The Slow Show @ Het Depot: Mysterieus en romantisch

The Slow Show, in Het Depot in Leuven. © Yvo Zels

Eén van de mooiste platen die 2015 tot dusver heeft opgeleverd heet ‘White Water’ en staat op naam van The Slow Show. De Britse groep begon haar Europese tournee met een druk bijgewoond, gratis concert in Leuven, dat de aanwezigen behoorlijk euforisch achterliet.

DA GIG: The Slow Show in Het Depot, Leuven op 19/5.

IN EEN ZIN: Een even intens als bezwerend concert van een groep die niet uit is op roem of fortuin, maar na haar passage in Het Depot, wél een definitieve plek heeft veroverd in het leven van de toeschouwers.

HOOGTEPUNTEN: ‘Dresden’, ‘Brother’, ‘God Only Knows’, ‘Bloodline’… Zo goed als àlles, eigenlijk.

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Robert Goodwin: “We hebben al meer in Europa getoerd dan in Groot-Brittanië, dus eigenlijk voelen we ons hier helemaal thuis. Alleen België is nieuw voor ons: we voelen ons net zo gespannen als bij ons eerste afspraakje. Maar hey, ik heb het gevoel dat het wel goed komt tussen ons.”

Heel af en toe gebeurt het dat je als recensent een band aan het werk ziet wiens muziek zo hard binnenkomt dat het lijkt alsof je ter plekke door de bliksem getroffen wordt. Ons overkwam het begin dit jaar in een kerk in Groningen tijdens EuroSonic, waar The Slow Show uitgroeide tot dé revelatie van het festival. Op dat moment beschikten we nog over weinig voorkennis, maar enig zoekwerk wees uit dat het om een gezelschap uit Manchester ging, waar zowaar zelfs een Vlaming deel van uitmaakte.

Toetsenspeler Frederik ’t Kindt, die in Leuven musicologie had gestudeerd, trok jaren geleden naar het noorden van Engeland om er een studio te beginnen en als producer jonge groepjes bij te staan. Zo ontmoette hij zanger-gitarist Peter Goodwin met wie hij samen songs begon te schrijven en uiteindelijk The Slow Show oprichtte.

‘The Slow Show’? Is dat geen song van The National? Toeval of niet, de overwegend traag evoluerende, statige muziek van de Britten valt inderdaad in dezelfde hoek te situeren als die van Matt Berninger en zijn vrienden. Maar net zo goed horen we in hun sound een spirituele verwantschap met Lambchop, Tindersticks, I Like Trains en zelfs The Triffids.

De zacht smeulende, romantische songs van The Slow Show zijn doorgaans in majestueuze strijkers- en blazersarrangementen gewikkeld, terwijl de diepe baritonstem van de frontman ons nog het meest doet denken aan die van crooners als Stan Ridgway en Richard Hawley. Toch zijn al die namen nauwelijks méér dan wegwijzers voor wie de Mancunians nog niet eerder heeft gehoord.

The Slow Show klinkt namelijk vooral als zichzelf: episch, elegant, warm en bedachtzaam. Toegegeven, ‘White Water’, hun fraaie langspeeldebuut, zal niemand tot een uitbundig feestje bewegen. Maar voor wie ’s avonds zijn dag wil laten bezinken bij een glas wijn of iets sterkers, hoeft niet langer te zoeken naar de perfecte soundtrack.

Juweeltje

Groene blaadjes kun je de heren van The Slow Show niet meer noemen. De vijf dertigers zijn niet uit op roem of fortuin, maar willen platen maken die iets betekenen, die een vaste plek veroveren in het leven van de luisteraar. Liever dan compromissen te sluiten, hebben ze de opnamen van hun cd zelf gefinancierd, waardoor het vrij lang heeft geduurd voor het werkstuk de winkelrekken haalde. Maar dat geduldige schaafwerk is ruimschoots de moeite waard geweest.

