Het stormt nog steeds in het hoofd van Cat Power: ‘Wat was de vraag ook weer?’

© .
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Op haar tiende album werpt Cat Power zich op als een zangeres die vecht voor vrouwenrechten, en een moeder die op zoek is naar stabiliteit. ‘Ik heb veel duivels gedrag gezien in de wereld. Blijkbaar vindt mijn onderbewustzijn het nodig dat ik daarover schrijf.’ Een inkijk in de getroebleerde geest van Chan Marshall.

‘Ik dácht al dat ik iets rook’, zegt Chan Marshall wanneer er midden in ons gesprek plots een alarm afgaat in de lobby van het Art’otel, een vijfsterrenetablissement pal tegenover het centraal station van Amsterdam.

‘Ik rook het een tijdje geleden al, het komt uit de keuken!’ vervolgt ze vastberaden. ‘Ik denk dat het verbrande olie is. Don’t you smell it? Don’t you smell it in the air?

Ik schud van nee. ‘Moeten we iets doen? Iemand roepen?’ vraag ik.

‘Neen, het komt wel goed, hoor’, ratelt Marshall onverminderd voort. ‘Het keukenpersoneel moet nu gewoon gaan uitleggen dat ze een grease fire, een vetbrand hebben veroorzaakt, en dat ze die zullen doven.’

‘Oké dan.’

Een interview met de even charmante als verwarde Chan Marshall, het is altijd weer een beetje een rollercoaster. Zeker met een brandalarm op de soundtrack.

Ik herinner me niet zo veel van mijn bijna-doodervaring, behalve dat er momenten waren waarop ik niet kon ademen.

***

Marshall is in Amsterdam om over Wanderer te praten, haar tiende plaat als Cat Power, nu al meer dan twintig jaar lang de nom de plume waaronder de 46-jarige Amerikaanse melancholische muziek maakt die ze zelf ooit ‘soulternative’ doopte.

Het is ook het alias waarmee ze vanaf medio de jaren negentig ruwe indiefolkbolsters als Dear Sir (1995), Myra Lee (1996) en What Would the Community Think (1996) afleverde, gevolgd door meer gepolijste parels als Moon Pix (1998), You Are Free (2003) en The Greatest (2006). Tussendoor schudde ze ook nog eens het concept coverplaat door elkaar: op The Covers Record (2000) en Jukebox (2008) zong ze iets van Dylan, de Stones en Billie Holiday, en ze deed dat zo onherkenbaar dat u nauwelijks doorhad dat u naar iets van Dylan, de Stones en Billie Holiday aan het luisteren was.

In 2012 kwam Cat Power plots met Sun aandraven, een met elektronica omlijste plaat die met de ene voet in de r&b stond, en met de andere in de hiphop. ‘Mijn label wilde een hitplaat, ik gáf hen een hitplaat’, dixit Marshall. Sun luidde een stijlbreuk met de pastorale pop van weleer in, maar dan wel een die goed was voor een toptiennotering in de VS, een primeur voor Cat Power. Plots werd ze gebombardeerd tot een popqueen, ook al bleef ze live klinken zoals ze al haar hele carrière lang met de regelmaat van de klok live heeft geklonken: als een zootje ongeregeld dat met zichzelf geen blijf weet en op elk moment in huilen kan uitbarsten, zij het vanwege verslavingen dan wel paniekaanvallen of gebroken relaties. Of zoals onze concertverslaggever het ooit omschreef, na een van haar Belgische passages: ‘Zeggen dat Cat Power een wankele podiumreputatie heeft, is als stellen dat de aarde rond de zon draait.’

***

We zijn vandaag zes jaar verder. Chan Marshall is in de tussentijd moeder geworden van een zoontje, heeft er een succesvolle tournee in het voorprogramma van Lana Del Rey op zitten én brengt weldra met Wanderer een plaat uit die kan wedijveren met haar betere oude werk. Marshall matters, nog steeds, maar of dat ook betekent dat de jaren van kalmte eindelijk zijn aangebroken? Niet helemaal.

Het stormt nog steeds in het hoofd van Cat Power: 'Wat was de vraag ook weer?'

‘Een dag na de release van Sun is mijn immuunsysteem gecrasht’, begint ze haar betoog over wat er de voorbije jaren zoal in haar leven is gebeurd; een betoog dat ze niet zelden zelf onderbreekt met een veelvoud aan euhs en I’m sorry‘s, en met vragen als ‘waar hadden we het nu ook alweer over?’

‘Een jaar lang heb ik heel, heel veel dokters geraadpleegd’, gaat ze verder. ‘Ze gaven me verschillende soorten medicijnen. Die onderdrukten mijn symptomen maar verhielpen mijn stressallergie niet.’

Aan welke stressallergie leed je precies?

Chan Marshall: Erfelijk angio-oedeem, een ziekte die zwellingen van de huid veroorzaakt, in mijn geval als gevolg van stress. Die zwellingen bereikten ook mijn keel, en dat is levensbedreigend.

