Neil Young & Crazy Horse @ Lokerse Feesten: Dinosaur Sr trapt open deuren in

Neil Young op Lokerse Feesten © Piet Goethals

De Lokerse feesten mochten veertig kaarsjes uitblazen en dat werd gevierd met de duurste act die er ooit het podium sierde. Kaartjes voor het concert van Neil Young & Crazy Horse waren even gegeerd als water in de Sahel. En ja, het werd een memorabele gebeurtenis, zij het om de verkeerde redenen.

DA GIG: Neil Young & Crazy Horse tijdens de Lokerse Feesten, op dinsdag 5/8.

IN EEN ZIN: Het meest teleurstellende concert dat we ooit van Neil Young hebben gezien, wegens oeverloos langdradig, een verregaande neiging tot prekerigheid en enkele ronduit minderwaardige songs in de set.

HOOGTEPUNTEN: ‘Down By the River’, ‘Cortez the Killer’, ‘Powderfinger’.

DIEPTEPUNTEN: ‘Name of Love’, ‘Be the Rain’, ‘Who’s Gonna Stand Up and Save the Earth?’, ‘Living With War’…

BESTE QUOTE: Nadat hij ‘Barstool Blues’ al tijdens de intro had onderbroken, gaf Neil Young één van zijn roadies een zware veeg uit de pan: “Je moet er wél voor zorgen dat mijn instrumenten gestemd zijn, voor je ze op het podium brengt”, brieste hij. Om er daarna met een relativerende knipoog aan toe te voegen: “Aangezien ík diegene ben die ze zingt, klinken mijn songs doorgaans al vals genoeg.”

Vorige zomer diende Neil Young zijn optreden op Pukkelpop af te zeggen, omdat Crazy Horse-gitarist Frank Sampedro zijn hand had verwond. Ook de huidige tournee hing even aan een zijden draadje: bassist Billy Talbot werd in juni door een beroerte getroffen en heeft een lange herstelperiode voor de boeg. Dit keer zorgde Dinosaur Sr echter voor een stand-in in de persoon van Rick Rosas, een muzikant die hem al vele keren op het podium had bijgestaan en ten tijde van klassieke platen als ‘Eldorado’ en ‘Freedom’ deel uitmaakte van zijn band The Restless. Dat Young momenteel ronddraaft op een paard met drie poten, valt niet bij alle fans in goede aarde. Maar liever een Crazy Horse die een beetje mankt, dan één die voorgoed op stal blijft.

Van alle groepen waarmee Neil Young al heeft gespeeld, spreekt ‘The Horse’ het meest tot de verbeelding. Het is de ultieme garageband en hij produceert het soort groove dat de artiest vleugels geeft. Toch klonk het gezelschap in Lokeren iets minder rafelig dan gewoonlijk. Dat kwam omdat Young dit keer beroep had gedaan op Dorene Carter en YaDonna West, twee zwarte backingzangeressen die de nummers van een extra dosis soul en gospel voorzagen. Dat werkte de ene keer al beter dan de andere, maar diende toch vooral om de afwezigheid van Talbots anders zo prominente achtergrondstem te compenseren.

Gezapig

Hoe kiest een 68-jarig rockicoon een (haast drie uur durende) set van vijftien nummers uit een oeuvre dat meer dan veertig langspelers omvat? Gaat hij voor een ‘best of’ met louter klassiekers? Of vist hij enkele ten onrechte onderbelicht gebleven parels op? In beide gevallen is Neil Young in staat iedere avond met een totaal andere maar opwindende show op de proppen te komen. Zijn jongste Belgische passage was er helaas geen van het uitdagende type. Neil Young, die zijn reputatie vooral dankt aan zijn grillige avonturiersgeest en zijn je m’en foutisme, speelt dezer dagen namelijk vrijwel steeds dezelfde routineuze set: een mengeling van crowdpleasers, enkele middelmatige nieuwe songs en een cover (Dylans ‘Blowin’ in the Wind’) die zelfs een doorsnee busker links zou laten liggen wegens te afgezaagd. Wanneer hij dan toch verraste, deed hij dat helaas met een tenenkrommende selectie uit zijn zwakste nummers ooit.

Eerlijk: kent u iemand die zat te wachten op het gezapige ‘Name of Love’ (uit ‘American Dream’, een van de meest beschamende cd’s van Crosby, Stills, Nash & Young)? Op ‘Living With War’, uit de gelijknamige agitpopplaat, waarin Sampedro een kitscherige partij speelde op een synth die via twee touwtjes op het podium werd neergelaten? Op het ronduit pathetische milieu-epos ‘Be the Rain?’, uit ‘Greendale’? Zijn dít de songs waar we ons Neil Young om moeten herinneren? En waarom lichtte de man, uit de honderden prachtige akoestische songs die hij uit zijn pen heeft geknepen, alweer het voorspelbare ‘Heart of Gold?’ Goed, het is de enige echte hit die hij ooit heeft gehad, maar mag het volgende keer misschien eens ‘Motion Pictures’, ‘Trasher’ of ‘Deep Forbidden Lake’ zijn?

