Neil Young & Promise of the Real brachten het publiek in het Sportpaleis moeiteloos in vervoering
Ja, Woody, de houten indiaan uit de sigarenwinkel, kreeg weer een plek op het podium. Ja, Neil Young stond, samen met zijn muzikanten, vaak weer te spelen op één vierkante meter. En ja, zoals een echte rock-‘n-rollsjamaan wist hij zijn publiek weer moeiteloos in vervoering te brengen.
- HET CONCERT: Neil Young & Promise of the Real in het Sportpaleis, Antwerpen op 9/7.
- IN EEN ZIN: Een energieke Neil Young bewees op het podium dat je, ook als zeventiger, Forever Young kunt zijn.
- HOOGTEPUNTEN:On the Beach, Danger Bird, Cortez the Killer, Love to Burn, Fuckin’ Up, Hey Heyn My My (Into the Black)…
- DIEPTEPUNTEN: hebben we niet gehoord.
- QUOTE: Veel verder dan ‘How are you doing out there?’ kwam Young in Antwerpen niet.
Op het eerste gezicht, lijkt het vreemd dat Neil Young dezer dagen weer de hort op gaat met Promise of the Real. In de VS en Canada toerde hij eerder dit jaar nog met Crazy Horse, de band waarmee hij precies een halve eeuw geleden de klassieker Everybody Knows This Is Nowhere opnam en die hij sindsdien op gezette tijden voor zijn kar spande. Met dat trouwe driespan, waarin Nils Lofgren intussen gitarist Frank Sampedro heeft vervangen, heeft Young ook net een nieuwe langspeler ingeblikt (werktitel: Pink Moon). Het album is aangekondigd voor september en is volgens Dinosaur Sr het meest gevarieerde uit zijn lange carrière.
Begrijp ons niet verkeerd: Promise of the Real bestaat uit beslagen muzikanten die Youngs werk perfect aanvoelen en op de 73-jarige Canadees een heilzaam effect hebben. Alleen behoren de platen die hij met de zonen van Willie Nelson en hun vrienden tot dusver de wereld in stuurde niet meteen tot de hoogtepunten uit zijn rijke oeuvre.
Neil Young volgt altijd zijn impulsen en doet gewoon waar hij zin in heeft. Het is geen toeval dat koppig, tegendraads, wispelturig en onvoorspelbaar adjectieven zijn die aan hem kleven als bloedzuigers aan hun prooi.
Hoe dan ook: Neil Young volgt altijd zijn impulsen en doet gewoon waar hij zin in heeft. Het is geen toeval dat koppig, tegendraads, wispelturig en onvoorspelbaar adjectieven zijn die aan hem kleven als bloedzuigers aan hun prooi. Want waarom zou je je in een rechte lijn van A naar B begeven, als je ook grillige zijpaadjes kunt kiezen? Young stuurt liever naar de greppel dan naar het midden van de weg, omdat daar naar zijn gevoel interessantere dingen gebeuren. Ironisch dus dat de artiest tijdens Europese tournees, waarbij hij enkel reusachtige arena’s aandoet, doorgaans geneigd is steeds dezelfde crowdpleasers te spelen.
Maar zie, in het Sportpaleis had hij dit keer meer dan één aangename verrassing in petto. Om de routine af te houden speelt hij avond na avond totaal andere sets. Uit zijn vorige show in München hield hij in Antwerpen slechts zeven nummers over. Zo bleef het, zowel voor hem als het publiek, spannend en vitaal.
Geen nostalgietrip
Uiteraard heeft een songwriter die al een halve eeuw actief is en meer dan veertig platen op zijn naam heeft staan veel om uit te kiezen. Hoewel Young tijdens zijn optredens van de voorbije maanden minstens negen nieuwe nummers introduceerde, kregen de Belgische fans uitsluitend werk uit de periode 1967-1995 opgediend. De recentste song uit de set was dus al een kwarteeuw oud, en dat voor een artiest die sinds de eeuwwisseling al minstens vijftien langspelers op de wereld heeft losgelaten. Toch klonk zijn concert niet als een nostalgietrip, gewoon omdat ’s mans muziek een tijdloos karakter heeft.
