Jonas Boel

‘De Vlaamse canon van Bart De Wever zal een mixtape nodig hebben’

Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

‘Wie zich in de Belgische muziekgeschiedenis verdiept, leert meer over het huidige Vlaanderen dan het hele oeuvre van Hendrik Conscience en Willem Elsschot te lezen’, schrijft Knack Focus-redacteur Jonas Boel. ‘Grootsheid zit ook in onze kleine kantjes’.

Verontwaardiging, maar ook gegniffel, en zelfs onvervalst hoongelach viel vanuit verschillende hoeken op te tekenen, toen Vlaams informateur Bart De Wever in zijn startnota een lans brak voor het opstellen van ‘een Vlaamse canon’.

‘Een lijst van ankerpunten uit onze Vlaamse cultuur en geschiedenis, die Vlaanderen als Europese natie typeren en die onze leerlingen op school en nieuwkomers in onze inburgeringscursus moeten kennen’. Een starterspakket Vlaamse cultuur, dus, een soort best of van wat onze regio op cultureel gebied heeft gepresteerd en zich mee onderscheiden heeft. Verplichte leerstof om jonge en ingeweken Vlamingen ‘de grootsheid die Vlaanderen in zich heeft’ (dixit de startnota) in te peperen.

Op zich een geweldig idee. Vlaanderen heeft veel kunstenaars – een woord dat overigens nergens valt in de nota – voortgebracht, ‘Vlaamse meesters, uit heden en verleden en alle creatieve richtingen’, zoals De Wever schrijft, die de aandacht verdienen van élke burger. Eén probleem: als de Vlaams-nationalisten die lijst van ankerpunten samenstellen, wordt het waarschijnlijk een triestige boel, en al helemaal wat muziek betreft.

De Vlaamse canon van Bart De Wever zal een mixtape nodig hebben.

Dat vermoeden wordt door De Wever in zijn nota zelf gesterkt, wanneer hij een fragment citeert uit Vlaanderen, een in 1912 door componist Renaat Veremans getoonzet gedicht van de flamingant Willem Gijssels: ”t Zijn weiden als wiegende zeeën, die groenen langs stroom en rivier – hier vredige dorpjes, daar steden. Die rijzen met torens vol zwier, ’t zijn welige velden en wouden, Of vlakten der heide vol rust’, en ga zo maar door. Onze jongeren en nieuwkomers een Vlaams geweten schoppen via de bronstige hymnes die men enkel op de IJzerbedevaart hoort? No way. De Vlaamse canon zal een mixtape nodig hebben. En ik heb enkele suggesties.

Voor de pompeuze wiegende zeeën van Willem Gijssels, een sympathisant van de Antwerpse collaborateur August Borms, is er een alvast een mooier alternatief met Mijn vlakke land van Jacques Brel. Een Brusselaar, jawel, maar wel eentje uit een West-Vlaams nest, die fier was op zijn roots. Maar Brel was ook een gesel voor Vlaams-nationalisten, die hij graag in hun hemd zette met songs als Les Flamandes en La…la…la. In Les F… toonde hij zich z’n meest brutale en bittere kant: ‘Messieurs les flamingants, Je vous emmerde’. Het kwam hem meteen op repliek te staan, onder meer van De Strangers, met A Mr. Brel, maar ook van Wannes Van De Velde, niet bepaald een rechtste rakker, met De flamingant ne me traîtez, waarin hij Brel opriep om niet alle Vlamingen over dezelfde kam te scheren. ‘Être Flamand, c’est dûr assez’, zong de Antwerpenaar. Over de complexe aard van het Vlaming zijn zong hij ook in ’t Is Vlaams, ’t trekt op geen kloten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zelfspot en zelfrelativering, ze behoren ook tot onze normen en waarden. Geen beter voorbeeld daarvan dan het Vlaanderen van Raymond Van Het Groenewoud, ‘waar de kerk in ’t midden staat / Waar de purperen hei bloeit/ En het geld in het zwart vloeit’. In 2002 werd het satirische Vlaanderen boven nog uitgeroepen tot het officiële feestlied van de Vlaamse Gemeenschap. Maar toen stond de N-VA nog in haar kinderschoenen, natuurlijk.

Benieuwd of De Wever, Francken en co in hun canon ook plaats voorzien voor Bange blanke man van Willem Vermandere, geschreven in 1991, na de eerste Zwarte Zondag, of Blank of zwart van Isabelle A, uit datzelfde jaar, waardoor ze destijds belaagd werd door Vlaams Blok-militanten. Ook dát is een ankerpunt in onze geschiedenis. Bart De Wevers woordvoerder Joachim Pohlmann mag zich Luc De Vos herinneren als ‘de Bruce Springsteen van Vlaanderen’, zoals hij in een column voor De Morgen schreef, ik herinner me Vos vooral in zijn blote bast, toen hij in 2006 optrad tijdens het Gentse luik van de 0110-concerten voor verdraagzaamheid.

‘Shut the fuck up’, beet Bart De Wever toen in De Morgen de organisatoren en deelnemende artiesten toe. Het succes van het VB stond nu net op het conto van links, beoogde De Wever. ‘Keer op keer bewijst men immers de kiezers van het VB niet te kennen, de situatie daardoor totaal averechts te benaderen, om er ten slotte met veel misbaar niets van te begrijpen’, schreef hij. Want het was precies links die de polarisatie voedde ‘waarvan het VB per definitie profiteert’. Benieuwd wat De Wever en zijn chef polarisatie Theo Francken daar nu over denken, na het verlies van hun partij en de winst voor het Vlaams Belang in mei.

Het tij moet dus gekeerd worden, en de idee van een Vlaamse canon moet de meest rechtse flank paaien dan wel zoet houden. Maar kunst laat zich niet in een dwangbuis van een begrensde identiteit of een geïdealiseerd verleden steken. Vlaanderen is Van Eyck en Bruegel, maar ook Kamagurka en Luc Tuymans’ portret van Lumumba. Grootsheid zit ook in onze kleine kantjes, zoals De Vos, Van De Velde en Brel goed begrepen. Het is ironisch: wie zich in de Belgische muziekgeschiedenis verdiept, leert meer over het huidige Vlaanderen dan wie het hele oeuvre van Hendrik Conscience en Willem Elsschot te leest.

Vlaanderen is kleinkunst, maar ook new beat. Vlaanderen is Willy Sommers, maar ook een dadaïst als Mauro Pawlowski, vorig jaar nog samen op het podium van Pukkelpop. Op de eerste editie van het festival in Limburg, dat vandaag voor de 34ste keer van start gaat, stond een Vlaming die niet mag ontbreken in onze canon: Oostendenaar Arnaud Charles Ernest Hintjes, kortweg Arno. Hij mag onze mixtape afsluiten met het machtige Putain Putain van TC Matic. ‘Kem e kleintje, mo’ ’t skiet verre’ – als dat geen ankerpunt is.

Elke vrijdag koppelt Jonas Boel de politieke actualiteit aan de muzikale geschiedenis.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content