Exclusief, het grote Stromae-interview: ‘Oef. De mensen zijn me niet helemaal vergeten’

© GF / Michael Ferire
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Na zes jaar stilte is hij eindelijk terug. Stromae trok een uur voor ons uit om over zijn nieuwe plaat, de nee van Adele en zijn grand retour te praten. ‘Wat? Ben ik doodverklaard?’

‘Het zijn de eerste interviews’, zegt hij. ‘Dus ik heb nog een beetje stress.’

‘Jij hebt stress?’

‘Ik moet het opnieuw gewoon worden. Tot nu toe zat ik veilig in mijn comfortzone. Het voelt raar om eruit te komen. Zelfs de plaat laten horen aan iemand die niet mijn broer of mijn vrouw is, voelt ongemakkelijk. Maar bon, komt wel goed.’

Het is december 2021, enkele dagen voor Sinterklaas, en we zijn in de kantoren van kunstencentrum Wiels, de locatie in Vorst die Stromae heeft uitgekozen. Hij draagt een pastelkleurige jogging van zijn eigen modemerk Mosaert – de dagen van de pomponschoenen en strikjes liggen al lang achter hem. Zijn haar is langer geworden en bijeengebonden in een dot op zijn hoofd.

Hij oogt inderdaad wat onwennig. Stromae is vriendelijk, maar je ziet in zijn blik dat hij op zijn hoede is. Het aantal mensen dat op ons staat te kijken helpt niet. Als we aan tafel zitten voor het interview, schuift zijn Franse manager mee aan. Achter hem blijft iemand van zijn Franse label het gesprek mee volgen. In mijn rug luisteren zijn vrouw, nog iemand van het Franse management en een man van wie het nooit helemaal duidelijk wordt wie hij is mee.

Makkelijk praten doet dat niet.

Ik ben muziek blijven maken. Het waren vooral de verplichtingen waar ik tegen opzag: opnieuw op het podium kruipen, interviews geven, mijn muziek aan anderen laten horen.

Er zit dan ook een zekere voorzichtigheid in Stromaes comeback. Angèle keerde eind vorig jaar terug met een plaat, een Netflix-docu en de aankondiging van een Franse arenatour. Adele herlanceerde zich met een interview bij Oprah Winfrey. Bij Stromae lijkt het eerder stapje per stapje te gebeuren. Geleidelijk. Gecontroleerd.

Midden oktober bracht hij onaangekondigd Santé uit, zijn eerste echte single sinds Racine carrée (2013), maar verder bleef hij uit de media. Pas twee maanden later volgde een passage bij Jimmy Fallon, opnieuw zonder interviews. Dan was er zijn stunt in het journaal van TF1, waar hij na een vraag over eenzaamheid plots, vanachter de nieuwsdesk, zijn tweede single L’enfer begon te zingen. Stromae deed over zich spreken, maar praten deed hij niet.

Komende maand keert hij terug naar het podium met drie concerten, in België, Frankrijk en Nederland. Pas in maart, wanneer het nieuwe album Multitude verschijnt, begint het echt – met een daaropvolgende wereldtour die hem opnieuw naar onder meer de VS brengt. Dat is een build-up van meer dan vier maanden. Alsof hij zichzelf de tijd wil geven om opnieuw te wennen aan het publiek, de media, de podia, de spotlights.

Zes jaar, sinds zijn exit eind 2015, – bijna negen, als je tot de release van Racine carrée terugrekent – is dan ook lang. Vorige zomer ging een TikTok-video viraal, goed voor 150 miljoen views, van een groep tieners die zo low key mogelijk dansten op een vertraagde remix van Alors on danse. In de comments vroegen sommige kijkers zich af van wie ‘dat oude nummer’ was. Bij de release van Santé was er dan ook de vraag of zijn minimalistische aanpak nog wel zou werken in het nieuwe muzieklandschap, gedomineerd door Spotify en TikTok. De eerste streamingcijfers – op één in België en Frankrijk, vóór Adele en Angèle – namen de twijfels meteen weg.

Stromae had dan ook weinig reden tot bezorgdheid. Pas nu, als je zijn Racine carrée-show op YouTube herbekijkt, valt op hoe indrukwekkend zijn concerten waren. Pas nu valt op hoe geschift het was om als Franstalige artiest Madison Square Garden in New York te boeken en te vullen met een zelf opgezette ‘Who the fuck is Stromae?’campagne. Vijf jaar voor Damso en Angèle de oversteek naar Frankrijk maakten en Belgische muziek hip werd in Parijs, toonde Stromae de weg. Vier jaar voor Homecoming van Beyoncé leidde hij zijn tour langs Rwanda, het land van zijn vader. Het is weinig artiesten gegeven, maar de afwezigheid van Stromae lijkt zijn status alleen maar vergroot te hebben.

Midden oktober bracht je onaangekondigd Santé uit, je eerste echte single in zes jaar. Misschien een banale vraag, maar hoe beleef jij zo’n dag?

Stromae: Voornamelijk op mijn telefoon. (lacht) Spotify heeft een app voor artiesten, waarop je elke minuut een update krijgt van je streams. Ik heb de hele dag op de refresh-knop gedrukt. En tussendoor las ik de commentaren op de YouTube-video.

In het journaal van TF1. Stromae deed weer van zich spreken.
In het journaal van TF1. Stromae deed weer van zich spreken.© TF1

Je leest die echt?

Stromae: Niet allemaal, maar toch, euh, de meeste. De muziekindustrie is compleet veranderd sinds mijn vertrek. Ten tijde van Racine carrée waren downloads en cd-verkoop nog superbelangrijk. Vandaag stelt dat niets meer voor: alles draait om streams. YouTube was dus de enige barometer die ik nog had.

Ik was blij met wat ik zag. Mensen durven in de YouTube-comments soms hard zijn óm hard te zijn, maar bij Santé waren ze overwegend positief. De cijfers waren ook goed: Santé haalde meer views dan Formidable in 2013, toch de videoclip die het succes van Racine carrée in gang heeft gezet. ‘Oef’, dacht ik. ‘Mensen zijn me niet helemaal vergeten.’

‘Pourquoi j’ai peur d’être dépassé?’ zong je vier jaar geleden al in Défiler, een nummer om je modemerk Mosaert in de verf te zetten. Ben je echt bang om passé te zijn?

Stromae: Dat lijken me typische vragen waar je als artiest na je dertigste mee worstelt. Ik ben 36 nu. Er zijn ondertussen bijna twee generaties na mij gekomen. Dan vraag je je wel af: wat als ze mijn muziek niet meer interessant vinden? Vooral dan omdat dat was hoe ik op mijn twintigste zelf over artiesten van boven de dertig dacht. (lacht) Niet dat ik daarvan wakker lig, maar het schiet wel eens door mijn hoofd.

De ironie is dat je ten dele zelf verantwoordelijk bent voor de generatie artiesten na jou. Roméo Elvis, Damso, Angèle: allemaal noemen ze jou als een voorbeeld.

Stromae: Dat is heel vriendelijk.

Prikkelt die nieuwe concurrentie je ook een beetje?

Stromae: Er zit een stukje gezonde jaloezie in mij, daar ga ik niet over liegen: ‘Wacht eens, ik heb ook dingen te zeggen!’ (lacht)

Ik zat vast thuis, terwijl er rondom mij zo veel in de muziekwereld gebeurde. Ik luisterde alles. Ik zag alles. Na een tijdje werd ik er zelfs een beetje verzuurd van. Je gaat je afvragen: ‘Vind ik deze muziek niet goed omdat het niet goed is of omdat ik jaloers ben?’ Tot ik uiteindelijk dacht: misschien is het gewoon tijd dat ik me er weer aan zet.

Er zit iets triomfantelijks in je comeback. Toen ik de alles omverblazende openingstrack Invaincu – ‘Onverslagen’ – hoorde, dacht ik: hier is een man die de puntjes op de i wil zetten.

Stromae: (lacht) Het is een triomfantelijk lied, ja. Maar dan heb ik het niet over de muziekwereld of andere artiesten. Invaincu gaat over de ziekte. Of beter: de genezing. Dat klinkt positiever.

De instrumentale track van Invaincu gaat al mee sinds Racine carrée, maar ik had er nooit een tekst op gezet. Toen ik het aan Orelsan, een Franse rapper en een goede vriend van me, liet horen, vond hij het heel glorieus klinken – ik geloof dat hij ook het woord ‘invaincu’ gebruikte. ‘Bon,’ dacht ik onmiddellijk, ‘dit is dan het nummer waarop ik de ziekte ga dissen.’ De triomf van Invaincu is tegen haar gericht. Het is de ziekte die ik vervloek.