Vanaf de countryrockende opener Mansion on the Hill was wél duidelijk dat Neil Young – jeans, hoedje, Howlin’ Wolf-T-shirt – er bijzonder veel zin in had. Hij beet zich vast in zijn songs als een tijger die iets te lang op een vegetarisch dieet heeft gestaan en zijn gitaarspel schroeide als vanouds. Puntje van kritiek was wel dat de solo’s in de stukken uit Ragged Glory (vier in totaal) iets te langdradig overkwamen en zo de songs dreigden te verstikken. Over and Over, Love To Burn, Fuckin’ Up: ze waren allemaal even episch en uitgesponnen en, tenzij je, zoals wij, een liefhebber bent van Youngs abstract expressionistische capriolen op de snaren, zul je wellicht wel enkele keren op je uurwerk hebben gekeken. De Hollywood Indian speelt het nu eenmaal zoals hij het voelt, te nemen of te laten. Ter compensatie toverde hij ook simpele, gebalde rockers tevoorschijn, type Mr. Soul (uit zijn periode met Buffalo Springfield), The Loner, Cinnamon Girl en When You Dance (I Can Really Love): luid maar catchy en net daardoor in geen lichtjaren kapot te krijgen.
Wat het concert in Antwerpen pas écht tot een belevenis maakte, waren echter de nummers die zelden of nooit het podium halen. Zo was er bijvoorbeeld On the Beach, een donkere, knagende blues in mineur, waarin Neil Youngs gitaarspel van een dodelijke precisie getuigde. Het publiek juichte wel bij de zin ‘I need a crowd of people’, maar negeerde gemakshalve het vervolg: ‘But I can’t face them day to day’. Ook magisch: het verzengend intense Danger Bird, dat van Lou Reed ooit een Young-fan maakte (‘Dit is het beste wat ik ooit heb gehoord’, meldde hij in een interview), en het met veel gevoel gespeelde Cortez the Killer, waarin het narratieve snarenspel minstens even veel vertelde als de tekst zelf.
Decibelmeter in het rood
De artiest sprak zelden tussen de nummers, maar communiceerde via zijn muziek. En ook al is hij inmiddels getrouwd met Darryl Hannah, met Unknown Legend bracht hij een impliciete ode aan zijn op nieuwjaarsdag overleden ex Pegi Morton. Voor het semi-akoestische deel van de set putte hij vooral uit bucolische platen als Harvest en Harvest Moon, wat een bespiegelend From Hank To Hendrix en een stompend Are You Ready For the Country? opleverde. Old Man – de zanger is intussen ouder dan Louis Avila, de bejaarde ranchknecht voor wie hij het destijds schreef – en Long May You Run klonken ons iets te gezapig in de oren. Maar wie zich afvroeg waarom Young bekend staat als de Godfather of Grunge, kreeg het antwoord tijdens het schurende en scheurende Hey Hey, My My, dat de decibelmeter flink in het rood joeg. In Neil Young huist nog steeds een punkmannetje dat niets liever doet dan met enkele vrienden in de garage tyfusherrie te produceren.
Ondanks het hoge meezinggehalte was (Keep On) Rocking in the Free World wél behoorlijk kritisch voor de vrije wereld die het leek te verheerlijken.
Throw Your Hatred Down (het resultaat van een alliantie met Pearl Jam) en (Keep On) Rocking in the Free World waren de niet mis te verstane boodschappen waarmee Neil Young zijn fans de nacht in stuurde. Goed, het laatstgenoemde anthem werd iets te lang uitgesponnen (even vreesden we dat er nooit een einde aan zou komen), maar ondanks het hoge meezinggehalte was het wél behoorlijk kritisch voor de vrije wereld die het leek te verheerlijken. Als (enige) toegift geen Like A Hurricane of Powderfinger dit keer, maar het in countrysferen en hashdampen gehulde Roll Another Number. En zo vloog het tweeënhalf uur durend concert in een oogwenk voorbij. Toegegeven, de stem van Dinosaur Sr klonk in Antwerpen niet altijd even toonvast, maar het bracht zijn zeggingskracht op geen enkel moment in het gedrang. En hey, zonder hem geen Strand of Oaks, geen Band of Horses, geen Damien Jurado. Ome Neil bewees in het Sportpaleis vooral dat je, ook als zeventiger, Forever Young kunt blijven. Long may he run.
DE SETLIST: Mansion on the Hill / Over and Over / Mr. Soul / Love to Burn / The Loner / When You Dance (I Can really Love) / On the Beach / Unknown Legend / From Hank to Hendrix / Old Man / Are You Ready For the Country? / Long May You Run / Fuckin’ Up / Cortez the Killer / Cinnamon Girl / Danger Bird / Hey Hey, My My (Into the Black) / Throw Your Hatred Down / Rockin’ in the Free World // Roll Another Number.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier