain Tamino de avond voordien nog een uitverkocht concert heeft zien spelen in de hippe Hackney-wijk. Dat er een link is tussen dEUS en Tamino die ver terug gaat, vertelt Pierre. ‘Herinner je je nog die razzia uit 1996, waarbij Tom en toenmalig dEUS-gitarist Craig Ward opgepakt werden, zogezegd voor het bezit van vloeibare cocaïne? Totale bullshit, natuurlijk. Vloeibare cocaïne bestónd hier niet eens. Ze zijn dan ook vrijgesproken. Met dank aan hun advocaat, de grootvader van Tamino.’
Ook Filip Eyckmans betreedt de kleedkamer, zijn Braziliaanse vriendin in zijn zog. Eyckmans is de man die dEUS van begin jaren negentig tot 2000 (mee) managede, en die een niet te overzien aandeel heeft gehad in de totstandkoming van The Ideal Crash. Tot vorig jaar was hij immers de uitbater van Enfrente Arte, het Spaanse hotel annex studiocomplex waar de plaat destijds werd ingeblikt.
‘Dat was in Ronda, het Lier van Andalusië!’ lacht hij. ‘Een op en top Spaans stadje dat toen nog niet al te toeristisch was en dat we bijgevolg volledig naar onze hand konden zetten. We hadden er onze vaste cafés, waar de draaitafels altijd voor ons klaarstonden. En als we eenmaal begonnen te dj’en, verspreidde dat nieuws zich als een lopend vuurtje en zat de keet binnen het uur bomvol. Ik heb daar dus dat hotel gekocht, samen met nog een ander leegstaand gebouw dat ik als studio heb ingericht. dEUS heeft er zowat heel 1998 gezeten, als het niet langer was. Een sluitingsuur was er niet, je kon ontbijten tot drie uur in de namiddag en er was een vrij te bedienen bar. Daar werd natuurlijk rijkelijk gebruik van gemaakt. No rules, dat was de enige regel. Wij waren jong, hè.’
‘Wordt er eigenlijk nog gedronken bij dEUS?’ vraagt Eyckmans lichtjes schertsend.
‘Tuurlijk, Flippie!’ zegt Barman. ‘Wij doen alles nog hetzelfde als vroeger. Alles, behalve…’
Er volgt een lachje. En een knipoog.
Op wat hij precies doelde, weten we niet, maar één ding lijkt wel zeker: echte excessen horen niet meer bij dEUS anno 2019. Een glaasje rode wijn of een longdrink, meer hebben Barman, Janzoons, bassist Alan Gevaert en nieuwste aanwinst Bruno De Groote niet nodig om zich op te laden voor een concert. Erna kan er ietsje meer. Behalve voor drummer Stephane Misseghers, die de kelk helemaal aan zich voorbij laat gaan. ‘Ik heb aan het jarenlange onregelmatige tourleven een auto-immuunziekte overgehouden’, zegt hij. ‘Op een gegeven moment begon mijn haar ervan uit te vallen. En zo komt het dat ik intussen van de drank af ben. Al vijf maanden heb ik geen druppel alcohol meer aangeraakt. Dat ik het zal volhouden, daar twijfel ik niet aan. Of ik het toeren nog even léúk zal vinden, weet ik dan weer niet. dEUS is en blijft toch een drinking band.’
‘Drank, ja, maar drugs en wijverij: dat waren de jaren negentig, nu zijn ze veel rustiger geworden’, aldus tourmanager Ton Maessen. Hij werkt al twintig jaar voor dEUS, en daarnaast ook al achttien jaar voor Nick Cave. ‘Er staat alweer een Cave-tour in de steigers, met alleen zalen van Sportpaleisomvang. Daar gaat anderhalf jaar logistieke voorbereiding aan vooraf, man. Ik ben er al volop mee bezig.’ Waarom hij er dan dEUS nog tussen neemt? ‘Simpel: de Ideal Crash-tournee was destijds mijn allereerste met dEUS, én de tour waarop ik mijn vrouw heb leren kennen, met wie ik nu hier in Lissabon samenwoon en kinderen heb. Ik word er toch lichtjes nostalgisch van, ja.’
