Savages maken muziek met een gebalde vuist: hun strak gespeelde, intense postpunk staat bol van lust, dreiging en razernij. Je kunt dus met een gerust gemoed concluderen dat de vier Londense dames hun naam niet gestolen hebben. Eén en ander bleek ook tijdens hun uitverkochte show in de Botanique.
DA GIG: Savages in de Orangerie van Botanique, Brussel op 2/3.
IN EEN ZIN: Savages verkochten de toeschouwers, met hun gedreven postpunkvariant, enkele forse uppercuts, maar de eenvormigheid van hun songmateriaal ondergroef hun uiteindelijke impact.
HOOGTEPUNTEN: ‘She Will’, ‘Husbands’, ‘When In Love’, ‘Hit Me’, ‘T.I.W.Y.G.’, ‘Adore’, ‘Fuckers’…
DIEPTEPUNT: het ronduit saaie ‘Surrender’.
QUOTE van Jehnny Beth: “You. Were. Wonderful. Merci, merci, merci. Wij komen binnenkort zeker terug!”
Gang of Four, Siouxsie & The Banshees, PIL, Joy Division. Lang hoef je naar de inspratiebronnen van Savages niet te zoeken. Maar dat gebrek aan originaliteit maken ze goed door de bevlogenheid waarmee ze op het podium staan. Hun songs klinken donker en dwingend en hun drie jaar geleden verschenen debuut-cd ging zelfs vergezeld van een heus manifest.
Dat Savages geen katjes zijn om zonder handschoenen aan te pakken, blijkt ook uit hun cd-titels: ‘Silence Yourself’ en ‘Adore Life’ zijn, niet toevallig, allebei imperatieven. De vier in het zwart geklede amazones zonder paard dulden geen tegenspraak. Gewapend met gitaar, bas, drums en de indringende stem van Jehnny Beth voelen ze zich sterk genoeg om de toeschouwer de nodige uppercuts te verkopen, ook al hebben ze de boksijzers daartoe betrokken bij PJ Harvey en Sleater-Kinney.
Na het intimiderende ‘Silence Yourself’ gooien de vier gedreven vrouwen van Savages het op ‘Adore Life’ over een enigszins andere boeg. De nieuwe songs bevatten al iets meer soul en humor dan die van enkele jaren geleden en getuigen zowaar zelfs van emotionele kwetsbaarheid. Lovesongs staan op de plaat centraal, maar vergis je niet: liefde heeft bij Savages weinig met romantiek te maken. In het universum van Beth, een naar Groot-Brittannië verkaste française uit Poitiers, is het veeleer een ziekte of een vernietigende verslaving. Op muzikaal vlak is er echter weinig veranderd: de nummers van Savages klinken nog altijd woest, rusteloos en monochroom.
Ruige seks
Jehnny Beth toonde zich in de Botanique een natuurlijke frontvrouw: ze raasde als een furie over het podium en liet geen twijfel bestaan over wie de touwtjes in handen had. Maar ook al zoog ze voortdurend alle aandacht naar zich toe, snel werd duidelijk dat gitariste Gemma Thompson eigenlijk het geheime wapen van de groep is. Zij voorzag de songs van grillige spiralen, plukte een sound uit haar snaren die, bijvoorbeeld in ‘City’s Full’, afwisselend verwees naar The Cramps en The Gun Club en goochelde trefzeker met statische ruis en feedback. Thompson drukte nadrukkelijk haar stempel op de muziek, maar bleef er altijd cool en bescheiden onder. Ze had enkel oog voor haar gitaar en leek consequent in haar eigen wereldje te vertoeven.
Een andere troef van Savages was de strakke ritmesectie. De tribale beats van Fay Milton (buiten de groep ook actief als filmmaakster) bezorgden songs als ‘Evil’ een onweerstaanbare groove, terwijl de pulserende bas van Ayse Hassan een welgekomen dosis sensualiteit aandroeg. De nieuwe cd, die integraal aan bod kwam, vormde weliswaar de ruggengraat van de set, maar toch waren het vooral de oudere nummers die voor de meest memorabele momenten zorgden: het even hoekige als nerveuze ‘Shut Up’, het kolkende ‘She Will’ (door de zangeres opgedragen aan “toutes les filles dans la salle”) en het schuimbekkende, op een vingervlug gespeelde riff geplante ‘Husbands’. Ook ‘Hit Me’, niet over huiselijk geweld, zoals vaak wordt aangenomen, maar over de geneugten van ruige seks, was een knaller. Jehnny Beth stortte zich tijdens deze song al crowdsurfend in het publiek, om daar, met de knieën op de schouders van de fans, verder te zingen.
Stormram
Hoewel de meiden van Savages op ‘Adore Life’ af en toe pogingen ondernamen om hun al te uitgesproken eighties-invloeden te overstijgen, was het resultaat niet altijd even overtuigend. Dat bleek ook in Brussel een probleem. Het lang uitgesponnen en zo goed als drumloze ambient noise-nummer ‘Mechanics’ haalde de vaart uit de set en, zeker in de tweede helft van het optreden, dreigden de songs een tikje te eenvormig te worden. Alsof het viscerale plezier van het lawaai maken belangrijker was dat het bedenken van een goede song. Niettemin brachten ‘When in Love’, ‘T.I.W.Y.G’ (“This is what you get if you mess with love”) en het vervaarlijk voortdenderende ‘The Answer’ ook bij ons een serieuze adrenalinerush te weeg.
‘Adore’, door de groep zelf als een ‘gothic torch song’ omschreven, was een fraai rustpunt. De laatste minuten van de avond waren dan weer voorbehouden aan ‘Fuckers’, geïnspireerd door een opbeurende ‘post-it’ die een vriendin van Jehnny Beth ooit op haar koelkast achterliet. Savages kregen hierbij assistentie van de Japanse noise-band Bo Ningen, met wie ze in 2014 de cd ‘Words to the Blind’ hadden opgenomen. Samen bouwden ze een wall of sound waar geen stormram tegen bestand was.
Het was een geweldig einde van een ongelijke set, die helaas niet hetzelfde effect sorteerde als de eerste Brusselse passage van Savages in 2013. Ondanks enkele zeer sterke momenten, zochten de dames dit keer iets te vaak hun toevlucht tot steeds hetzelfde trucje. Dat neemt niet weg dat, wanneer ze straks één van de zomerfestivals aandoen, u zeker moet gaan kijken.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Sad Person / City’s Full / Slowing Down the World / Shut Up / She Will / Husbands / Surrender / Evil / When In Love / I Need Something New / The Answer / Hit Me / No Face / T.I.W.Y.G. / Mechanics / Adore / Fuckers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier