Heeft de CIA stiekem Scorpions-hit ‘Wind of Change’ geschreven?

Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

In een achtdelige podcast buigt een onderzoeksjournalist van The New Yorker zich over de vraag of de CIA de bekendste hit van Scorpions heeft geschreven. Het antwoord blijkt een verhaal over het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, drugs smokkelende hairmetalmanagers en de CIA die clandestiene tentoonstellingen van abstracte kunst organiseert. Alsof de Coen Brothers een luisterspel gemaakt hebben.

Dat de CIA in 1960 daadwerkelijk geprobeerd heeft Fidel Castro te vermoorden met een vergiftigde sigaar, is al vaker verteld. Iets minder bekend is dat daarna ook een plan B volgde: in 1963 onderzocht de CIA de optie om Castro tijdens zijn favoriete hobby – diepzeeduiken – te vermoorden. Het moordwapen: een grote zelfgemaakte zeeschelp, gevuld met explosieven en beschilderd in exotische kleuren, zodat ze Castro’s aandacht zou trekken en hij ernaartoe zou zwemmen.

Dat is één brainstorm waar we graag bij waren geweest.

Plan C, ook in 1963, was zijn duikpak te infecteren met een schimmel die een chronische huidziekte zou veroorzaken. Plan D en E waren samenwerkingen met respectievelijk de Cubaanse maffia en een femme fatale om hem te vergiftigen. Onze favoriete poging was evenwel plan F: in 1960 had de CIA het idee opgevat om een opnamestudio met lsd-achtige chemicaliën te besproeien, zodat hij tijdens een van zijn monumentale speeches live op tv zou beginnen te raaskallen. Daarnaast probeerden ze thallium in zijn schoenen te strooien, zodat hij zijn iconische baard zou verliezen.

Dus ja.

Het is perfect mogelijk dat de CIA Duitse powerballads geschreven heeft om de Sovjet-Unie uiteen te doen vallen.

Alles in overweging genomen.

Wind of Change was de officieuze soundtrack bij de val van de Sovjet-Unie. Voor wie het andere werk van Scorpions kent, was dat altijd al een verrassende verwezenlijking .

Tien jaar geleden kreeg Patrick Radden Keefe, een onderzoeksjournalist voor The New Yorker, een tip van een van zijn bronnen. Die bron had van een ándere bron bij de CIA gehoord dat Wind of Change, een powerballad van de Duitse hardrockgroep Scorpions, eigenlijk geschreven was door de CIA in het kader van een zogenaamde psy-op. Het doel van die psychologische operatie was om de val van de Sovjet-Unie te versnellen.

De CIA organiseerde overal in Europa expo’s met werk van Jackson Pollock en Mark Rothko. Dat is de meest elitaire oorlogsvoering ooit.

Het had alles van een vergezochte complottheorie voor mannen met aluminium hoedjes, maar het idee bleef in het hoofd van Keefe hangen. Deels omdat het van een betrouwbare bron kwam. Deels omdat het een intrigerende clash van werelden was: die van de Duitse heavy rock, bekend om zijn krullige kapsels, en die van de CIA, bekend om haar Zuid-Amerikaanse staatsgrepen. Deels omdat de claim niet op volstrekt niets gebaseerd was. Wind of Change van Scorpions wás namelijk altijd al een apart nummer.

Een kleine popculturele geschiedenisles. Wind of Change was in 1991 de grootste hit van Scorpions, goed voor een waanzinnige 15 miljoen verkochte exemplaren, vooral in Europa. Dat is evenveel als pakweg (Everything I Do) I Do It for You van Bryan Adams en meer dan eender welk nummer van Britney Spears of Madonna. Fun fact: het nummer begint met iets dat héél hard op het opstartgeluid van een MacBook lijkt, wat je niet meer kunt onthoren als je het eenmaal gehoord hebt.

U herinnert zich nu wellicht ook de fluitintro.

Gaat nu de hele dag in uw hoofd zitten.

Ietwat vergeten is dat Wind of Change ook een rol speelde in het einde van de Koude Oorlog. Het nummer kwam uit in januari 1991, in wat het laatste jaar van de Sovjet-Unie zou blijken. In juni won Boris Jeltsin de democratische verkiezingen. In augustus was er de mislukte coup door een aantal leden van de regering tegen secretaris-generaal Michail Gorbatsjov. In december stemde Oekraïne voor afscheiding. Een week later was het einde van de Sovjet-Unie een feit.