Voor een goede, oprechte take, waarbij je voelt dat ik meen wat ik zing, mag er niemand in de buurt zijn. Anders voel ik me bekeken.

***

De ziekte. Het is het mysterie dat over zijn terugkeer hangt. In 2015, na zijn roemruchte passage in Madison Square Garden, leek hij één plaat verwijderd van wereldsucces. ‘De feesttafel staat voor hem gedekt. Nu is het enkel nog wachten tot hij het hoofdgerecht serveert’, verwoordde zijn Amerikaanse label het. Maar Stromae keerde niet terug. Drie jaar lang verdween hij volledig van de radar. Er waren geruchten dat hij ernstig ziek was. Er werd gespeculeerd dat hij nooit nog muziek zou maken. Even was er een hoax dat hij overleden was. Maar niemand die wist wat er echt gebeurd was. Of toch niet precies.

In de weinige interviews die hij sindsdien heeft gegeven, schemert er wel het een en ander door. In de zomer van 2015 krijgt hij tijdens het Afrikaanse luik van de Racine carrée-tour last van bijwerkingen van Lariam, een antimalariamiddel. ‘Angstaanvallen en hallucinaties’, vertelt hij daar later over. Hij schrapt een stuk van de tour en neemt rust, maar keert twee maanden later al terug voor zijn laatste shows in Madison Square Garden en vervolgens in Congo en Rwanda. Te vroeg, misschien. Twee jaar later zegt hij in Libération dat de bijwerkingen van Lariam een psychische aandoening hebben veroorzaakt. ‘Tot op vandaag ben ik gevoelig voor angstaanvallen’, laat hij in die periode ook optekenen. ‘Het is me al overkomen dat ik met spoed naar het ziekenhuis ben gegaan.’ In Le Soir vertelt hij dat hij enkele jaren pauze neemt.

Het lijkt ook maar een stukje van wat er aan de hand was. Mentale vermoeidheid speelt ook een rol. Meer dan 200 concerten geeft hij tijdens de Racine carrée-tour, met én een Franse arenatour én een Afrikaans luik én een Amerikaans avontuur. Dat is niet meer menselijk. ‘Mijn agenda was compleet overladen. Ik moest overal aanwezig zijn. En wat je ook doet, als je alleen nog maar werkt, komt er een punt waarop je er niet meer in slaagt het te appreciëren’, zegt hij in 2018 in De Tijd.

De keren dat hij met de pers spreekt, heeft Stromae het over zijn nood aan een normaal leven. Na Racine carrée zoekt hij dan ook de luwte op. In 2015 trouwt hij in Mechelen met Coralie Barbier (niemand van de genodigden weet op voorhand dat ze naar een trouw gaan) en in 2018 krijgt hij een zoon (wiens naam en gezicht hij uit de media houdt). Achter de schermen begint hij opnieuw te werken onder de vlag van Mosaert, zijn bureau. Met zijn broer Luc draait hij videoclips voor Major Lazer (Run Up), Billie Eilish (Hostage) en Dua Lipa (IDGAF). Hij schrijft mee aan nummers voor Coldplay (Arabesque) en bevriende artiesten als Orelsan (La pluie) en Julian Perretta. Hij bouwt met zijn vrouw het modemerk Mosaert uit en waagt zich aan uitstapjes in autodesign en architectuur. Maar op de voorgrond begeeft hij zich hoogst zelden. Tot nu dus.

Of het een burn-out, een depressie of iets anders was, blijft hij in het midden laten. Het was de ziekte, zoals hij het noemt. Meer moeten we eigenlijk ook niet weten.

Exclusief, het grote Stromae-interview: 'Oef. De mensen zijn me niet helemaal vergeten'
© GF / Michael Ferire

Eind 2018 circuleerde op het internet het gerucht dat je was overleden na een ongeval in Parijs. Hoe was het om doodverklaard te worden?

Stromae: Wacht. Ik kan niet helemaal volgen. Over welk gerucht heb je het?

Dat je overleden was. De Franse en de Belgische pers hebben erover geschreven. Er was zelfs een rouwpagina op Facebook met meer dan een miljoen likes.

