Nick Cave & The Bad Seeds op Rock Werchter: een milde dandy met een gebroken hart

Nick Cave © Wouter Van Vaerenbergh

Nick Cave & The Bad Seeds mochten tijdens de laatste festivaldag het hoofdpodium net niet afsluiten, maar dat kon niet beletten dat velen hen als morele headliners zagen. En terecht: Koning Kraai en zijn acolieten tekenden voor een bij momenten huiveringwekkend concert.

Het was een beetje vreemd: een nachtraaf par excellence die het publiek moest trotseren op klaarlichte dag. Maar Cave heeft heus geen duisternis nodig om zich van zijn gevaarlijkste kant te tonen: zijn palet heeft er in de loop van zijn lange carrière zoveel kleuren bij gekregen dat hij zijn eendimensionale imago van weleer al lang heeft overstegen.

In Werchter stond Nick Cave op het podium als en dandy met een gebroken hart, die erin slaagde een trauma – het verlies van zijn zoon – tot Kunst te verheffen. Het was bevreemdend hem bij een ondergaande zon te zien openen met Jesus Alone, maar het uur van de dag leek wel bij de teneur van het nummer te passen. Het publiek hield de adem in en bood morele steun, want, zoals we allemaal weten, gedeelde smart is halve smart.

The Bad Seeds hebben de reputatie schuldig te zijn aan al minstens dertig jaar aan mislukte oogsten, maar in Werchter toonden ze zich als een bende alchemisten die het vermochten uitwerpselen in goud te veranderen. Het minste zuchtje, het kleinste geluid, werd ten dienste gesteld van Caves songs. Magneto had genoeg aan een mijmerende piano, een spookachtige pedal-steel en wat behoedzame percussie om je keel dicht te snoeren.

Nick Cave
Nick Cave© Wouter Van Vaerenbergh

Maar vanaf Do You Love Me? begonnen de muzikanten nijdig aan hun keting te rukken. Warren Ellis hamerde als een bezetene op het klavier, Marty Casey liet zijn bas wreedaardig rommelen en de gitaren hakten er zo diep in dat het Rode Kruis te hulp werd geroepen om de eerste snijwonden te verzorgen.

‘Den Duits’ is terug

Werchter mocht dan zuchten onder zomerse temperaturen, zodra From Her to Eternity werd ingezet, veranderde het podium in een lagedrukgebied. De song had iets van een huis dat, na een aardverschuiving, steeds dieper wegzakt in de modder, terwijl de positie van het meubilair binnenin zo drastisch wordt herschikt dat je het met een kunstwerk van Arne Quinze zou kunnen verwarren. Ellis ontbond middels zijn grungeviool al zijn duivels, in de hel werd kermis gevierd en de Black Crow King schreeuwde alle regenwormen uit de grond. Je moet het gehoord hebben om het te geloven; dit was een festivalmoment dat je je over tien jaar nog steeds zult herinneren.

Tijdens Loverman werd zo omineus met hamers op stalen buizen geslagen, dat je zou hebben gezworen dat Nick Cave hier eigenlijk een seriemoordenaar ten tonele voerde. Het bezwerende Red Right Hand was een getoonzette thriller, waarbij de zanger de tekst aan de omstandigheden aanpaste en meesmuilend verwees naar ‘your new Arctic Monkeys T-shirt’. Af en toe leek er op het podium iets te ontploffen, zodat de oudere inwoners van Werchter al begonnen te vrezen dat ‘den Duits’ onverwachts was teruggekeerd. De toeschouwers reageerden zo euforisch, dat Cave sarcastisch vroeg of ze nu één van zijn platen zouden kopen.

Nick Cave
Nick Cave© Wouter Van Vaerenbergh

Girl in Amber was een lied met een rouwrandje. Er gutste bloed uit een open wonde en niemand had een doekje bij de hand om het te stelpen. Jubilee Street, versierd met prachtig gitaarwerk van admiraal Ellis, begon smeulend, maar kwam dan plots tot ontbranding, alsof iemand een sigaret had opgestoken naast een tank met uiterst vluchtig gas. Wie even zijn ogen sloot, hoorde hier hoe alle Bad Seeds vleugels kregen.

Rob de Nijs-moment

Mochten Nick Cave en zijn vrienden op dit elan zijn doorgegaan, hadden we van een verpletterend concert gewaagd. Maar we noteerden helaas ook een tenenkrommend Rob de Nijs-moment toen de zanger aan de piano ging zitten, met het oog op Into My Arms, en de aanwezigen opriep om samen de zon onder te zingen, ‘because it’s so fucking… light’. Beetje klef toch. Als mensen met de armen beginnen te zwaaien tijdens een Cave-concert, moet je je écht zorgen beginnen te maken. Maar de man schuwt blijkbaar niet langer rock-‘n-rollclichés: op een bepaald moment speelde hij een vraag-en-antwoordspelletje met het publiek, maakte hij melding van de Rode Duivels (Cave en voetbal? Er zijn geen zekerheden meer!) en tijdens het – hopelijk met opzet – hilarische The Weeping Song klapte hij theatraal in de handen als een flamencodanser.

Stagger Lee, veeleer een hoorspel over moord en doodslag dan een echte song, gebruikte Cave vooral als alibi om enkele mooie vrouwen uit het publiek te plukken. Het podium stond al vol dames toen hij plots bedacht: ‘We need some guys up here’. Maar toen hij meteen omhelsd werd door een baardige bonk, zag je hem twijfelen. Misschien was het toch niet zo’n goed idee?

De set eindigde in schoonheid met Push the Sky Away. Het klonk haast als een religieuze hymne en nog steeds was de zon niet onder. Toegift Rings of Saturn bevatte genoegooh-onsin het refrein om de wei nog eens te doen meezingen. Want dat màg dus tegenwoordig.

Op zijn zestigste is Saint Nick namelijk wat milder geworden. We hebben de dagen nog gekend toen Koning Kraai je het liefst de tanden uit de bek zou hebben gemept. Als je de artiest vandaag tegenkomt, is de kans echter groot dat je een knuffel krijgt. In Werchter kregen we de jonge én de oude Nick Cave te zien. Tja, je kunt nu eenmaal niet je héle leven boos blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content