Nostalgie, het woord is gevallen. Het is ook waar die paar duizend Portugezen tijdens het concert op zullen drijven. Van Put the Freaks Up Front tot Dream Sequence #1, het integrale The Ideal Crash wordt bijna woord voor woord meegebruld. Zelfs tot aan de – volledig instrumentale – outro van Instant Street toe. ‘Du-ru-ru-du-ru-ru-ru! Du-ru-ru-du-ru-ru-ru! Du-ru-ru-du-ru-ru-ru!’: het lijkt wel de stadionhymne van een ploeg die net de Champions League heeft gewonnen. ‘This time I go!’ schreeuwt Barman, de opwinding is compleet.
De ideale start van de ideale nostalgietrip.
Wat ik nu merk, is dat ik me over geen enkele song van The Ideal Crash schaam.
Tom Barman
***
Zelf heeft Barman een ietwat ambigue relatie met het verleden. Vooral er oeverloos over praten steekt hem tegen. ‘Ik ben het zo beu als koude pap, man’, geeft hij onomwonden toe. ‘Ik denk dat het eigen is aan artiesten om te denken: oude brol buiten, alleen het nu telt. Anderzijds bestaat er zoiets als je legacy, je voetafdruk. Als je die niet blijft voeden, sterft hij af. En als je er dan ook nog eens in alle talen over zwijgt, sterf je een tweede keer.’
Het is ondertussen donderdagmiddag 25 april. Na een niet overdreven wilde feestnacht in de bar van het Coliseu – de tourbus heeft Lissabon geheel volgens plan om half vier ’s nachts verlaten – zijn we in de Portugese havenstad Porto aanbeland. ‘A cidade invicta’, wordt ze ook wel genoemd, de onoverwonnen stad.
We zitten aan de Cais de Ribeira, op een terras dat uitkijkt op de Douro-rivier. Ik drink een cafezinho, Barman neemt er een aguardente bij, een shot sterkedrank. Dat praat dan wél weer makkelijker.
‘Wat ik merk, nu we ze allemaal achter elkaar spelen, is dat ik me over geen enkele song van The Ideal Crash schaam’, zegt hij. ‘Als ik op het podium naar de setlist sta te kijken, denk ik niet: “Oh nee, dát nummer weer.” We hebben het onszelf dus gemakkelijk gemaakt, twintig jaar geleden. (lacht)‘
The Ideal Crash was nochtans de spreekwoordelijke ‘moeilijke derde’, de opvolger van Worst Case Scenario (1994) en In a Bar, under the Sea (1996), respectievelijk ‘de plaat die je maar één keer in je carrière kunt maken’ en ‘de plaat die tot stand gekomen is met een groep die al half uit elkaar lag’. Moest The Ideal Crash anders?
Barman: Worst Case was het geluid van dát moment met díé vijf mensen – nog met gitarist Rudy Trouvé en bassist Stef Kamil Carlens. Al voor we aan In a Bar begonnen, was Rudy weg en had ook Stef aangegeven na de opnames te zullen vertrekken. Ik herinner me de roddels uit 1996, 1997 nog goed, mensen die me op café kwamen zeggen: ‘Ik hoor dat het afgelopen is met je bandje.’ Waarop ik: ‘We zullen zien!’
Vanaf de eerste plaat – of zelfs daarvoor, want toen had ik ook al vier gitaristen versleten – was duidelijk dat dEUS een immer veranderend platform zou worden, wat maakt dat je de groep elke keer opnieuw moet heruitvinden. Dat was met The Ideal Crash niet anders. ‘Als het zo zit: I take over‘, moet ik na het vertrek van Stef gedacht hebben. Ik was intussen 27 en wilde écht iets tonen. The Ideal Crash was voor het eerst een geheel, en ook live kwam er meer discipline. Ik was ze gewoonweg beu, die slechte concerten waarbij we zonder setlist het podium op gingen, allicht onder invloed van de medicamenten die we toen namen. Ten tijde van The Ideal Crash hebben we voor het eerst tegen de nostalgici en de snooty journalisten die bij plaat één waren blijven plakken gezegd: ‘Pas u aan of kras op.’
dEUS anno 1999, dat waren behalve jij en Klaas Janzoons ook gitarist Craig Ward, bassist Danny Mommens en drummer Jules De Borgher. Wat was hun aandeel precies?