In Europa, en zeker in Oost-Europa, waar hardrock de status van verboden vrucht had, was Wind of Change de officieuze soundtrack bij dat stukje wereldgeschiedenis. Iets waar het nummer ook op zinspeelde. ‘I follow the Moskva / Down to Gorky Park / Listening to the wind of change’, zingt zanger Klaus Meine in de openingsregels. (De Moskva is een rivier die door Moskou stroomt, Gorkipark is een park in Moskou aan de rechteroever van de Moskva.) Wind of Change was de glasnost op muziek gezet.

Het ding is: wie Scorpions kent, weet dat Wind of Change geen representatief nummer was voor de band. Het was de eerste track van Scorpions die integraal door frontman Klaus Meine aangebracht werd, terwijl die normaal enkel de lyrics verzorgde. De rest van hun oeuvre heeft dan ook een iets ander aura. Denk: Spinal Tap. Er zijn de kapsels. Er zijn de leren broeken. Er is hun gewoonte om een menselijke pyramide op het podium te vormen. Er is de hoes van Virgin Killer, met een duidelijk minderjarig naakt meisje, die verontrustend walgelijk is. Er is een raprocksong getiteld Du bist so schmutzig.

Maar er zijn vooral hun andere nummers, met titels als Rock My Car, Raised on Rock, Rock ‘n’ Roll Band, Hard Rocking the Place, Spirit of Rock, Rock Zone, We Will Let It Rock… You Let It Roll en Rock You Like a Hurricane. De lyrics van dat laatste nummer: ‘The bitch is hungry, she needs to tell / So give her inches and feed her well’. Waarmee we willen zeggen: beetje verbazend dat uitgerekend Scorpions de soundtrack bij de glasnost heeft gefabriceerd. Meer zelfs: beetje verbazend dat Scorpions überhaupt zou weten wat glasnost is.

Tien jaar lang liet het verhaal van Wind of Change Patrick Radden Keefe dan ook niet los. Keefe, die in het verleden schreef over de jacht op El Chapo, Amerikaanse afluisterpraktijken na 9/11 en Chinese mensensmokkel, beet zich vast in de zaak en ging horen bij CIA-connecties, muziekmanagers en iedereen die iets zou kunnen weten van wat er nu precies van aan was. Het resultaat: Wind of Change, een verrassende podcast in acht delen, die bij het beste hoort dat u dit jaar kunt beluisteren.

Scorpions, met zanger Klaus Meine (tweede van r.), die voor Wind of Change nog nooit ook de muziek van een nummer geleverd had.
Scorpions, met zanger Klaus Meine (tweede van r.), die voor Wind of Change nog nooit ook de muziek van een nummer geleverd had.

De echte vraag in Wind of Change is niet of het gebeurd ís. De echte vraag is of het gebeurd zou kunnen zijn.

Er zijn nog wel wat merkwaardige dingen aan Wind of Change, zo maakt de podcast duidelijk. De inspiratie voor het nummer, aldus Klaus Meine, was het legendarische Moscow Music Peace Festival, waar Scorpions in 1989 samen met bands als Skid Row, Mötley Crüe, Ozzy Osbourne en Bon Jovi achter het IJzeren Gordijn stond. Een festival dat wel een dekmantel móét zijn geweest. Het officiële doel van het festival was namelijk om de antidrugsboodschap uit te dragen. Wie iets weet – íéts – over de biografie van Skid Row, Mötley Crüe of Ozzy Osbourne, beseft dat dat niet de namen zijn die je inhuurt om je tieners nee te leren zeggen tegen cocaïne.

Er is ook het vreemde verhaal van de manager van Scorpions, Doc McGhee. McGhee was in 1982 betrokken bij grootschalige drugssmokkel van Colombia naar de VS waarbij de Panamese dictator Manuel Noriega als tussenpersoon fungeerde. McGhee werd uiteindelijk in 1988 veroordeeld voor het transporteren van 18.000 kilo marihuana naar de VS, maar wandelde vervolgens weg met 18.000 dollar boete en een voorwaardelijke straf van vijf jaar – een uitzonderlijk zacht vonnis, gezien de ernst van de feiten. Een jaar na de uitspraak organiseerde hij het Moscow Music Peace Festival.