Stromae: Likes? Mensen liketen dat ik dood was?

Ik denk dat dat eerder als steunbetuigingen bedoeld was.

Stromae: Ah, op die manier. (tegen zijn team) Wisten jullie hiervan? Niemand?

Weet je echt van niks?

Stromae: Oprecht: dit is het eerste dat ik ervan hoor. Ik herinner me vaag dat er op een bepaald moment een roman verschenen is, Stromae est mort à New York. Misschien dat er daarmee wat verwarring is ontstaan. Maar verder: geen idee waar je het over hebt.

Het zegt wel veel over het mysterie dat sinds 2015 rond je hangt.

Stromae: Mja. Wat moet ik daar nog over zeggen? Ik heb een tijdje een pauze ingelast. Ik ging door een periode die op persoonlijk vlak een beetje moeilijk was. Het succes van Racine carrée draaide helemaal om mijn persoon. Die permanente focus op mij was uitputtend. Ik moest even iets anders doen. Samen met Coralie. Samen met Luc. Allemaal projecten waarbij het niet zozeer over mij ging. Dat heeft bevrijdend gewerkt. En daarna heb ik drie jaar aan Multitude gewerkt, een normale duur voor mij om een plaat te maken.

Begin 2018 liet je voor het eerst opnieuw van je horen, met een onaangekondigd gastoptreden bij Orelsan in Vorst Nationaal. Was dat de déclic?

Stromae: Het heeft me alleszins goed gedaan om opnieuw op een podium te staan. Het was voor het eerst sinds lang dat we weer met de hele ploeg samen waren. De ontvangst van het publiek was ook fantastisch. Er is heel hard geroepen die avond. Achteraf dacht ik: oké, waarom ook niet? Een paar weken later hebben we Défiler uitgebracht. Dat was mijn manier om te zeggen: ik heb zin om terug te keren.

Het is ook niet alsof ik ooit echt gestopt ben. Voor mezelf was het misschien belangrijk om me voor te houden dat het niet meer móést. Maar tegelijk wist ik wel: ik doe dit graag, ik ben er niet slecht in en finaal zou het stom zijn om ermee te stoppen. Ik ben ook muziek blijven maken. Het waren vooral de verplichtingen waar ik tegen opzag: opnieuw op het podium kruipen, interviews geven, mijn muziek aan anderen laten horen. Maar beetje bij beetje komt het allemaal terug. Omdat ik het zelf wil. Dat was heel belangrijk voor mij: als ik terugkeerde, zou het niet om financiële redenen of om verwachtingen van anderen zijn.

Wat is er veranderd?

Stromae: Dat vind ik moeilijk om de vinger op te leggen. Misschien dat ik een kind heb gekregen? (denkt na) Nee, schrap dat maar. Dat is het suffe antwoord. Niemand gaat terug op een podium staan omdat je een kind krijgt. Ik denk dat het eerder met balans te maken heeft. Na de hulp van mijn vrouw in de lastige periode, de geboorte van mijn zoon en het werk achter de schermen begon ik het gevoel te krijgen dat alles opnieuw in evenwicht was. Rond die periode ben ik ook aan de plaat begonnen.

De voorbije drie jaar was ik letterlijk omgeven door kaka. Die kant van het vaderschap, daar wordt veel minder over gezongen

In het verleden legde je de lat steeds opnieuw net iets hoger. Terwijl Alors on danse op één stond in Europa, sprak je vooral over je angst om een onehitwonder te blijken. Na het grote succes van Racine carrée in Frankrijk richtte je je pijlen meteen op Amerika.

Stromae: Bwa, dat is toch vooral de interpretatie achteraf. Ik had geen groot plan om de wereld te veroveren of zo. Ik was ambitieus, ja, maar het waren realistische ambities. Toen Alors on danse in Duitsland op één stond, dacht ik: misschien is het dan ook mogelijk in andere landen. Ik wilde het proberen. Ik heb er hard voor gewerkt. Maar ik wist wel dat je dat soort dingen niet kunt plannen.

Je moet ook geluk hebben. Ik weet nog goed dat toen Papaoutai verscheen, de eerste single van Racine carrée, de radiozenders niet meteen stonden te springen. ‘Anders breng je eerst Alors on danse en dan daarna nog een stukje Papaoutai‘, was het antwoord. Pas nadat de videoclip van Formidable viraal was gegaan, waren ze mee. De dingen gebeuren zoals ze gebeuren.

Wat is je ambitie voor deze plaat?

Stromae: Ik hoop dat Multitude een succes blijkt, maar dat hoeft niet hetzelfde succes te zijn als Racine carrée. Ik besef dat mensen de twee gaan vergelijken, maar hopelijk niet té veel. Zelfs als dit album 2 miljoen exemplaren verkoopt, wat een reusachtig succes zou zijn, is het nog altijd niet 4 miljoen. We zullen wel zien dus. Ik ben blij met de plaat. En dat is het belangrijkste.

In april keer je terug naar de VS voor Coachella, zag ik in je tourschema. Amerika is nog altijd een doel?

Stromae: Ja. We hebben een voet tussen de deur gekregen in 2015. Nu gaan we ons best doen om te bevestigen. Ik weet niet of het gaat lukken, maar ik geloof wel dat het kan. Ik blijf erbij: als wij hier in België muziek in het Engels kunnen luisteren, waarom zou Franstalige muziek dan niet kunnen werken in de VS?

***

Je merkt het als je de plaat hoort: Multitude is geen berekend album. Er staan geen grote featurings op om Stromaes status in de verf te zetten. Het is geen recyclage van het hedendaagse popgeluid waar Spotify op teert. Ook het Engelstalige nummer waar zijn Amerikaanse label al jaren op hoopt, ontbreekt. Na zes jaar lijkt Stromae vooral de plaat te hebben gemaakt waar hij zelf zin in had.

Wat zich ook laat aflezen aan de gastenlijst. Dirk Brossé en het Belgian National Orchestra doen mee. De producer is Moon Willis, een Britse producer uit de dancewereld. Juanpaio Toch, Guo Gan en Alfredo Coca blijken respectievelijk een Argentijnse gitarist, een Chinees-Franse erhu-speler en een Boliviaanse meester van de charango. Het resultaat is een overwegend orkestrale plaat, maar met invloeden van over heel de wereld. Bij momenten is het moeilijk om níét aan Brel te denken, een referentie waar hij nooit aan zal ontsnappen, maar altijd met een onverwachte draai. Een Chinese viool die plots door La solassitude snijdt. Een wankele cumbiabeat in Santé. Een klavecimbel in Fils de joie.

'Op een dag stond ik in de douche en dacht: Multitude, is dat niets als titel?'
‘Op een dag stond ik in de douche en dacht: Multitude, is dat niets als titel?’© GF / Michael Ferire

Misschien is het de voorgeschiedenis, maar Multitude lijkt ook zijn donkerste plaat. ‘J’ai parfois eu des pensées suicidaires et j’en suis peu fier’, zong hij al in L’enfer, een lijn die hij in andere nummers doortrekt. ‘Le problème, c’est la routine / Quand les jours se ressemblent’, klinkt het in La solassitude. ‘Passé la barre des 35 ans / Franchement, à quoi ça sert?’ zingt hij in Mauvaise journée.

Het is dan ook verleidelijk om Multitude als een openhartige plaat te zien, waarin Stromae in zijn ziel laat kijken. De vraag is of het dat wel is. Nog meer dan vroeger lijkt hij een spel te spelen met personages, waarbij het nooit helemaal duidelijk is wie aan het woord is, wat Stromae meent en wat een grap is. Het is een truc die hij in het verleden al vaker hanteerde. Hij laat mensen denken dat ze naar hem kijken, terwijl ze eigenlijk zijn personage te zien krijgen. Zijn stunt op TF1 met L’enfer leek dat nog eens te onderstrepen. Hij had het over depressie en zelfmoordgedachten en bracht een belangrijke boodschap over mentale gezondheid, maar terloops illustreerde hij ook een ander punt: ceci n’est pas Paul Van Haver. Alles gebeurt bij Stromae met een twist.

Als je pakweg Billie Eilish of Dua Lipa zou bellen, zouden ze op zijn minst opnemen. In plaats daarvan maak je een album met het Belgian National Orchestra, een Britse producer van wie niemand ooit gehoord heeft en een Boliviaanse gitarist met hoop en al 100.000 plays op Spotify.

Stromae: (lacht) Ik heb het me wel afgevraagd, hoor, of een grote featuring met Billie Eilish of Dua Lipa zou lukken. Of met Adele: ik ben een grote Adele-fan. Om heel eerlijk te zijn: we hebben Adele ook gepolst.

En?

Stromae: Ze heeft nee gezegd. Of liever: haar manager heeft ‘Hey, why not?’ geantwoord en daarna niets meer van zich laten horen. Geen ja en geen nee dus. Wat een nee is. (lacht) Ach ja, dat is het leven.

Nu, mocht Adele hebben toegezegd, weet ik niet goed hoe dat zou zijn uitgedraaid. Ik had een duidelijke muzikale richting voor ogen toen ik deze plaat maakte. En het was belangrijker voor mij om vast te houden aan die lijn dan om een grote naam op de gastenlijst te hebben staan.

Wat was die muzikale richting?

Stromae: Het idee was om een plaat te maken die folkloristische muziek van over de hele wereld vermengt met pop. Ik ben de invloeden overal gaan zoeken. Cumbia uit Zuid-Amerika. Keelzang uit Mongolië. Koormuziek uit Bulgarije.

De namen die aan Multitude hebben meegewerkt, zijn in functie daarvan gekozen. Als je iets met Boliviaanse volksmuziek wilt doen, heb je een charangospeler nodig. Als je een Chinese erhu wilt, moet je iemand in de studio krijgen die erhu kan spelen. Zo ben ik ook bij producer Moon Willis terechtgekomen. Julian Perretta had me over hem verteld. Het klikte meteen tussen ons. Hij snapte waar ik naartoe wilde. Als ik sprak over een afrobeatgroove vermengd met een cumbiaritme, wist hij meteen waar ik het over had.

Oorspronkelijk ging de plaat Folklore heten. Maar dan bracht Taylor Swift in 2020 Folklore uit en mochten we op zoek naar een nieuwe titel.

Vanwaar kwam dat idee?

Stromae: De inspiratie kwam van de reizen die ik als kind met mijn moeder heb gemaakt. We hadden het niet breed toen ik jong was, maar het was belangrijk voor mijn moeder dat we konden reizen. We zijn naar Bolivia geweest, naar Peru, naar Mali, naar Mexico. Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Met name op Bolivia ben ik verliefd geworden. Ik denk dat ik ondertussen zes keer ginds ben geweest.

Tegelijk is die clash van genres iets waar ik mee ben opgegroeid. Voor ik geboren werd, woonde mijn moeder in een van die grote buildings aan de Chaussée d’Anvers in Brussel, dicht bij het kanaal. Ze had er een vriendengroep van over de hele wereld. Nadat ze verhuisd was, is ze contact blijven houden. Om de zoveel tijd hadden we familiefeesten samen, waar alle soorten muziek opstond. Salsa uit Zuid-Amerika. Zouk uit de Antillen. Congolese muziek. Mijn liefde voor Buena Vista Social Club komt bijvoorbeeld van daar.

Heeft het er ook mee te maken dat pure pop voor jou niet meer volstaat?

Stromae: Ik denk het, ja. Niet dat ik geen pop meer wil maken. Maar wat ik hoor in de popmuziek, doet me niet zo veel. Er wordt goede pop gemaakt, daar niet van, maar het inspireert me niet. Ik heb dieper moeten graven om muziek te vinden die me pushte.

Neem nu reggaeton. Ik was niet de grootste fan, om heel eerlijk te zijn. Ik was het wat beu gehoord. Maar toen ontdekte ik DJ Alex, een Argentijnse dj die het ternaire ritme van cumbia mixt met reggaeton. Dat verandert de groove volkomen. Het ritme van Santé, dat een beetje lijkt te blijven hangen, is daarop gebaseerd. Dat zijn het soort invloeden die ik op het oog had. Want als het gewoon was om te herhalen wat ik in de pop hoorde, had ik niet veel bij te brengen.

Ik had ook geen zin in een plaat met eerst een baile-funknummer, dan een hiphoptrack, dan een Chinees rocknummer. Dat zou gewoon imitatie zijn. Het was amusanter om een baile-funkgroove te mengen met klassieke muziek, zoals op Fils de joie. Of een afropoptrack te maken met een erhu erop, een Chinese viool. Zodat je er niet je vinger op kunt leggen wat van waar komt.