Barman: Craig heeft heel hard zijn tanden in deze plaat gezet. Misschien zelfs een beetje te hard, soms. Maar hij bracht heel goeie ideeën aan. Zoals die keer toen hij vroeg: ‘Do you mind if I use a banjo?’ Een banjo was een geitenwollensokkeninstrument, bestemd voor folky shit en dus not done in de alternatieve rock. Maar wij deden wat we wilden, dus zei ik: ‘Go ahead.’ Het resultaat, Instant Street, was fucking fantastisch. Een hit! Of toch een hit à la dEUS, want hij klokt af op zes minuten en twintig seconden. De koppigheid en zelfsabotage van de platen ervoor waren we dus nog niet kwijt.
En verder? Jules was gewoon gebleven, wat voor hem pleitte. Want zo gaat het bij ons: als je blijft, doe je mee, en anders: byekes. (lacht) Danny kenden we al als zanger-gitarist van de SeXmachines, en als ‘een figuur’ uit het uitgangsleven. Hij bracht humor, rock-‘n-roll, en een soort lichtheid die The Ideal Crash wel kon gebruiken. Want als het van Craig en mij afgehangen had, was het helemáál een slash your wrists-plaat geworden.
Ze is nu al tamelijk zwaarmoedig.
Barman: Die plaat ís heavy, ja. De teksten zijn geschreven na een ingrijpende break-up. Daarin zeg ik niet ‘Ik twijfel een beetje’ maar wel: ‘Ik voel wraak! Ik voel boosheid! Ik voel geilheid!’ Grote gevoelens, kortom. Iemand heeft The Ideal Crash eens vergeleken met een toreador: trots, maar ook overdramatisch. Daar kan ik me in vinden. Er zit een soort statigheid in. Een geïsoleerde statigheid, want we hebben ze in afzondering gemaakt. Aan de fameuze El Tajo-kloof in Ronda dan nog, een bekende zelfmoordplek. Symbolischer kan het toch niet?
***
We verkassen naar de Hard Club, ooit een opslagplaats voor militair gerief, nu een concerttent die goed volk als Kamasi Washington, The Comet Is Coming en Mark Lanegan naar Porto haalt. En dEUS. De zaal is met een capaciteit van 1350 toeschouwers kleiner dan het Coliseu van gisteren, maar ze is wél ‘schijte-uitverkocht’, om het met Tom Barman te zeggen.
‘Ik had me deze spring tour wel anders voorgesteld, hoor’, grinnikt de frontman wanneer hij de backstage binnenwandelt, die even koud en kil aanvoelt als de voor deze tijd opvallend grimmige temperatuur buiten. De soundcheck loopt niet van een leien dakje. Alan Gevaert heeft last van zijn ogen – ‘Er scheelt iets met mijn traanklieren’ – en Barman merkt dat zijn stem steeds schorder begint te klinken. Onder het bevel van hem dat het vanavond scherper moet – ‘Tighter than a nun’s fanny!’ – wordt het oefenrondje voortijdig beëindigd en trekt de groep zich terug in de tourbus voor een powernap. Alleen Stephane Misseghers blijft achter. Hij heeft cimbalen op te boenen.
Misseghers werd pas in 2004 ingelijfd bij dEUS – de bewuste 24 uur waarin Craig Ward spoorloos verdween en Danny Mommens ontslagen werd na een handgemeen met Tom Barman, maakte hij vanaf de eerste rij mee – maar was er ook in 1999 al een beetje bij. Toen nog als drummer van Soulwax, zowat het vaste voorprogramma van dEUS tijdens de Ideal Crash-zomertour. ‘Ik was 21, het was mijn eerste grote tour. Ik zal het nooit vergeten, dat moment waarop we de mannen van dEUS voor het eerst zagen arriveren in hun shiny Silvergray-luxebus. En vooral: hoe ze uit die bus geróld kwamen. Je kon er goed aan zien dat ze al een hele tijd aan het toeren waren. dEUS was een superwilde bende, wij van Soulwax keken daar enorm naar op. Stephen en David Dewaele draaiden in die tijd trouwens vaak op aftershows van dEUS – de eerste stappen van 2manydjs zijn dáár gezet. Die feestjes waren nooit minder dan stevig.’
