Grandaddy op Pukkelpop: Een glimp van het paradijs

© Damon De Backer

Stel: de hemel bestaat en ze hebben daar hun eigen radiostation. In dat geval draaien de plaatjes van Grandaddy er gewis in hoge rotatie. Goed, de bandleden mogen er dan uitzien als houthakkers die mee verantwoordelijk zijn voor de teloorgang van het regenwoud, qua muzikale verfijning hoeven ze slechts in weinigen hun meerdere te erkennen.

What’s the fuss?

Ha, om dat te begrijpen heb u misschien een geheugensteuntje nodig, want de gouden jaren van The Fab Five uit Californië, die volgend jaar een kwarteeuw bestaan, liggen al een poosje achter ons. Met ‘The Sophtware Slump’ (2000) en ‘Sumday’ (2003) is de groep wél verantwoordelijk voor twee onbetwiste klassiekers. Bovendien brengt ze binnenkort, na een hiaat van een vol decennium, een nieuwe langspeler uit. De allerlaatste, als we voorman Jason Lytle mogen geloven. Maar eigenlijk maakt het niet uit onder welke vlag het schip precies vaart, want in wezen is de zanger, een geniale studioknutselaar en producer zoals Brian Wilson in zijn beste dagen, de enige écht onmisbare Grandaddy.

Toch niet beter de toog opgezocht?

Máák het een beetje! Zelfs met een kilo zand in de keel was dat wel de laatste plek waar we wilden zijn, terwijl Modesto’s finest op het podium stonden. “Een opname is een schilderij, terwijl een optreden niet méér is dan een haastige schets”, beweerde Jason Lytle ooit. Op slordigheden kon je zijn band tijdens Pukkelpop echter niet betrappen.

Hoe de gelaagde muziek van Grandaddy precies klinkt? Als Pink Floyd, maar dan aangevoerd door Neil Young. Of als Talk Talk waarin Mark Hollis is vervangen door Jeff Lynne van ELO. De een noemt het sci-fi synth prog, de ander dromerige psychedelia, maar welke omschrijving u ook verkiest, de songs van de groep zijn in duivels catchy melodieën gewikkeld en houden het midden tussen sprankelende gitaarrock en bubbelende synthpop. Reken daarbij het introspectieve gemijmer van Jason Lytle, plus teksten waarin natuur en technologie elkaar liefdevol omhelzen en u begrijpt waarom we tijdens ‘Hewlett’s Daughter’, ‘El Caminos In The West’, ‘Crystal Lake’, ‘Disconecty’ of ‘AM 180’ op wolkjes liepen. Opzienbarend toch hoe je iemand middels harmonieus geboetseerde klanken een glimp van het paradijs kunt laten zien.

Oké, er werd slechts één nummer prijsgegeven uit de nieuwe cd (‘Way We Won’t’) en Lytle, het publiek monsterend van onder zijn onafscheidelijke honkbalpet, had duidelijk niet erg lang nagedacht over zijn bindteksten (“More music!”, of op de toon van zijn personage Jed the Humanoid: “Glad. To. Be. Back”). De vijftig minuten die Grandaddy kreeg toebedeeld vlogen tegen zulk een rotvaart voorbij, dat we ons achteraf vooral herinnerden wat er niet op de setlist stond. Maar wat we wél kregen, benaderde de perfectie.

Materiaal voor uw snapchatverhaal?

De songs werden begeleid door mooie, geanimeerde visuals en geestige filmpjes, waarin een ruzie tussen een hond en een kat te zien was of bloedstollende beelden getoond werden van motorcrossers die één na één tegen de vlakte gingen. Maar u had ook gewoon een selfie kunnen maken. Kon u meteen aan de buitenwacht tonen hoe beeldig u stond met dat kippenvel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content