Khruangbin in de Botanique: wuivende palmen in een dorre woestijn

© /

In hoofdzaak instrumentale muziek waar je met de beste wil van de wereld geen oorsprong of tijdperk op kunt plakken: dat is de core business van Khruangbin. Toch liet het eclectische trio uit Houston, Texas in de schijnwerpers van de Botanique af en toe in zijn kaarten kijken.

DA GIG: Khruangbin in de Orangerie van Botanique, Brussel op 28/10.

IN EEN ZIN: Khruangbin serveerde in Brussel een zinnenprikkelende mix van stijlen en culturen

HOOGTEPUNTEN: De set was eigenlijk één lange trip, maar Maria También, Cómo Me Quieres, August Twelve, Mr White en White Gloves werden een voor een op gejuich ontvangen.

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE van Laura Lee: ‘Enkele jaren geleden speelden we hier nog op een piepklein festival. In onze stoutste dromen hadden we er toen niet aan gedacht dat we ooit nog naar België zouden mogen terugkeren. We lopen dus op wolkjes vandaag.’

De bandnaam, het Thaise woord voor vliegtuig, haakt zich niet meteen vast in je geheugen en ook de nummers hebben wat tijd nodig om hun schijnbare eenvormigheid te overstijgen. Maar wie herhaaldelijk aan de psychedelische jams van Khruangbin wordt blootgesteld, deint met steeds meer plezier mee op zijn meanderende melodieën en meeslepende grooves. Het multiraciale driespan speelt hecht en to the point, trekt zich weinig aan van modes of trends en is van vele markten – én continenten – thuis.

Op haar drie jaar oude langspeeldebuut The Universe Smiles Upon You liet de groep zich nog vooral inspireren door Zuidoost Aziatische funk van het type dat ze ooit ontdekte tijdens een restaurantbezoek. Op de vrij recente opvolger, Con Todo El Mundo, is haar sound echter gevoelig verrijkt en hoor je zowat alles tussen retro surfrock, dub, Iraanse pop uit de seventies, Caribische zouk, Cubaanse soul, oriëntaalse en Indiase muziek voorbij komen. Klanken uit alle windstreken dus, opgeleukt met hier en daar een flard spoken word.

Om kort te gaan: Khruangbin serveert een zinnenprikkelende mix van stijlen en culturen en doordat er nauwelijks wordt gezongen appelleert het gezelschap aan luisteraars met uiteenlopende geografische achtergronden. Drummer en producer Donald ‘DJ’ Johnson staat bijvoorbeeld met beide benen in de hiphop. In een uitverkochte Botanique speelde hij vaak breakbeats die ons aan de vroege platen van Tricky, Portishead en Massive Attack deden denken (zie Friday Morning). Bassiste Laura Lee kwam verrassend melodieus uit de hoek, maar zat nooit om een huppelend discolijntje verlegen, terwijl gitaarfenomeen Mark Speer met een opzienbarende souplesse van de ene sfeer naar de andere wipte.

Bierflesjespercussie

Hoewel zijn sound sterk aanleunde bij die van Hank B. Marvin van The Shadows (tijdens Maria También werd in Brussel niet toevallig een stukje uit Apache geciteerd), incorporeerde zijn speelstijl net zo goed het oeuvre van funkmeester Nile Rodgers, rockabilly-icoon Chet Atkins en bluesgitarist Peter Green. In August Twelve verwees hij, via zijn wahwah-pedaaltje dan weer naar de soundtracks van de blaxpoitation-films uit de vroege jaren zeventig. Speers eloquente snarenspel vertelde doorgaans méér dan klassieke songwriters met woorden voor elkaar krijgen.

De set van Khruangbin klonk al net zo gevarieerd als een doorsnee Spotify-lijst. Nu eens melodieus en ingehouden (zoals in het als een zomerse wolkenpartij voorbijschuivende Cómo te Quiero), dan weer pittig en gedreven (de discofunk van Adam Finds The Third Room). Soms een beetje jazzy of in softsoul gedrenkt, soms verrassend in zijn eenvoud.

De bierflesjespercussie tijdens een break in The Infamous Bill was een slimme vondst. En ook al vertoonde de muzikale aanpak van Khruangbin gelijkenissen met die van The Thievery Corporation of, verder terug in de tijd, Savage Republic, de humor van het trio was uniek. Zo droegen Lee en Speer allebei een pruik op het podium en hadden ze voor bepaalde nummers zelfs danspasjes ingeoefend. Wanneer je hen in Mr White allebei gelijktijdig door de knieën zag buigen, viel een glimlach moeilijk te onderdrukken.

Werkloze grenswachters

Wie benieuwd was naar het bredere muzikale referentiekader van Khruangbin, had aan The Next Episode een vette kluif. De groep presenteerde hier namelijk een uitgesponnen medley waarin stukjes uit songs van Dre, Ol’ Dirty Bastard, A Tribe Called Quest, Frankie Knuckles, Sade, Ice Cube, Warren G, Roy Ayers, Leon Haywood en Kool & The Gang naadloos aan elkaar werden geklonken.

De set eindigde met publieksfavoriet Maria También, waarin een impliciete politieke boodschap zat verstopt. In de bijhorende video kaart Khruangbin de weinig benijdenswaardige positie van de vrouw in Iran aan. In enkele minuten toont het hoe in een tirannieke theocratie de klok vele decennia terug werd gedraaid en alle vrijheden genadeloos werden weggevaagd.

Tijdens de eerste bis ruilde Donald Johnson zijn drumstel voor een piano en verzon hij een lange intro bij White Gloves, de enige echte song van de avond, inclusief tekst en loungy zanglijn. De dame en twee heren van Khruangbin lieten er in de Botanique geen twijfel over bestaan: voor hen is de planeet één groot dorp waar stilistische grenswachters tot permanente werkloosheid gedoemd zijn. De teneur van hun set ging van introspectief naar repetitief en de sfeer van hun muziek riep afwisselend beelden op van een dorre woestijn en een strand vol wuivende palmbomen. De groep nam je mee op wereldreis en je hoefde er niet eens stakend luchthavenpersoneel voor te trotseren. Of hoe Khruangbin aantoonde dat je ook kunt vliegen zonder een ecologische voetafdruk achter te laten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content