Racine carrée heb je grotendeels in je eentje achter de computer opgenomen. Op Multitude lijk je je laptop te hebben ingeruild voor een orkest.

Stromae: Ik ben geen dirigent geworden, hoor. (lacht) Eigenlijk is er weinig veranderd aan mijn manier van werken. Het grootste deel van de plaat heb ik in mijn eentje op het bureau van Mosaert gemaakt. Ik werk nog altijd het liefst alleen. Zeker als ik zanglijnen opneem. Voor een goede, oprechte take, waarbij je voelt dat ik meen wat ik zing, mag er niemand in de buurt zijn. Anders voel ik me bekeken.

Pas als de nummers zo goed als af waren, stuurde ik ze door naar de geluidsingenieur en werden sommige stukken opnieuw ingespeeld. Voor de orkestrale passages heb ik samengewerkt met Bruno Letort, een Franse componist die in Brussel woonde. Voor de charango, een Zuid-Amerikaanse tiensnarige luit, hebben we dan weer Alfredo Coca, een Boliviaanse charanguista, naar de studio gehaald. Heel fascinerende man. Eigenlijk is hij een architect van beroep, maar in zijn vrije tijd is hij de beste charangospeler van Bolivia. En voor de erhu hebben we Guo Gan gebeld, een Chinese muzikant uit Parijs. Hans Zimmer heeft hem ook ingehuurd voor de muziek van Kung Fu Panda.

De plaat heet Multitude. Vanwaar die titel?

Stromae: Oorspronkelijk ging de plaat Folklore heten, een verwijzing naar de muzikale richting. Maar dan bracht Taylor Swift in 2020 Folklore uit en mochten we op zoek naar een nieuwe titel. (lacht) Met iedereen op het bureau hebben we weken gezocht. Tot ik op een dag in de douche stond en dacht ‘Multitude, is dat niets?’ Een veelheid aan invloeden, een veelheid in de personages: Multitude hield steek.

Exclusief, het grote Stromae-interview: 'Oef. De mensen zijn me niet helemaal vergeten'
© GF / Michael Ferire

Nog meer dan vroeger is het niet altijd even duidelijk wanneer jij aan het woord bent en wanneer je personages. Je lijkt bijna een soort spelletje te spelen.

Stromae: Ik weet ook niet zo goed vanwaar dat komt. Wellicht komt het gewoon doordat ik veel Frans chanson geluisterd heb. Ik wil zijn naam niet nog eens bovenhalen, maar Brel deed het. Aznavour deed het. Piaf deed het. Het is gewoon iets wat vroeger veel gedaan werd.

Het is natuurlijk ook een manier om je privépersoon op de achtergrond te houden.

Stromae: Misschien, ja. Ik heb de indruk dat heel veel muziek vandaag samenvalt met het privéleven van de artiest. Voor mij hoeft dat niet. Mijn muziek is geen directe weerspiegeling van wie ik ben. Het is een verhaaltje dat ik wil vertellen, met een begin, een einde, een climax. Ik heb nog nooit een scenario geschreven, maar ik denk dat je mijn nummers meer in die lijn moet zien.

Zit er ook een concept achter de lyrics?

Stromae: Niet echt. De teksten komen meestal vanzelf. Tijdens het schrijven blijft er een zinnetje of een hook hangen, daarna bouw ik er een verhaal rond. Bij Santé bijvoorbeeld was dat die ‘Rosa Rosa’ – onze poetshulp heet Rosa. Het idee om een nummer te maken om hen te vieren die tijdens het feest niet zelf kunnen vieren, vloeide daaruit voort. Zo gaat het meestal.

Er hangt een zekere zwaarmoedigheid over het album. In het verleden noemde je jezelf een faux-pessimist, die van het slechtste uitgaat in de hoop blij verrast te worden. Op Multitude toon je je bij momenten een vrai-pessimist.

Stromae: Dat is grappig. Gisteren zat ik hier voor een interview met een Braziliaanse en een Mexicaanse journalist, die het hadden over hoe optimistisch de plaat was. En ik geloofde hen. (lacht) Misschien was hun Frans niet zo goed.

Je bent niet de enige. Toen ik het album aan mijn moeder liet horen, zei ze: ‘Ik wist niet dat je zo veel tristesse in je had.’ Ik was een beetje verbaasd. Het is een trieste plaat, maar niet zó triest. Santé is geen trieste song. Bonne journée is een blij lied.