Ook dat is opmerkelijk.

Daar zit een theorie in over hoe de CIA met Scorpions in contact gekomen zou kunnen zijn, maar het fijne aan de podcast is dat hij zich daar net níét in verliest. Keefe, een man met enige literaire ambities, gebruikt de podcast niet om zo veel mogelijk lijnen tussen Scorpions en de CIA te trekken. Hij gebruikt die om een veel groter en veel interessanter verhaal te vertellen over de wondere wereld van de eightiesrock, de culturele Koude Oorlog en de bizarre rol van de CIA daarin.

Met name dat laatste is waar Wind of Change de aandacht weet te grijpen. De CIA mag dan vooral bekend zijn van het organiseren van Zuid-Amerikaanse staatsgrepen en het lezen van uw e-mails, ze houdt zich ook al zeventig jaar bezig met inmenging in de kunsten en de popcultuur. Een inmenging die wel geweten is, maar al decennia onderbelicht blijft.

Misschien denkt u nu aan Argo, de film over hoe de CIA met de hulp van Hollywood gestrande Amerikaanse diplomaten uit Iran wist te smokkelen, maar de culturele ambities van de CIA gaan veel dieper. Meer zelfs: de geschiedenis van de CIA en van de kunstenwereld waren altijd al met elkaar vervlochten.

Na de oprichting in 1947 ging de CIA hevig rekruteren bij professoren aan Yale en Harvard, intellectuelen die geloofden dat ook cultuur een wapen was in de strijd tegen het communisme. De lijst van haar verwezenlijkingen is even indrukwekkend als bizar. In 1954 zou de CIA, aldus The New York Times, de filmrechten op Animal Farm gekocht hebben van George Orwells weduwe en het scenario zo hebben laten aanpassen dat de varkens symbool stonden voor het communisme. In 1958 liet de CIA een Russische versie van Boris Pasternaks Dokter Zjivago drukken en smokkelde ze die naar de Sovjet-Unie om de bevolking te doen nadenken over de plaats van het individu in het communisme. Ondertussen organiseerde de CIA via het Congress for Cultural Freedom, een organisatie voor intellectuelen, dichters, schrijvers en kunstenaars die stiekem opgericht en geleid werd door het Agency, overal in Europa abstractekunstexpo’s met werken van Jackson Pollock en Mark Rothko. Het doel: de Sovjet-Unie afschilderen als een culturele woestijn.

Dat is de meest elitaire oorlogsvoering ooit.

En de lijst gaat verder. In de sixties, toen de dekolonisatie van Afrika volop bezig was en verschillende landen in de communistische invloedssfeer terecht dreigden te komen, ging Louis Armstrong, gepusht door de CIA, een reeks concerten in Congo spelen. In 1961 deed Nina Simone, een belangrijke stem in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, iets soortgelijks in het Nigeriaanse Lagos. Pas jaren later werd duidelijk dat de hele trip georganiseerd en bekostigd was door de CIA. Nina Simone was niet op de hoogte.

Je zit te luisteren naar een volwassen verzamelaar van GI Joe-poppetjes die beweert dat hij geen CIA-agent is en denkt: ‘Dat is exáct wat een CIA-agent zou zeggen.

Die inmenging is er tot op heden. De Wind of Change-podcats haalt het voorbeeld aan van Ben Afflecks Argo, dat in 2013 drie Oscar won. Het is opvallend hoe die film de rol van de Canadese ambassade minimaliseert en een fictieve heroïek van de CIA in het verhaal pompt. Deels uit scenariële overwegingen, maar deels ook omdat de CIA probeert te wegen op Hollywood door steun, toegang en rondleidingen te geven aan producties die ze genegen is. Tijdens de opnames van Argo was er bijvoorbeeld een CIA-agent op de set als consultant.