De eerste stappen van 2manydjs zijn op de aftershows van de Ideal Crash-tour gezet.
Stephane Misseghers (destijds drummer van support Soulwax)
Geen aftershow in Porto vanavond, want na alweer een geslaagd concert – waarbij opvalt hoe de Ideal Crash-songs vooral gitarist Bruno De Groote als gegoten beginnen te zitten – staat er een busrit van meer dan vijf uur op het programma. Dit keer richting Madrid, waar dEUS morgenavond opnieuw vol aan de bak moet. Pas daarna volgt een eerste rustdag. ‘Vandaag sparen we ons’, zegt Klaas Janzoons. ‘We moeten nog niet al ons kruit verschieten.’ Waarop Barman: ‘But tomorrow we get fucked up.’
***
‘De tonijntour!’ roept Tom Barman bij aankomst in Madrid.
‘De tonijntour?’
‘Onze eerste tournee ooit passeerde hier in Madrid, en ik noem hem de tonijntour omdat ons camionetje voortdurend naar tonijn uit blik rook. En naar de voeten van Klaas. (lacht) Ik heb daar zeer onaangename, om niet te zeggen proustiaanse herinneringen aan. Het moet in 1992 geweest zijn. We speelden wat nummerkes van mij en een aantal covers, maar ook al prille versies van Via en misschien zelfs Suds & Soda. Het klonk allemaal nog heel hoekig en krassig, heel John Cale-y, maar onze edge begon daar toch al vorm te krijgen.’
Madrid, de stad waar dEUS dEUS is geworden.
Het camionetje is een luxueuze bus geworden, de back catalogue is intussen enkele belpopklassiekers rijk en de omkadering is professioneler, maar voor Bruno De Groote, die Mauro Pawlowski in 2018 opvolgde als gitarist van dEUS, is deze Ideal Crash-tour toch ook een een soort ’tonijntour’, een Eerste Keer.
‘Ik heb vorig jaar al een stuk of tien dEUS-shows meegedaan, maar dat waren toch eerder wat losse flodders’, zegt hij in de backstage van La Riviera, een zaal die aan de oevers van de Manzanares-rivier ligt en die ze ’s nachts na de concerten omturnen tot een nachtclub. ‘Toen ik nog bij Raymond van het Groenewoud en Axelle Red speelde, ging het net zo: een keer op hotel in Parijs, eens een weekje naar China. Maar zes weken van huis weg zijn en in een tourbus wonen, zoals nu? Dat had ik nog nooit eerder gedaan, nee. En mij hoor je niet klagen. Ik beleef hier superfijne dagen en ben in goed gezelschap. Want de mannen van dEUS hebben dan wel een rock-‘n-rollreputatie, in de omgang zijn zij en de crew heel warm.’
Meer nog dan vorige zomer, toen ze hem zonder veel voorbereiding op het podium van Werchter schopten, lijkt De Groote echt zijn draai te hebben gevonden bij dEUS. Zeker in het universum van Craig Ward kan hij aarden. ‘dEUS stond vroeger altijd redelijk ver van mijn bed, maar The Ideal Crash is een plaat die mij destijds al lag. Ik hou van die songs, die in de kern heel puur en eenvoudig zijn. Ik bedoel: Sister Dew had van Bob Dylan kunnen zijn, da’s folk! Hoewel ik bij mijn komst gebombardeerd werd tot “de jazzmuzikant die bij dEUS is beland”, ligt Craigs wereld helemaal niet zo ver van de mijne af. Vergeet niet dat ze mij ook in de jazz als een vreemde eend zien, omdat ik van moderne, experimentele klanken hou. In dat opzicht pas ik bij dEUS, ook al ben ik anders dan mijn voorgangers. Rudy Trouvé was een expressionist, een wilde zot. Heel ruw en onvoorspelbaar. Dan was Craig veel beredeneerder, conceptueler, kubistischer. Hij speelde heel afgemeten, zoals Mauro dat later ook zou doen. Ik ben lang niet zo plichtsgetrouw. Ik vind het plezant om ter plekke iets te ondernemen op een podium en zo mezelf en de anderen te verrassen. Het is hoe ik de kunsten bedrijf, en hoe ik nu The Ideal Crash naar mijn hand probeer te zetten.’
