King Krule viert het vaderschap: ‘Ik ben geïnteresseerd geraakt in de mensheid’

© Charlotte Patmore
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Weinig platen die de rauwheid van Londen het afgelopen decennium zo goed wisten te vatten als 6 Feet Beneath the Moon en The Ooz van King Krule. En toch trok de 25-jarige vaandeldrager van de lofi-slaapkamerrock onlangs weg uit de metropool, om zich in North West England volledig te storten op… het vaderschap.

Woensdag 29 januari, Hôtel Grand Amour in Parijs. Dit boetiekhotel nabij het Gare de l’Est moet een van de chiquere van de lichtstad zijn. Het is alleszins de plek waar acteur Mads Mikkelsen verblijft wanneer hij in Parijs is, waar de Franse premier Édouard Philippe de verjaardag van zijn vrouw komt vieren, en waar influencer Jessie Andrews tijdens de Paris Fashion Week al eens een privéfeestje houdt, met goed muzikaal volk als Blood Orange-bezieler Dev Hynes en r&b-wonderkind Steve Lacy op de gastenlijst.

De receptie doet met zijn aan de muur bevestigde oude versterkers en boxen aan een soort vintageversie van de Soulwax-studio denken, maar wij nemen een paar kamers verder plaats, in een ruimte die ze hier L’aquarium noemen. Omdat er zich een aquarium in bevindt, tiens, een die tot bijna aan het plafond komt zelfs. De grootste vis zit gewoon aan een van de marmeren tafeltjes. Hij heet Archy Marshall en staat dankzij bescheiden meesterwerkjes als 6 Feet Beneath the Moon (2013) en The Ooz (2017) al een kleine tien jaar bekend als de pisnijdige posterboy van de lofi-indierock, King Krule.

Wat in de VS en in Groot-Brittannië gebeurt, is afschuwelijk. Allemaal het gevolg van de propaganda die de media verspreiden.

De avond voor ons interview is Marshall – rosse middenmeet, lange ski-jas, bruine zonnebril, beige bompasjaaltje – moeten opdraven in Echoes, een nog te verschijnen muzikale tv-show à la Later… with Jools Holland, met Savages-frontvrouw Jehnny Beth als host. Hij stelde er zijn nieuwe werk in première voor aan een select publiek, om nadien nog met Beth en haar andere tafelgasten Nilüfer Yanya en Beak in debat te gaan over undergroundmuziek. Daarna bracht hij hier de nacht door. Of toch half, want echt fris oogt Marshall niet. Ons hele gesprek lang zal er een alcoholwalm door de kamer zweven, en de tonijnsandwich die hem is toegestopt, laat hij onaangeroerd. Dan maar snel over zijn uitstekende nieuwe plaat Man Alive! beginnen. Daar leeft de man van op.

Aan Man Alive! is een periode van persoonlijke verandering voorafgegaan. Je bent vertrokken uit je geboortestad Londen en vader geworden van een dochter, Marina. Zijn die gebeurtenissen bepalend geweest voor de plaat?

Archy Marshall: De laatste jaren hebben mijn leven veranderd, dat klopt. En uiteraard heeft dat alles het album beïnvloed. Al weet ik zelf niet goed hoe, haha. Je kunt verandering niet meten. Het gebeurt gewoon.

‘Nu ik ouder aan het worden ben, zie ik de dingen helderder’, hoorde ik je gisteren zeggen in de talkshow van Jehnny Beth. Wat bedoelde je daar precies mee?

Marshall: In de periode dat ik met The Ooz aan het toeren was, was ik een vat vol inspiratie. Ik was vastberaden om mijn succes te verzilveren, dus bleef ik maar creëren. Ik voelde me ook echt goed over de muziek die ik tussen 2017 en 2018 had geschreven. Het ontbrak me enkel nog aan het laatste duwtje in de rug om de boel helemaal af te krijgen. En net dan kreeg ik te horen dat ik vader zou worden. Ik piste natuurlijk in mijn broek van angst, omdat ik niet wist wat me allemaal te wachten stond.

Hoe ben je omgegaan met het vaderschap?