Je sprak ergens over een bijna-doodervaring.

Marshall: Ja, al herinner ik mij die ervaring niet zo levendig meer. Wat ik wel nog weet, is dat er momenten waren waarop ik niet kon ademen.

Geen wonder dat zowat de hele Sun-tournee eraan moest geloven.

Marshall: Inderdaad. Ik was voortdurend ziek en heb tot drie keer toe op intensieve zorgen gelegen. ‘I guess this is my life now’, dacht ik. Ik moest proberen in het reine te komen met het gegeven dat ik ieder moment kon sterven. Dan begin je je leven in zekere zin toch wel te herstructureren.

In welke zin?

Marshall: Door te doen wat ik wilde doen, mezelf niet in de slachtofferrol te duwen, gewoon, euh, niet op te geven. Maar in een poging om al te hard mezelf te blijven begon ik te doen alsof alles oké was. Met uitzondering van een paar vrienden heb ik niemand iets over mijn ziekte verteld.

Hoe ben je er weer bovenop geraakt?

Marshall: Op een bepaald moment ben ik bij een holistische arts beland, en die heeft mijn leven gered. Hij gaf me een natuurlijk medicijn – ik noem het een superkracht – dat mijn symptomen in 45 minuten wegwerkte. Na een jaar lang in angst te hebben geleefd was ik plots… genezen. Mijn stem was terug! (enthousiast) That was huuuge. En dan ontdekte ik kort daarna ook nog eens dat ik zwanger was.

Cat Power

Echte naam: Chan – spreek uit als: Shawn – Marshall.

Geboren: op 21 januari 1972 in Atlanta. Verhuist later naar New York en dan naar Miami.

Werkt in de vroege jaren negentig in een pizzeria. Wanneer daar een vrachtwagenchauffeur passeert die een pet draagt met opschrift ‘Cat Diesel Power’, doopt ze haar muziekproject Cat Power.

Wordt in 1994 ontdekt door Steve Shelley van Sonic Youth en Tim Foljahn van Two Dollar Guitar, met wie ze haar eerste drie albums opneemt.

Heeft tot op heden tien Cat Power-platen gemaakt, met Sun (2012) als commerciële hoogtepunt. Het tiende album, Wanderer, verschijnt op 5/10.

Is ook te horen als gastzangeres bij onder anderen Beck, Yoko Ono, Willis Earl Beal en Cassius, en op de soundtracks van onder meer V for Vendetta, Juno en I’m Not There.

Wint in 2006 de Shortlist Music Prize, een soort Grammy voor alternatieve muziek.

Van een zoontje, dat inmiddels drie jaar is. Gaat het moederschap je af?

Marshall: Wel, toen ik zwanger was – wat ik een tijdje niet heb geweten – ruimde mijn angst om dood te gaan plaats voor een nieuw soort angst, een angst waarvan ik voordien nooit geweten heb dat hij bestond. It’s called parenthood. (lacht) Ik heb er dus wel even over moeten nadenken, ja, of ik het wel zou aankunnen. Maar hoe verder mijn zwangerschap vorderde, hoe meer ik begon te beseffen dat ik, euh, positiever was geworden. En sterker. Ik heb altijd heel brutale, zwakke vingernagels en heel dun haar gehad, maar ineens begonnen mijn nagels sterker te worden en werd mijn haar dikker. Mijn zicht werd scherper, mijn huid zachter. En ik sliep veel vaster! In mijn persoonlijk leven ging alles me plots evenzeer voor de wind. Ik onderhield mijn goede vriendschappen beter, hing niet langer rond met zelfzuchtige of grove mensen, bleef weg uit hun bullshit environments. Het was alsof ik me op een heel natuurlijke, spontane manier bewust werd van wat belangrijk is in het leven, in míjn leven. (denkt lang na) Het was een lastige keuze, maar ik ben uiteindelijk toch voor het moederschap gegaan. I chose life. Voor mijn kindje.

Hij staat op de hoes van Wanderer. Gaat de plaat ook over hem?

Marshall: Nee, nee, nee. Dat niet. Misschien zullen er binnen een paar jaar liedjes over hem zijn, maar voorlopig heeft hij me als songschrijver niet veranderd.

Die hoes, waar ik zelf ook met mijn gitaar op sta, beeldt mijn leven af. Mijn leven als muzikant en de vrijheid die daarbij komt kijken, omdat ik de wereld kan rondreizen en soortgelijke mensen kan ontmoeten. Dat, en mijn kind, zijn de enige zekerheden in mijn leven. The things I know for sure, de dingen die me stabiliteit geven.

Wanderer kondigt zich inderdaad aan als ‘de plaat van de stabiliteit’. Is dat ook echt zo?

Marshall: (denkt na) Toen ik Wanderer ging mixen in Los Angeles, belde mijn label (Matador Records, waar Marshall in 1996 onderdak kreeg, nvdr.) me op met de vraag of er hits op stonden. Net zoals ten tijde van Sun wilden ze hits. Toen ik hen het album liet horen, vonden ze het niet goed genoeg en wilden ze dat ik het zou veranderen.

