Drumster Isolde Lasoen over haar fanfaretijd: ‘Ik krijg nog kippenvel wanneer ik eraan denk’

Isolde Lasoen. © DEBBY TERMONIA

Fanfares zijn onlosmakelijk verbonden met ons lokale cultuurleven. Ook drumster Isolde Lasoen, journalist Rik Van Cauwelaert en jazzsaxofonist Frank Vaganée trokken vroeger in hun beste kostuum de straat op.

Fanfares brengen mensen samen. Wanneer ze door de straten marcheren of optreden in de plaatselijke parochiezaal laten ze niemand onberoerd. Dat komt allicht omdat mensen de wandelorkesten met koperblazers, saxofoons en slagwerkmeteen associëren met belangrijke lokale gebeurtenissen, heuglijke festiviteiten en plechtstatige herdenkingen. Kort gezegd: fanfares zijn de lijm die mensen tijdens memorabele momenten verbindt.

Begin 2020 telde Vlaanderen nog iets meer dan driehonderd officiële fanfares. Samen zijn die goed voor enkele duizenden muzikanten die, weliswaar in niet-pandemische tijden, wekelijks samenkomen om te repeteren, zich muzikaal te ontplooien en hun jarenlange vriendschappen te onderhouden.

Isolde Lasoen, Rik Van Cauwelaert en Frank Vaganée speelden speelden ook ooit in een fanfare. Ze hebben daar alleen maar mooie herinneringen aan.

Drumster Isolde Lasoen

(40) speelde trommel bij onder meer Nut en Vermaak, Maldegem. Haar nieuwe single The Four Horsemen is nu uit bij Coucou Records/PIAS.

‘Mijn ouders, mijn broers, mijn opa, mijn ooms, mijn tante… Bijna heel mijn familie speelde in de fanfare. Ik zat op een gegeven moment zelfs in vijf bands tegelijk. Het is dus lang een groot onderdeel van mijn leven geweest. Toen ik vier jaar was, naaide mijn mama voor mij een superschattig majorettekostuum. Ik was in die tijd de mascotte van de groep maar ruilde de majorettestok al snel in voor drumstokjes. Ik kreeg een écht uniform en liep al trommelend mee tussen de muzikanten.

Koude handen of een doorweekt uniform waren geen excuus om te flateren. Ik hield van dat collectieve doorzettingsvermogen.

‘Ik heb veel geleerd in de fanfare. Vooral samenwerking en discipline. Ik herinner me nog goed mijn vastberadenheid om tijdens sneeuw- of regenbuien strak en stoïcijns te blijven voortspelen. Koude handen of een doorweekt uniform waren geen excuus om te flateren. Ik hield van dat collectieve doorzettingsvermogen.

‘De mooiste momenten uit mijn jeugd heb ik bij de fanfare beleefd. We waren een hechte vriendengroep. Elk optreden was een feest. Vooral de vele uitstappen die we samen maakten, zijn in mijn geheugen gegrift. Dan werd er gelachen, gezongen en soms zelfs gedanst. Maar zodra de dirigent aftelde of de grote trom het signaal gaf, veranderde die mooie groep mensen in een geoliede muziekmachine. Ah! Ik krijg nog kippenvel wanneer ik eraan denk.’

Journalist Rik Van Cauwelaert

(71) speelde tuba bij fanfare De Eendracht, Borchtlombeek.

‘Eind jaren zeventig vond ik op de zolder van mijn schoonmoeder een tuba. Een prachtig instrument van Gentse makelij. Ik heb het ding laten restaureren en ben er op beginnen te spelen. Omdat de plaatselijke fanfare in die tijd erg onderbemand was, besloot ik me bij hen aan te sluiten. Ik heb er geen moment spijt van gehad. Het groepsgevoel tilt je als muzikant naar hogere regionen.

Drumster Isolde Lasoen over haar fanfaretijd: 'Ik krijg nog kippenvel wanneer ik eraan denk'
© DEBBY TERMONIA

‘Het mooiste aan een fanfare is dat je in staat bent om de emoties bij belangrijke momenten te versterken. Bij een huwelijk, bijvoorbeeld. Of tijdens een begrafenis, wanneer de trommel wat minder strak gespannen staat en de instrumenten tijdens de rouwstoet een treurmars spelen. Dat laat niemand onberoerd.

‘Wij hadden geen uniformen. Op dagen dat we moesten spelen, verscheen iedereen fris gewassen en in zijn beste kostuum op het appel.

‘Wanneer mensen aan een fanfare denken, zien ze meteen muzikanten in strak zittende uniformen. Dat was jammer genoeg niet voor ons weggelegd. Wij hadden geen sponsor die ons van zulke mooie pakken kon voorzien. Wij waren maar een kleine plattelandsfanfare. Bij ons was de regel dus: op dagen dat we moeten spelen, verschijnt iedereen fris gewassen en in zijn beste kostuum op het appel.’

Jazzmuzikant Frank Vaganée

(55) speelde saxofoon bij onder meer De Verbroedering Kunst en Vrij, Coloma, Mechelen.

‘Mijn vader was beenhouwer. Toen ik zes jaar was, werden mijn twee broers en ik door hem naar de winkel geroepen. Daar stond iemand van de fanfare. Hij had aan mijn vader gevraagd of wij zin hadden om bij hen te komen spelen. “En?” vroeg mijn pa. “Is dat iets voor jullie?” Een paar dagen later kregen we onze eerste muziekles.

Drumster Isolde Lasoen over haar fanfaretijd: 'Ik krijg nog kippenvel wanneer ik eraan denk'
© DEBBY TERMONIA

‘Ik wilde eigenlijk trompet spelen. Maar de fanfareleider vond dat niets voor mij en stopte me een cavalerietrombone in de handen. Dat instrument is bedoeld voor ruiters te paard. In mijn kinderogen zag het eruit als de sifon van een oude pompbak. Het was ook veel te groot voor mij. Na een tijdje hebben ze het vervangen door een altsaxofoon.

Ik ben de mannen van de fanfare enorm dankbaar. Dankzij hen heb ik de bigbandjazz leren kennen. Frank Vaganée

‘Vroeger organiseerde elke fanfare een verbroederingsavond. Daar nodigden ze dan bevriende harmonieën uit om een concert te komen spelen. En zo kwam het dat ik op een mooie avond – in Zaal Eldorado in Muizen – een optreden zag van een bigband genaamd The Keyhole Conspiration. Hun muziek zinderde als een elektrische schok door mijn lijf. Ze hadden extreem luide trompetten, opzwepende nummers, muzikanten die in het midden van een song opstonden om een solo te geven. Het was fantastisch. Ik ben de mannen van die fanfare enorm dankbaar. Dankzij hen heb ik de bigbandjazz leren kennen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content