‘White Water’ is een juweeltje, waarvan je nu al aanvoelt dat het de tand des tijds moeiteloos zal trotseren. Ieder nummer klinkt bezwerend en intens. Bovendien is Robert Goodwin een tekstschrijver die het mysterie koestert. Hij laat steevast openingen in de songs die je als luisteraar zelf op een creatieve manier kunt invullen, waardoor, zoals in alle goede poëzie, eenduidigheid wordt vermeden.

The Slow Show speelde niet in de concertzaal van Het Depot, maar in de foyer. En ook al waren die omstandigheden verre van ideaal, de groep wist wel heel veel aandachtig luisterende toeschouwers naar Leuven te lokken. Vanaf opener ‘Long Way Home’ creëerde ze een intieme sfeer die de aanwezigen het gevoel gaf van iets bijzonders getuige te zijn.

De orkestraties klonken wél minder weelderig dan op de cd of tijdens het concert op EuroSonic: de strijkers kwamen voor de gelegenheid uit een doosje, terwijl de kopers, die op ‘White Water’ afwisselend herinneren aan Noord-Engelse mijnwerkerskorpsen en aan de blaaskapellen van het Leger des Heils, dit keer waren vervangen door één enkele trompettiste.

Eén en ander leidde ertoe dat de accenten een beetje waren verschoven en de gitaren iets prominenter door het klankbeeld liepen, maar dat hinderde niet: een goeie song blijft een goeie song, zelfs al speel je hem op een neusfluit of een kazoo.

Op één nummer na passeerde ‘White Water’ integraal de revue en ook live had die plaat al alles om een klassieker te worden. In ‘Dresden’, ingeleid door een sample van een klassiek kerkkoor, broeide ingehouden woede: “I’m gonna burn this city like a bag of bones”, zong Robert Goodwin. In ‘Brother’ was de teneur er dan weer één van weemoed en verlangen en ook in ‘Testing’ en ‘Paint You Like A Rose’ schetste de artiest taferelen die op je netvlies gebrand bleven.

Maar belangrijker nog dan de specifieke inhoud van de songs, waren de emoties die door de gelaagdheden in de muziek nog werden versterkt. Eveneens memorabel: de nieuwe single ‘Bloodline’ en het al wat oudere ‘God Only Knows’, waarin de trompet naar het vroege werk van Tom Waits verwees.

Fans voor het leven

Dat de songs van The Slow Show niet in steen zijn gebeiteld, bleek uit het voor de gelegenheid erg sober gebrachte ‘Lucky You, Lucky Me’, waarin Goodwin enkel op gitaar werd begeleid door Joel Byrne-McCullough. De tempo’s waren overwegend langzaam, maar occasioneel, zoals in ‘Augustine’, bracht de drummer er toch flink wat vaart in. Occasioneel werd ook teruggegrepen op in eigen beheer uitgebrachte ep’tjes als ‘Midnight Waltz’ uit 2011 (zie ‘Mr Blue Tie’, dat van een energieke uitbarsting was voorzien) en ‘Brother’ uit 2012 (het voorzichtig rockende ‘Dirty Little Secret’).

ijdens de bissen konden we ook kennis maken met ‘Caroline’, een song die oorspronkelijk bedoeld was voor ‘White Water’, maar werd geschrapt omdat de groep niet tevreden was over de opname.

Tot slot wist Rob Goodwin het publiek nog tot een koorzang te bewegen door een stukje te hernemen uit ‘God Only Knows’. “Everybody is home now”, klonk het uit vele kelen in Het Depot en we konden ons niet van de indruk ontdoen dat iedereen die woorden onderschreef. Eén ding is zeker: The Slow Show heeft in Leuven heel wat fans voor het leven gemaakt. Hopelijk schieten de hoeders van de radio en de schrijvende media nu eindelijk wakker. Want laten we niet vergeten dat ook The National ooit klein zijn begonnen.

DE SETLIST: Long Way Home / Mr Blue Tie / Dresden / Brother / Testing / Augustine / Paint You Like A Rose / Lucky You, Lucky me / God Only Knows / Flowers To Burn / Bloodline // Dirty Little Secret / Caroline / God Only Knows (reprise).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content