De Belgisch-Congolese rapper Baloji toert momenteel door Congo, inclusief het door warlords geplaagde oosten van het land. Lees hier het dagboek dat hij bijhoudt tijdens deze uitzonderlijke tournee.
Baloji (31), ex-Starflam, is geboren in Lubumbashi maar getogen in Luik. Op zijn vierde werd hij door zijn vader uit Lubumbashi meegetroond naar ‘het land van Marvin Gaye’. Een kwarteeuw later zag zijn in Congo gebleven moeder hem op de Afrikaanse televisie opduiken in een clip van Starflam. Ze schreef hem een lange brief, vroeg hem haar op te bellen en haar zijn levensverhaal te vertellen. Hij maakte na enig aarzelen Hotel Impala, een soort autobiografie op muziek – une autobiophonie, noemt hij het zelf – die hij haar persoonlijk ging bezorgen.
De onthutsende confrontatie met zijn geboorteland leidde in 2009 tot het vervolgalbum Kinshasa Succursale, dat hij in zes dagen in Kinshasa opnam met lokale muzikanten en dat gedeeltelijk een remake is van Hotel Impala. Een dreun van een hiphopplaat, waarmee hij verder op zoek ging naar zijn roots en de nakende vijftigjarige onafhankelijkheid van de voormalige Belgische kolonie in de bloemetjes wilde zetten. Hij besloot om er ook op tournee te gaan en wilde daarbij het door warlords en burgeroorlog fel geplaagde Oost-Congo niet links laten liggen.
To baldly go where no man has gone before. En dus speelt de woordengoochelaar er samen met l’ Orchestre de la Katuba zes concerten: op 27 mei in Kinshasa, op 29 mei in Matadi, op 1 juni in Lubumbashi, de vierde juni in Goma, de zesde in Bukavu en op 9 juni in Kisangani.
Knack Focus volgt deze reis aan de vooravond van 50 jaar Congolese onafhankelijkheid op de voet: de komende twee weken lees je op deze site stukken uit het tourdagboek van Baloji.
Gent, vrijdag 21 mei ’s avonds
Zaventem, het vertrek naar Kinshasa
Kinshasa, dag één (24 mei)
Kinshasa, avond dag één (24 mei)
Kinshasa dag twee (25 mei)