Marshall: Ik heb meteen aan mezelf beloofd om mijn verantwoordelijkheid op te nemen. Ik ben elke dag muziek blijven spelen, maar dan op een minder zelfzuchtige manier dan voorheen. (lacht) De focus moest in de eerste plaats op mijn gezin liggen, op het in leven houden van mijn dochter Marina en het bijstaan van mijn vriendin Charlotte (Patmore, rockfotografe, nvdr.). Ik woon nu samen met hen in het noorden – kort bij de ouders van Charlotte, komt dat even goed uit – en ik kan je zeggen: we leven daar als in een droom, man. Ik vond het belangrijk dat ik mijn privésituatie van mijn werk kon scheiden. Dat betekent ook dat, als ik wilde voortwerken aan mijn plaat, ik in mijn eentje op en af naar Londen moest reizen. Je kunt niet geloven hoe hard die stad mij ineens enthousiasmeerde. Al die jaren dat ik er gewoond heb, leek alles foggy, en nu heb ik er een nieuw soort appreciatie voor gekregen. Er was geen brug die ik niet wilde beklimmen om die enorme stad te kunnen overschouwen, en geen Londenaar die ik niet wilde aanklampen voor een gesprek. Dus als ik zeg dat ik de dingen helderder zie, dan bedoel ik: ik ben geïnteresseerd geraakt in de mensheid. (lacht)

King Krule: 'Ik heb geen gitaar nodig om songs te schrijven.'
King Krule: ‘Ik heb geen gitaar nodig om songs te schrijven.’

Hoe hard verschilt het noorden van een stad als Londen?

Marshall: Heel hard. Ik heb veel rondgereisd voor mijn muziek, maar ergens anders wonen dan in Londen, dát had ik nog nooit gedaan. Het noorden is echt wel anders, op alle mogelijke manieren. De mensen zijn anders. De gesprekken die ze voeren zijn anders. Hun bewegingen en gedragingen zijn anders. Alles wat je rondom je ziet, is anders. De lucht is anders. Het kraantjeswater is anders.

Nu, een groot deel van de plaat is voor de verhuizing geschreven. Eigenlijk gaat enkel het nummer Supermarché over het noorden, en dan meer bepaald over de vele uren die ik er al in de plaatselijke supermarkten heb doorgebracht. Dan posteerde ik mijn dochtertje vooraan in de kar en struinde ik door de winkel. Superfascinerend. De gesprekken die ik in de wandelgangen hoorde, vormden de inspiratie voor het nummer. En de schaamteloze propaganda die de mensen er door de strot geduwd krijgen, die ook. Want voor velen is een bezoek aan de supermarkt een speciaal moment, of toch een moment van duizend-en-een overwegingen: wat voor voedsel hebben we nodig? Hoe onderhouden we er het hele gezin mee? Hoeveel geld geven we eraan uit? Daar maken merken en media grof misbruik van.

Als Man Alive! al een groot thema heeft, is het wel dat.

Marshall: Die propaganda is een rode draad, ja. ‘There’s a massacre across the Earth, across the ocean, I can see it in the palm of my hand’: zo begint de plaat. Dat slaat op hoe snel de media ons tegenwoordig kunnen bereiken via onze telefoons. ‘The deluge of the world flows’, zing ik wat verderop, over de dreigende apocalyps die ze ons via allerhande krantenkoppen in het gezicht proberen te wrijven. Daarom kon ik het album ook niet anders laten eindigen dan met de woorden: ‘We don’t have long till this Earth is drowned.’(lacht)

Hoe zit het met je eigen mediaconsumptie?

Marshall: Ik doe eraan mee, maar kan er ook afstand van nemen, in die zin dat ik wéét wat ze me allemaal proberen wijs te maken. Als men bepaalde politici op tv slim probeert te doen overkomen en andere dom, dan ben ik me daar ten zeerste van bewust. Een groot deel van de bevolking heeft dat jammer genoeg veel minder door, wat geleid heeft tot de opkomst van rechts, van het fascisme. Wat er in de VS en in Groot-Brittannië allemaal gebeurt, is afschuwelijk, vooral dan voor de jeugd. En het is dus allemaal het gevolg van de propaganda die de media verspreiden.

Waarom maak je niet eens een uitgesproken politieke plaat? Man Alive! is dat wederom niet geworden.

Marshall: Misschien niet, al is het ook weer niet zo dat ik ervoor terugdeins. Ik benoem die dingen gewoon op een andere manier, niet zelden met behulp van kleuren. (wijst naar de leren zetel waarin hij onderuitgezakt is) Dit hier zou ik als blauwgroen omschrijven in een lied. De straten noem ik grijs. En de wereld waarin we leven is… fucking shit.

Bedroom pop? Prima, zolang die kids niet meer geld verdienen dan ik.

Boezemt het je angst in dat je dochter daarin moet opgroeien?

Marshall: Ze is nu elf maanden en heeft al zó veel karakter, is al zó intelligent. Dus nee, dat komt wel goed.