Minstens even succesvol als de operatie in Iran zelf is dan ook hoe de CIA erin slaagde om dat verhaal bij het publiek te krijgen. De CIA heeft het geweer van schouder veranderd, maar de propagandaoorlog blijft. ‘We zijn altijd verkeerdelijk afgeschilderd als boosaardig en machiavellistisch’, zei Chase Brandon, de vaste CIA-liaison in Hollywood, aan The Guardian. ‘We hebben er lang over gedaan om projecten te steunen die ons portretteren zoals wij gezien willen worden.’

Dat is het listige aan deze podcast. Zonder op zoek te gaan naar een smoking gun, breit Wind of Change een groter narratief dat de bizarre premisse van de reeks plots aannemelijk maakt. Als de CIA het ooit nodig vond om avant-gardistische schilderkunst te programmeren, als er plannen zijn gemaakt om de Sovjet-Unie te destabiliseren met een boek van 600 bladzijden en als Nina Simone ooit diensten heeft geleverd aan de CIA zonder het te weten, dan is een powerballad over de glasnost niet eens zo vergezocht. Dat is ook wat zowat alle CIA-medewerkers die Keefe aan het woord laat zeggen: geen idee of het gebeurd is, maar het klinkt wel als iets dat de CIA zou doen. De verrassende twist van Wind of Change is niet dat het gebeurd is, maar dat het gebeurd zou kunnen zijn.

Na acht afleveringen kun je niet anders dan dat denken.

Wind of Change is inderdaad een verdacht raar nummer voor Scorpions.

Wind of Change is een dolle afdaling in de CIA-paranoia. Alsof de Coen Brothers een luisterspel gemaakt hebben.

Hier komt Wind of Change op gevoelig terrein. Zeker vandaag. We leven in een tijd waarin Amerikaanse presidenten vertellen dat het coronavirus gecreëerd is in een Chinees lab en Russische inmenging in verkiezingen afdoet als een hoax. We leven in tijden waarin nationale zenders moeten ontkrachten dat een wereldwijde pandemie is veroorzaakt door 5G en ministers aan hun achterban verkondigen dat de Staatsveiligheid heeft verteld dat klimaatacties in scène zijn gezet. Met andere woorden, waar we vandaag geen nood aan hebben, is meer vertroebeling van wat een feit is en wat een hoax. In die zin is Wind of Change bijna een testcase van hoe een complottheorie werkt: je hoeft niet te bewijzen dat het waar is, je moet alleen laten zien dat het waar zou kunnen zijn.

Alleen: dat zou de podcast tekortdoen. ‘Ik stelde mij de podcast voor als een of andere grote internationale spionagethriller, ‘ zei Keefe aan Vulture, ‘maar dan geregisseerd door de Coen Brothers.’ Wat Keefe zich niet lijkt te realiseren is dat die film bestaat, Burn after Reading heet en inderdaad dé referentie is voor Wind of Change. Burn after Reading, met een geblondeerde Brad Pitt, liet zien dat de wereld van de inlichtingendiensten na 9/11 evenveel door stupiditeit als door competentie gedreven wordt. Wind of Change doet iets soortgelijks: het daalt af in de paranoia van de CIA tot het volstrekt onduidelijk is wat nog waar is. Na een aflevering of vier zit je te luisteren naar hoe een volwassen verzamelaar van GI Joe-poppetjes beweert dat hij geen CIA-agent is en betrap je jezelf erop dat je denkt: ‘Dat is natuurlijk exáct wat een CIA-agent zou zeggen.’

Wind of Change gaat niet echt ergens naartoe, wat soms frustrerend wordt, maar het legt op die manier wel de absurditeit van de CIA bloot. Na acht afleveringen heb je geen enkel idee meer of powerballads schrijven in de strijd tegen de Sovjet-Unie een heel dom of een heel slim idee is. Je weet niet meer of de CIA een hypercompetente organisatie is die drie stappen sneller denkt dan de rest of een bende idioten die hun idiotie een draai proberen te geven. En erger nog: je begint je zowaar af te vragen of jezelf afschilderen als een bende complete idioten niet net een briljant pr-offensief van de CIA is. Kortom: tegen het einde van de podcast weet je niks meer.

Goede podcast wel.

We zijn benieuwd of er een seizoen twee komt.

Vrijblijvende tip: Looking for Freedom van David Hasselhoff.

Wind of Change

Te beluisteren via Spotify.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content