L’enfer gaat over depressie. La solassitude gaat over eenzaamheid. Mauvaise journée is…

Stromae: Oké, oké, ik snap je punt. (lacht) Ik denk dat het gewoon de manier is waarop ik schrijf. Ik heb het liever over de moeilijkheden van het leven. Omdat ze erbij horen.

Met C’est que du bonheur staat er ook een nummer over je zoon op de plaat. Alleen is dat niet meteen reclame voor het vaderschap. ‘Tout d’abord tu m’idéalises / Avant que tu me méprises’, zing je. Was dat cynisch?

Stromae: Eerder een poging tot relativeren. Ik pak de dingen graag anders aan. Als ze het over ouderschap hebben, praten de meeste mensen over hun roze wolk. Toen ik eraan begon, wist ik niet dat het ook zo lastig kon zijn. Dus vond ik het amusant om die andere kant te belichten. Een vriend had het erover dat ik het heel vaak over kaka heb op Multitide.

Drie keer.

Stromae: Wel, vermoedelijk was dat omdat ik de voorbije drie jaar letterlijk omgeven was door kaka. Die kant van het vaderschap, daar wordt veel minder over gezongen.

Ik stel me wel voor dat je zoon over tien jaar naar het nummer luistert en denkt: mijn vader heeft wát over mij geschreven?

Stromae: Ik denk niet dat hij verrast zal zijn. Tegen dan kent hij zijn vader al. En zijn gevoel voor humor. (lacht)

Hij is drie ondertussen, dus het is makkelijker nu. Maar ’s morgens opstaan is lang heel moeilijk geweest voor mij. Ik was het gewoon om ’s nachts te werken en overdag te slapen. En plots moest ik om zeven uur opstaan, hem naar school brengen, naar het bureau gaan en werken tot vier. Dat is een grote verandering geweest. Een goede, durf ik nu te zeggen. Ik had de neiging om te geloven dat inspiratie uit lijden voortkomt. Mijn leven als vader heeft me laten zien dat dat niet zo is. Je hoeft geen leven als rockster te hebben om muziek te kunnen maken. Opstaan, naar het werk gaan en naar huis gaan voor het eten werkt ook. Tenzij iedereen mijn plaat nu slecht zou vinden. (lacht)

Ik begin te snappen wat je daarstraks met die balans bedoelde.

Stromae: Daarom was het voor mij ook belangrijk dat Multitude met Bonne journée eindigt. Omdat er voor alle moeilijke periodes een oplossing is: er is altijd morgen. Dat is iets wat ik de voorbije jaren geleerd heb: ook lastige tijden gaan voorbij.

Stromae

Op 22/2 live in een uitverkocht Paleis 12 in Brussel. Op 19/6 staat hij op Werchter Boutique en op 10/7 op Les Ardentes. Alle info: stromae.com

Multitude

Uit op 4/3 via Universal.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Stromae

Alias: Paul Van Haver.

Leeftijd: 36.

Maandelijkse luisteraars: 12 miljoen.

Burgerlijke status: getrouwd met Coralie Barbier, een stiliste uit Namen. Krijgen in 2018 een zoon.

Breekt door met Alors on danse (2009), goed voor een nummer één in twaalf Europese landen en een remix van Kanye West.

Explodeert met Racine carrée, zijn tweede album, waarop onder meer de singles Papaoutai, Formidable, Ta fête en Tous les mêmes staan. Verkoopt in Frankrijk alleen al meer dan 2 miljoen exemplaren, waarmee het de derde succesvolste plaat in Frankrijk is van de laatste twintig jaar.

Ander hoogtepunt: speelt in 2015 als eerste Belg in het uitverkochte Madison Square Garden in New York, dat hij tien maanden van te voren heeft geboekt en eigenhandig vult met een zelf uitgezette mediacampagne.

Sindsdien heeft hij achter de schermen gewerkt. Hij zingt onder mee mee op Coldplays Arabesque in 2019 en Orelsans La pluie in 2018, maakt clips voor Billie Eilish (Hostage, 2017) en Dua Lipa (IDGAF, 2018).

In het nieuws met Multitude, zijn nieuwe album, dat op 4 maart verschijnt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content