Uiteindelijk is dit vooral een prevaderschapsplaat geworden. Zo kondigt het nummer Stoned Again zich in de meegeleverde bio aan als ‘de laatste stuiptrekking van je losbandige leventje’. Ben je kalmer geworden?

Marshall: Ja, al gaat Stoned Again toch vooral over jong en onschuldig zijn. Ik gebruik het park van Peckham Rye, de plek waar ik ben opgegroeid, als decor. Het interessante is: dat park verandert nooit, de mensen die er rondhangen wel. Op je tiende ga je er skaten. Dan word je twaalf en speel je er voetbal. Nog wat later hang je er rond met je maten, raak je stoned en denk je: o shit! (lacht)

Wat zou jij vandaag in dat park doen?

Marshall: Gewoon, doelloos rondwandelen met mijn inmiddels tienjarige hond. Vind ik heerlijk.

Richard Hawley vertelde me dat hij zowat al zijn songs bedenkt terwijl hij zijn honden uitlaat. Dan komen de teksten en de melodieën hem gewoon aangewaaid en legt hij die ter plaatse vast met de dictafoon van zijn iPhone. Iets voor jou?

Marshall: Tuurlijk wel. Ik schrijf sowieso de hele tijd songs. Of ik het nu wil of niet: I’ll write them anyway. Daar heb ook ik echt geen gitaar voor nodig.

Ergens op The Ooz weerklonk het geschreeuw van een hysterische vos. Wat is het gekste geluid op deze plaat?

Marshall: Op een keer lag ik in mijn ouderlijk huis in Londen te slapen en had ik een heel intense, lucide droom. Op het einde ervan kwam een groep mannen op me af met trompetten en hoorns. Ze bliezen er vol mee in mijn gezicht. ‘Riiiiieeeee, riiiiieeeee, riiiiieeeee!’ Oorverdovend was het. Ik werd wakker en het bleek de vuilniswagen te zijn. Ik neem voortdurend achtergrondgeluiden op, en dat lawaai heb ik gebruikt tussen de songs Stoned Again en Comet Face in.

Slotvraag: met Clairo, Gus Dapperton, Rex Orange County en aanverwanten is er een hele nieuwe, jonge generatie artiesten opgestaan die zogenaamde bedroom pop maakt, indierock die het verrassend goed doet op streamingdiensten. Eigenlijk komt die hele beweging voort uit wat jij al een tiental jaar aan het doen bent. Had je dat zelf zien aankomen?

Marshall: Natuurlijk had ik destijds niet door dat wat ik deed op een bepaalde manier vernieuwend zou blijken. Ik was gewoon een jongetje dat anders was dan de rest en op zoek ging naar een klein universum waarin hij aan de realiteit en de schoolbanken kon ontsnappen. Ik speurde naar spannende, obscure stuff die niemand kende – in mijn geval postpunk – en ben daar in mijn slaapkamer mijn eigen ding mee gaan doen. Dat was allemaal heel erg low key, maar ik weet wél dat ik al van in het begin heel zelfverzekerd was over mijn composities. Vandaag heb je inderdaad al die good looking young people die diezelfde mentaliteit hebben, ook dat soort muziek maken op hun slaapkamer en daar succes mee oogsten. Dat komt omdat hun fans merken dat hun helden eigenlijk even oud zijn als zij, wat het allemaal heel herkenbaar maakt. Ik luister niet noodzakelijk naar al die dingen, maar vind het allemaal prima zo. Tenminste, zolang die kids van nu niet meer geld gaan verdienen dan ik. (lacht)

Man Alive!

Uit op 21/2 bij XL Recordings.

King Krule

Op 3/3 in de AB, Brussel. Alle info: abconcerts.be.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

King Krule

Echte naam Archy Marshall.

Geboren op 24 augustus 1994 in Londen.

Studeert aan de Brit School, waar ook Adele en Amy Winehouse hebben gezeten.

Maakt lofi-indierock met invloeden uit postpunk, hiphop en jazz.

Debuteert in 2013 met het album 6 Feet Beneath the Moon, gevolgd door The Ooz (2017) en nu Man Alive!

Wordt genomineerd voor de BBC Sound of 2013, en in 2018 ook voor de Mercury Prize.

Werkt samen met Mount Kimbie, Earl Sweatshirt en Tyler, The Creator. Ook Kanye West wil met hem in zee, maar vangt bot.

Ook bekend onder de aliassen Zoo Kid, Edgar the Beatmaker en DJ JD Sports.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content