Muziekcentrum Trix bestaat 15 jaar: ‘Zelfs voor de meest obscure bands is er hier een publiek’

Ken Veerman, directeur van Trix © Morgan Milan

Dit weekend trapt de Antwerpse concertzaal Trix haar feestjaar af met showcasefestival We Are Open. Directeur Ken Veerman blikt terug en vooruit: ‘Liveconcerten lokken vandaag meer volk dan ooit.’

Van Beraadgeslagen tot Blu Samu, van Zwangere Guy tot Charlotte Adigéry en van Whispering Sons tot Vito: ook dit jaar is We Are Open, het okselfrisse voorjaarsfestival van Trix, een fraaie staalkaart van wat de Belpop anno 2019 te bieden heeft. ‘Mijn favoriete festival van het jaar’, lacht algemeen directeur Ken Veerman. ‘Mensen samenbrengen rond jong talent en zo iets creëren dat groter is dan de som van de namen op de affiche.’

We Are Open is meteen de eerste activiteit van een druk feestjaar. Trix blaast in 2019 vijftien kaarsjes uit en viert dat met een fototentoonstelling in de foyer, een groot feest in het najaar en nog wat kleinere acties die Veerman nog liever top secret houdt. En er valt ook wat te vieren, want aan de Noordersingel mogen ze terugkijken op een fraai parcours. Op hun lijst van artists in residence – Monza, The Hickey Underworld, Triggerfinger, TheColorGrey en Willem Ardui en School Is Cool om er maar een paar te noemen – staat geen enkele misser. Met de provinciale muziekwedstrijden FrappantPOP en De Zes gaf Trix bands als Equal Idiots, Catbug en Bed Rugs zuurstof. En pour la petite histoire: Adam Granduciel durft tijdens een Sportpaleispassage van The War On Drugs weleens hinten naar Trix, waar zijn groep in 2009 haar eerste Belgische concert speelde.

‘Als je 200 shows per jaar organiseert, mag er al eens eentje tegenzitten.’

Ken Veerman

Maar Trix was in oorsprong geen concertzaal. De stad richtte de zaal in 2004 vooral in als een vehikel voor popmuzieklessen, repetitieruimtes en later een studio, waar jonge bands goedkoop hun demo’s konden opnemen. Al snel kwam daar de Club bij, een kleine concertzaal voor ongeveer 400 bezoekers. Zo kreeg het Hof ter Lo er ineens een kleine buurjongen bij. ‘De twee tempels van de alternatieve rock stonden toen naast elkaar, ver buiten het stadscentrum, en werden elk door een ander departement van de stad bestuurd. Een rare situatie’, lacht Veerman.

Die twee tempels werden er een toen Hof ter Lo en Trix in 2009 samensmolten onder die laatste naam. De zaal, die zich aanvankelijk profileerde als een walhalla van elektronica en indierock, erfde van Hof ter Lo een stevige metalreputatie, die bands als Your Highness, Toxic Shock en Diablo Blvd zaliger sindsdien gretig hebben voortgezet. ‘Tot vijf jaar geleden waren dat de drie poten waar we op steunden. Sindsdien is daar nog hiphop bijgekomen. Daar konden we als alternatief muziekcentrum uiteraard niet omheen’, zegt Veerman.

Jullie halen hippe hoppers als Ghostemane binnen, maar blijven tegelijk de Godsmacks van deze wereld programmeren. Hoe kijk jij naar de stelling dat de gitaar in de verdrukking is?

KEN VEERMAN: Een paar jaar geleden kon je inderdaad vaststellen dat de spannende muziek niet meer uit de rockhoek kwam, maar tijdens de laatste Eurosonic (Nederlands showcasefestival, nvdr.) speelden alle gehypete groepen weer drammerige postpunk. Dat maakt dat we weer wat meer kunnen doen met gitaarbands dan de afgelopen jaren, zonder slag om slinger te verklaren dat de hiphop dood is. Bovendien krijg je je zaal niet vol met alleen maar de scherpste en meest relevante bands van het moment. Sommige groepen toeren élk jaar en spelen élk jaar de zaal plat.

Die komen vaak in de Trix terecht via grote spelers als Live Nation die jullie zaal huren. Vrezen jullie er soms voor om jullie identiteit te verliezen?

VEERMAN: Ook dat is deel van ons businessmodel. Met die concerten verdienen we geld om een podium te geven aan artiesten die het verdienen, zonder dat hun shows winst maken. Zo kunnen we ook kleinere concertorganisatoren, zoals Faded voor hiphop of MCLX voor gitaargroepen, ondersteunen en wordt het risico voor hen kleiner. Voor ons speelt dan weer de schaalvergroting mee: als je 200 shows per jaar organiseert, mag er al eens eentje tegenzitten.

‘Als nachtclub Ampu0026#xE8;re aankondigt dat ze concerten wil organiseren, komen mensen mij vragen of dat concurrentie is voor ons. Maar het is toch net fantastisch dat er zoveel concertzalen zijn in een en dezelfde stad?’

Ken Veerman

Vroeger rekenden we nauwelijks kosten door om onze zaal te verhuren, maar na de crisis van 2013, toen zowat alle overheden tegelijk beslisten om te besparen op cultuur, konden we niet anders. Niet alleen ging ons budget sterk achteruit, we stelden tegelijk ook vast dat we op een eiland zaten: we hadden geen politieke connecties en niemand met een beslissingsbevoegdheid wist wat we precies deden. Dat dwong ons om commerciëler en efficiënter te denken, maar heeft er ook voor gezorgd dat we de romantiek en het spontane een beetje zijn kwijtgespeeld. Bij elk concert dat je boekt, kijken de Excelsheets over je schouder mee. Ondertussen is onze relatie met de stad uitstekend: er staat zelfs een stukje over popmuziek in het bestuursakkoord.

Die band leek wat minder toen projectontwikkelaar Caravel twee jaar geleden vlak naast Trix een woontoren wilde bouwen, met de slaapkamers gericht naar jullie concertzaal. De stad gaf daar een bouwvergunning voor, die later werd vernietigd door de provincie. Hoever staat die zaak nu?

VEERMAN: Daar komen we wel uit, hoor. We zijn absoluut niet tegen een woontoren op die bouwgrond – daar is ze ook voor verkaveld – maar dan niet tegen ons podium gebouwd. De bouwpromotor wil hetzelfde en is even blij als wij dat het hele circus errond voorbij is. Dat was gewoon een niet zo slimme beslissing, maar dat komt goed.

‘De stad bouwt een integraal muziekbeleid uit’, staat er dus te lezen in het bestuursakkoord. Wat kan er beter?

VEERMAN: Het aanbod is ongezien, van Het Bos tot het Sportpaleis en alles ertussen. Maar die zalen zitten allemaal op een eilandje. Het zit in de Antwerpse cultuur om alles zelf te doen. Als nachtclub Ampère aankondigt dat ze concerten wil organiseren, komen mensen mij vragen of dat concurrentie is voor ons. Maar het is toch net fantastisch dat er zoveel concertzalen zijn in een en dezelfde stad? Dat moeten we net koesteren. Ik droom van een stadsbreed muziekfestival in Antwerpen, iets als Sónar in Barcelona.

Daarnaast zijn er te weinig podiumcafés, terwijl het daar is dat beginnende groepen ervaring opdoen. Gent heeft bijvoorbeeld wel een sterk cafécircuit, rond het Sint-Jacobsplein. Het heeft weinig zin dat bands moeten knokken om hun eerste concertje te spelen en dat er om hen, zodra ze doorgroeien, wordt gevochten door de concertzalen.

Vijf jaar geleden zei jullie toenmalige artistiek directeur Wim Smets in Poppunt Magazine dat er een overaanbod aan bands was. Dat probleem is alleen maar groter geworden.

VEERMAN: Een overaanbod aan goede muziek is in de eerste plaats een luxe. Het is ook niet zo dat de zalen leegstaan; liveconcerten lokken vandaag meer volk dan ooit. Zelfs de meest obscure bandjes, waarvan we niet snappen dat mensen kennen, vinden hier een publiek . Zolang vraag en aanbod elkaar daarin volgen, is er geen probleem.

‘Ik vind het ook belangrijk dat we blijven experimenteren en dat er nog altijd ruimte is voor een zot idee, zelfs al zijn we niet zeker dat het ook een goed idee zal zijn.’

Ken Veerman

Tegelijk moeten we wel beginnen opletten met dit model. Muzikanten zijn vandaag het hele jaar door op tour, want dat, en niet langer de platenverkoop, is hoe je met muziek je boterham nog kan verdienen. Dat opbod om toch zoveel mogelijk shows te spelen, kan niet blijven duren. Het is niet duurzaam en voor de muzikanten is het evenmin gezond. Daar moeten we ons met het hele concertencircuit over bezinnen.

Wat zijn daarnaast nog de uitdagingen voor Trix?

VEERMAN: Het gebouw, want dat is nooit af. De inkomhal, waar we nu aan klussen, moet tegen We Are Open af zijn. Daarna beginnen we na te denken over hoe we de grote zaal en de repetitieruimtes nog kunnen verbeteren om in te spelen op de noden van muzikanten. Die veranderen constant. Toen Trix begon, was de goedkope studio een belangrijke troef voor jonge bands. Later konden ze voor het dubbele van de dagprijs hun eigen homestudio kopen. De laatste jaren krijgen we toch weer vragen van slaapkamerproducers die hun tracks willen afwerken in een echte studio.

Ik vind het ook belangrijk dat we blijven experimenteren en dat er nog altijd ruimte is voor een zot idee, zelfs al zijn we niet zeker dat het ook een goed idee zal zijn. Kwestie dat we niet alleen een efficiënte boîte zijn, maar ook een muzikale vrijplaats blijven.

De twee dagen van We Are Open zijn uitverkocht. Meer info op de website van Trix.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content