Euh, wat was de vraag ook alweer?

Ah ja, stabiliteit!

Je moet weten: die nummers kwamen recht uit mijn hart, mijn onderbewustzijn, het universumpje in mijn hoofd, whatever. Er zat integriteit in. En toch wees het label ze af. Dat deed pijn, want ik beschouwde die mensen als mijn familie. Ze betekenden iets voor mij. Maar mijn jarenlange trouw betekende kennelijk niks voor hén. Plots had ik dus geen platenfirma meer, en geen toekomstperspectief. Een jaar lang heb ik niet geweten wat te doen. Ik verkeerde in een staat van complete vervreemding. Ik moest het alleen rooien. Gelukkig was mijn zoon er om me veiligheid te bieden, me de kracht te geven om het niet aan mijn hart te laten komen en om te zeggen: I’m fine. Dát gaf me stabiliteit. (zucht) I’m sorry.

Je bent uiteindelijk met Domino Record in zee gegaan, de stal van Arctic Monkeys. Zonder iets aan de plaat te veranderen, mogen we veronderstellen?

Marshall: Ik heb hen precies hetzelfde album onder de neus geschoven, ja. Al stond er nog één extra song op waarmee ik tijdens dat horrorjaar had zitten klooien: Woman.

Dat feministische pamflet is de vooruitgeschoven single geworden, en een duet met je tourmaatje Lana Del Rey. Hoe heb je haar precies leren kennen?

Marshall: Dat moet rond de tijd van Sun geweest zijn, net voor ik ernstig ziek werd. Ik ging naar het zwembad van een of ander hotel en zag in de verte een oude bekende staan, en daarnaast: een grote, levende hoed. (lacht) Toen ik dag ging zeggen, kwam er plots iemand van onder die hoed tevoorschijn. Het was Lana. Ze zei iets superliefs. ‘Ik kan niet geloven dat jij hier bent’, zoiets. Wat later bedankte ze me in de credits van een van haar albums, en toen ik haar in 2016 terugzag op een Californisch benefietfestival, georganiseerd door Eddie Vedder, klikte het meteen.

Een jaar lang heb ik niet geweten wat te doen. Ik verkeerde in een staat van complete vervreemding

Met haar voel ik een soort verwantschap dat me aan mijn jeugd doet denken, in de jaren 90, toen mijn vrienden en ik allemaal in bandjes zaten en in dezelfde platenwinkels rondhingen. Dat bestaat allemaal niet meer. De platenwinkels zijn opgedoekt, en de leden van die bandjes zijn ofwel getrouwd, ofwel dood. (lacht) Maar met Lana heb ik eenzelfde gemeenschapsgevoel. Wat een sterke, oprechte, waardige vrouw! Voor mij is ze de belichaming van vrouwelijkheid. Vandaar dat ik haar gevraagd heb om mee te zingen op Woman, een nummer dat me heel na aan het hart ligt. Ik hoop dat jong en oud, man en vrouw ernaar zullen luisteren en begrijpen dat er nog veel werk aan de winkel is. In deze ecologisch, sociaal en politiek noodlijdende wereld is het meer dan ooit nodig dat wij vrouwen meer zitjes aan de regeertafel krijgen, dat onze stemmen gehóórd worden.

Ook in Robbin Hood, over onrecht op straat, en In Your Face ga je de meer politieke toer op. ‘You’re American, you never take what you say seriously’, zing je in dat laatste nummer.

Marshall: Die tracks hebben een politieke ondertoon, ja. Al gebruik ik het woord politiek niet graag. Ik ben namelijk geen politica, gewoon een storyteller die geeft om de mensheid en communiceert over de wereld rondom haar. Ik heb tijdens mijn reizen rond de wereld veel duivels gedrag gezien, en blijkbaar vind ik – of vindt het onderbewustzijn waar mijn songs vandaan komen – het nodig dat ik erover schrijf. Als iedereen die om de mensheid geeft zijn verantwoordelijkheid opneemt, doet het de tirannen op een dag misschien wel inzien wat ze van deze planeet gemaakt hebben.

Maar euh, wat was de vraag ook alweer?

***

Nog een laatste keer loopt Chan Marshall verloren in haar eigen gedachten. ‘Sorry!’ zegt ze, en bij wijze van afscheid geeft ze me een knuffel. ‘En euh, bedankt. Voor de professionele vragen.’

In de lobby van het Art’otel in Amsterdam is het brandalarm ondertussen gestopt met loeien.

For the record: er viel helemaal niks te ruiken, die dag in de keuken van het hotel. Laat staan dat er een brand heeft gewoed. Behalve dan misschien in dat verwarde hoofd van de charmante Chan Marshall.

Wanderer

Uit op 5/10 via Domino Records/V2. Cat Power speelt op 26/10 in de AB, Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content