Bond Zonder Naam

Oké, misschien had de zanger met zijn keuze wel een boodschap te verkondigen, want grosso modo vielen in zijn set drie thema’s waar te nemen. De anti-oorlogssongs waren wellicht een commentaar op vuurhaarden als Gaza, Syrië en Oekraïne die momenteel de actualiteit beheersen. Met zijn ecologisch geïnspireerde liedjes gaf Young aan hoezeer we onze planeet naar de verdoemenis helpen en herinnerde hij er ons aan dat het geen vijf maar twee voor twaalf is. Nobel, zoveel is zeker. Alleen: kan het wat minder infantiel dan met het op Bond Zonder Naamclichés gebouwde ‘Who’s Gonna Stand Up and Save the Earth?’, Neil? Want dit soort dertien-in-een-dozijn-deuntjes kun je makkelijk in je slaap verzinnen.

Neil Young financiert al jaren de ontwikkeling van een milieuvriendelijke auto en dat siert hem. Maar was het per se nodig een regel als “They go on killing for one more drop of oil” in ieder nummer dat in Lokeren op het menu stond ad nauseam te herhalen? Iemand met Youngs staat van dienst zou toch moeten weten dat rock-‘n-roll en preken niet echt samengaan? Nog méér wereldverbeterend hippiegewauwel kregen we in ‘Standing in the Light of Love’, een soulpopnummer dat, hoewel het nog niet is uitgebracht, al door het publiek werd meegezongen, maar bezwaarlijk een hoogtepunt uit ’s mans repertoire kan worden genoemd.

Kippenvel

Het concert was nochtans veelbelovend begonnen met een kippenvel uitlokkende uitvoering van ‘Down By The River’. De song fungeerde daarbij slechts als alibi voor een tot een half uur uitgesponnen jam. De muzikanten stonden op een kluitje bij elkaar en voerden hier een echt gesprek via hun instrumenten. Neil Youngs melodieuze gitaarspel neigde al gauw naar de vrije vorm en refereerde aan het abstract expressionisme van een John Coltrane. “Be on my side, I’ll be on your side”, zong de Canadees en dat leek op dat moment nog een ‘fair deal’. Later grepen Young en zijn maats ook naar de keel met een magistraal ‘Cortez the Killer’ en op de countryrockers ‘Powderfinger’ en het nostalgische ‘Days That Used To Be’ viel al evenmin iets af te dingen. ‘Barstool Blues’ klonk niet altijd even toonvast, maar dat hinderde niet. En ook al was ‘Psychedelic Pill’, een doorslagje van ‘Cinnemon Girl’, niet groots, het had tenminste het voordeel van de beknoptheid. Tijdens het op zich uitstekende ‘Love To Burn’ hoorden we in onze nabije omgeving heel wat mensen zuchten en gleed ook ónze aandacht af: het onderscheid tussen episch en langdradig verdween hier namelijk totaal.

Young is in onze ogen een geweldige gitarist. Alleen weet een échte meester wanneer hij er beter aan doet zich te beperken, terwijl in deze song, door de gegeven elastiekbehandeling, het einde letterlijk zoek was. Niets tegen lange solo’s hoor, zolang ze relevant zijn en iets vertellen. Nooit gedacht dat we ‘saai’ en ‘Neil Young’ ooit nog in één zin zouden gebruiken. ‘Rockin’ in the Free World’ was weliswaar een voorspelbare afsluiter, maar hier zat de ‘drive’ tenminste juist. De zanger had intussen zelfs een extra strofe geschreven: “We’ve got misinformation from the corporation”, zong hij. En ook: “Every drop of oil, we suck it from the soil”. Dat zal best, Neil. Maar alle open deuren waren nu onderhand wel ingetrapt.

Voor alle duidelijkheid: er werd vaak op hoog niveau gemusiceerd en Neil Young, die verantwoordelijk is voor enkele van de beste concerten die we ooit hebben meegemaakt, is één van onze allergrootste helden. Precies daarom was het pijnlijk hem zo nadrukkelijk het cliché te horen opzoeken. Young is op zijn best wanneer hij prikkelt en braakliggend terrein opzoekt. En niet wanneer hij zich, zoals in Lokeren, in zijn comfortzone verschanst. Te weinig dwarsigheid, teveel gemakzucht dus. Jazeker, een artiest hoort vrij te zijn en heeft het recht foute keuzes te maken. Maar net omdat we, na ruim twintig Young-concerten op de teller, weten waartoe de artiest live zoal in staat is, vonden we zijn jongste Belgische passage bij momenten haast beledigend. We zijn er het hart van in, maar soms moet je, ook als doorgewinterde fan, nu eenmaal de waarheid onder ogen zien.

DE SETLIST: Down By The River / Powderfinger / Standing in the Light of Love / Days That Used To Be / Living With War / Love To Burn / The Name of Love / Blowin’ in the Wind / Heart of Gold / Barstool Blues / Psychedelic Pill / Cortez the Killer / Rockin’ in the Free World // Be the Rain / Who’s Gonna Stand Up and Save the Earth?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content