***
Voor het eerst deze tour schijnt de zon. Tom Barman heeft zich in een korte broek gehesen en de Spanjaarden vechten om een plekje op de terrassen van Madrid. Er staat bijgevolg nog bedroevend weinig volk in de zaal wanneer Trixie Whitley aan haar voorprogramma begint. ‘Typisch Spanjaarden, die komen dus geen minuut te vroeg hun tapasbar uit, hè’, zegt Alan Gevaert, die het concert van zijn nichtje – Trixie is de dochter van zijn zus – wél van de eerste tot de laatste noot meepikt.
En inderdaad: enkele minuten voor aanvang van de dEUS-show vormt er zich plots toch nog een lange rij voor de ingang van La Riviera. De Spanjaarden zijn ontwaakt uit hun siesta, klaar voor de fiesta. Want dat wordt het, die vrijdagavond in Madrid. De eerste hattrick is een feit. En dan moeten onder meer Milaan, Wenen, Berlijn, Kopenhagen, Parijs, Londen én Brussel nog voor de bijl.
U gaat maar beter kijken naar een van de acht AB-concerten, ‘want daarna wil ik anderhalf jaar geen Instant Street meer horen’, besluit Tom Barman. ‘Zo’n terugbliktourneeke, dat is goed voor één keer. Nadien willen we alles op een nieuwe plaat zetten. Het zal weer een lange bevalling worden en het zal weer anders klinken. We zullen dEUS nóg maar eens moeten heruitvinden.’
The Ideal Crash (20th anniversary edition)
Uit bij Universal.
dEUS plays The Ideal Crash
Van 20 tot 27/5 in de AB, Brussel, en later nog op het Cactusfestival (7/7) en Rock Herk (12/7).
dEUS doct
‘Tijdens een van de try-outs voor deze tour merkte ik op de eerste rij een heel vreemd koppel op’, vertelt Barman. ‘Die twee mensen zaten het hele concert op een plint, met hun rug naar ons gekeerd. Wie gaat er nu helemaal vooraan zitten zónder naar de groep te kijken? vroeg ik me af. Ik was lichtjes geïrriteerd, maar tegelijk ook gefascineerd. Ik wilde hun verhaal horen. En toen ontstond het idee: laten we een documentaire maken en de fans interviewen. Niet over dEUS maar over zichzelf. Wat heb je in die twintig jaar sinds The Ideal Crash allemaal meegemaakt? Ben je gecrasht? Heb je ooit met de gedachte gespeeld iemand te vermoorden, zoals in de lyrics van Sister Dew? Dat soort vragen zal de Nederlandse filmmaakster Fleur Boonman de toeschouwers elke concertavond stellen in een speciaal daarvoor ingerichte ‘biechtkamer’. De werktitel van de docu, waarin we eveneens concertbeelden zullen verwerken, luidt dan ook: Confessions to dEUS.’
dEUS danst
Wie dEUS ten tijde van The Ideal Crash live heeft gezien, weet dat er weleens gedanst werd op het podium. ‘In die tijd was dat ongebruikelijk’, zegt Tom Barman. ‘Het hoorde bij r&b, hiphop of Michael Jackson, niet bij alternatieve rock. Maar wij zijn altijd notoire puristenhaters geweest, we déden dat gewoon. Dansers, dragqueens, vuurspuwers: het mocht allemaal. Het is onze drummer Stephane Misseghers die voorstelde om tijdens deze jubileumtour opnieuw dansers te laten opdraven. Ik vond het een goed idee en heb meteen choreografe Ann Van den Broek van Ward/Ward gebeld, die er in 1999 ook al bij was. Samen met haar hebben we het plan opgevat om in elke stad met acht jonge, lokale dansers te werken. Ann heeft overal een plaatselijke ‘satellietchoreograaf’ aangesteld die de dansers ronselt. En die dansers krijgen de choreo’s ter plekke aangeleerd door Anns rechterhand Nik Rajsek, die met ons meereist. Voor mij is dat echt een droom, da’s mijne shit. En geloof me: het knált.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier