Jonas Boel

‘Kunnen we met z’n allen ophouden met de politiek te seksualiseren?’

Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Vijftig jaar geleden zette Serge Gainsbourg de seksuele bevrijding van de muziek in gang. Nu nog die van de politiek, schrijft Knack Focus-journalist Jonas Boel. ‘Wanneer verschillende partijen elkaar electoraal aftasten, zijn woorden als “opvrijen” of “flirten” nooit veraf.’

Volgende week is het weer zover, de dag waarop we met bloemen, parfum en liefdesbrieven de dood herdenken van de heilige Valentinus, een priester die tegen het verbod van Rome in christenen in het echt verbond, en daarvoor in 269 n.C. werd terechtgesteld.

Dit jaar is de dag van de liefde en de romantiek een bijzondere, want vijftig jaar geleden, in februari 1969, verscheen Je t’aime… moi non plus. Het pikante liefdesduet tussen Serge Gainsbourg en Jane Birkin, wellicht de meest gecontesteerde Franstalige song ooit, werd destijds in verschillende landen van de radio gebannen wegens de aangebrande tekst. Zelfs het Vaticaan sloeg Birkins orgastische gehijg in de ban. Geboren provocateur Gainsbourg, die drie jaar eerder al een nietsvermoedende France Gall suggestief aan een lolly liet likken in Les sucettes – zag het graag gebeuren, en bedankte paus Paulus VI voor zijn public relations-diensten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


De strijd tussen popmuziek en politieke moraalridders zou nog enkele decennia duren. Zo kregen onder anderen Prince en Madonna het in de jaren tachtig regelmatig aan de stok met ‘bezorgde’ beleidsmakers met rode oortjes. Maar anno 2018 lijkt het pleit beslecht in het voordeel van de pop. In vergelijking met My Neck, My Back (Lick It), een ode aan cunnilingus van r&b-zangeres Khia uit 2002, is Je t’aime… een zedig walsje. Zelfs een doorgaans als braaf bestempelde popzangeres als Ariane Grande kan tegenwoordig, zoals op de titeltrack van haar album Sweetener, zingen over orale seks zonder verketterd te worden: ‘I like the way you lick the bowl / Somehow your method touches my soul.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


Mooi zo. Vijftig jaar na het schandaleuze Je t’aime… moi non plus bemoeit de westerse politiek zich niet meer met de seksuele zeden in de muziek. Tijd om de rollen om te draaien, dus. Want geef toe, welke metafoor is tegenwoordig beter geschikt voor de politiek dan Je t’aime… moi non plus? Seks lijkt dan wel minder gepolitiseerd, politiek is meer dan ooit geseksualiseerd.

En dan hebben we het niet over schandaaltjes zoals de ‘bunga bunga’-feestjes van Silvio Berlusconi destijds. Uiteindelijk is het niet van staatsbelang waar een premier z’n peperoni steekt, wel of zijn beleid vrij is van corruptie en belangenvermenging.

We hebben het dan ook niet over Donald Trump en zijn seksisme. Wie de voorbije week in het Amerikaans congres het solidair in maagdelijk wit geklede, Democratische vrouwenlegioen aanschouwde tijdens Trumps state of the union kon er dan ook niet naast kijken: de strijd der seksen is springlevend in de paternalistische arena van de Amerikaanse politiek. ‘Grab ‘em by the pussy’, het is niet vergeten.

Neen, de seksualisering van politiek zit dieper. Het zit in onze omgang en onze taal. We doen er allemaal aan mee, en vinden het zelfs perfect normaal.

Kunnen we met z’n allen ophouden met de politiek te seksualiseren?

Wanneer twee ideologisch tegengestelde partijen een coalitie vormen spreken we over ‘koele minnaars’. Wanneer één partij opschuift naar rechts, dan ‘spreidt die het bed’ voor een andere, rechtsere partij. Wil een bepaalde voorzitter de positie van zijn partij benadrukken, dan zegt hij: ‘Onze plaats in het bed is in het midden’. Het niet ingeloste engagement van een burgemeester is een ‘schijnhuwelijk’, en wanneer verschillende partijen elkaar electoraal aftasten, zijn woorden als ‘paringsdans’, ‘opvrijen’ of ‘flirten’ nooit veraf.

Nochtans is het met bedpartners in de politiek exact zoals Serge Gainsbourg het in 1969 verwoordde: je t’aime, moi non plus – ik hou van je, ik ook niet. Seks is een contract, liefde gaat dieper. En bewust of onbewust hield Gainsbourg daarmee alle moraalridders een spiegel voor. Met liefde heeft politiek niets van doen. Seksmaniakken zijn het. Het is dan ook geen toeval dat Gainsbourg zijn inspiratie vond bij een uitspraak van Salvador Dalí. Die zei over Pablo Picasso: ‘Picasso is een schilder. Ik ook. Picasso is een Spanjaard. Ik ook. Picasso is een communist. Ik ook niet’.

Mijn Valentijnwens voor volgende week en ineens voor de komende vier maanden, in de aanloop naar de volgende parlementaire bevruchtingen of kruisbestuivingen: kunnen we met z’n allen ophouden met de politiek te seksualiseren? Liefde, romantiek, en seks zijn te mooi, te leuk, en te belangrijk om te associëren met het opportunistische schouwspel van de politiek. Het is niet kies. Voor je het weet leidt het tot ongewenste intimiteiten. Tot zelfs stalking toe, weet u wel? Ook daar worden liedjes over geschreven.

Elke vrijdag linkt Jonas Boel de politieke actualiteit aan de muzikale geschiedenis.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content