Is de nieuwe David Bowie een vrouw? St. Vincent vult een funky bad in digitaal Down and Out Downtown-concert

St. Vincent © Still uit het Down and Out Downtown Concert

Het virtuele concert dat St. Vincent in het kader van haar in mei verschenen plaat Daddy’s Home naar de (betalende) huiskamer bracht, liet twee gedachten achter: prima, kwieke band, maar hoe strak wil Annie Clark haar conceptuele corsetten nog aansnoeren?

Is de nieuwe David Bowie een vrouw? Sinds St. Vincent even hard is gaan nadenken over haar visuele presentatie als over haar muziek zelf geeft het stof tot speculeren.

Voor de robotrock en eightiesdisco van Masseduction (2017) turnde Annie Clark zichzelf om in een archetypische, met schaars maar schreeuwerig latex behangen dominatrix. Bij het naar groezelige funk en superieure seventiespop teruggrijpende Daddy’s Home hoort, onder die tuttige blonde Shelley Long-pruik, een doorlopend tipsy diva op haar retour, plateauzolen en gescheurde netkousen incluis.

In het lege Los Angeles Theatre, een zaal in barokke Franse stijl waar normaal tweeduizend man een lap pluche vindt, brachten St. Vincent en haar band een ‘set’ van twaalf nummers. Tenminste: we kregen twaalf achter elkaar gemonteerde songinterpretaties, waarvan de helft uit de nieuwe plaat, af en toe onderbroken door een woordje van Clark als haar eigen presentatrice, terwijl ze ons vanuit de mannentoiletten welkom heette of een behouden thuiskomst toewenste. ‘O ja, maar jullie zijn natuurlijk al thuis.’ Humor, soms een onderschat vak.

Funky bad

Maar bovenal viel de beeldstijl op, doelbewust anachronistisch als een korrelige tv-opname uit pakweg 1975: zwiepend cameragedoe, overgesatureerd spotlichten, stuntelige onscherpte. Meteen vanaf Pay Your Way in Pain eiste nog een ander showelement aandacht, om naar te kijken en gelukkig ook te luisteren: de driekoppige zwarte damesschare die de bijzang voor zijn rekening nam, in een sappige vraag-antwoordvorm. Nog meer mild verhitte vocale interactie dan, in Down and Out Downtown en The Melting of the Sun, waarvoor het hele vrouwelijke gezelschap zich over leren sofa’s drapeerde, Clark met haar gitaar erbij. Alles tot in de puntjes gerepeteerd, maar over het livegeluid geen klagen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Los Ageless, het eerste oudere nummer, werd mee in dat kekke, funky bad van flirterig gitaar- en warm pompend orgelspel getrokken. Anders dan de meer elektronische plaatversie had het ritme alvast niet het elan van koele zweepjesslagen. Van Slow Disco trok Clark dan weer het kamerorkestkleed af om die song solo op akoestische gitaar te presenteren, met de galm van de volkloze zaal als extra cachet. Een aandoenlijke, los uit de pols geschudde doorname van Masseduction, door Clark en haar koortje in een ronde spiegelzaal, kreunde helaas onder de acute effectendrang van de regisseur.

De finale bestond uit het heel getrouw vanop een vleugelpiano gebrachte New York (in de statige foyer nu), en de twee ferme groepsexploten Cheerleader en … At the Holiday Party. Waaruit we konden besluiten dat, zodra het concertwezen van zijn ketenen wordt verlost, kaartjes voor een échte St. Vincent-show er van elk gezinsbudget af zullen mogen.

Helaas spint Clark soms zo’n meta-web van identiteit en het commentaar erop dat haar act onecht dreigt te worden

Want hadden we de vier instrumentalisten uit deze Down And Out Downtown Band al voorgesteld? Justin Meldal-Johnsen op bas (die krullekop die we ons sinds midden jaren negentig het meest herinneren van Beck-concerten, naast Beck zelf). Jason Falkner aan de gitaar (ooit in Jellyfish, daarna solo en eveneens bij Beck, tevens vriend-producer van Bent Van Looy). Toetseniste Rachel Eckroth moet St. Vincent tegenwoordig met Rufus Wainwright delen, en drummer Mark Guiliana speelde, om toch net díé plaat maar te noemen, mee op Blackstar van Bowie.

Lauwe afterparty

Na vijftig minuten zat het erop, maar een klik later zaten we alweer bij, tja, de ‘afterparty’. St. Vincent – andere blonde pruik, andere opnamedag – gezeten op een kruk in een studio, bracht er zonder visuele retropoespas fraaie soloversies van Laughing With A Mouth of Blood, Actor Out of Work en Prince Johnny.

Toch volhardde ze in het hierboven beschreven personage, zeker toen ze vanop een tablet ‘live’ vragen van haar fans beantwoordde, ’tequila’ bij de hand. Met kunstmatige lachjes en ostentatieve blikken richting camera bij elk slokje wentelde ze zich met merkbare leut in haar rol. Een comedyprobeersel? Een excuus om wat over karaoke, tatoeages en haar favoriete basketbalspeler te kletsen? Flauw in beide gevallen.

St. Vincent
St. Vincent© Still uit Down and out downtown

Waarmee we vanzelf bij St. Vincents achilleshiel aanbelanden. Annie Clark heeft blijkens haar songteksten hopen mensenkennis, of is toch minstens in staat menselijke karikaturen op gevatte wijze neer te ploffen. Maar daarbij spint ze zo’n meta-web van identiteit en het commentaar erop dat haar act soms onecht dreigt te worden.

Met een bevend hart is het uitkijken – of misschien beter niet – naar The Nowhere Inn, een faux-docu geschreven en geproduceerd door Clark en Carrie Brownstein, waarin St. Vincent Annie Clark speelt die St. Vincent probeert te zijn, zoiets. Het exclusieve voorsmaakje waarmee ze de stream besloot, verzoop – net als andere trailers die we al zagen – in vermoeiende ironie.

Tried too hard/ Just to be clever‘, hadden we Clark eerder in Cheerleader horen zingen. Daar zit een tattoo in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content